165
zijds. Het is duidelijk, de coalitiepartijen wilden koste wat het kost de coalitie overeind houden, en de
brief van de fractie van de VVD van 2 mei jongstleden vind ik op dit punt wel erg mager. Het doet mij
denken aan de sorry-politiek van de Paarse coalitie. Voorzitter, het zal u duidelijk zijn, Breda '97 is
ontevreden over het totale proces. Wij kunnen daar niets meer aan veranderen en wij moeten van
daag een streep zetten onder deze procedure. Te veel tijd is verloren gegaan en het werk wacht.
Breda '97 heeft het Programakkoord voor kennisgeving aangenomen. Dat is zo de gebruikelijke
werkwijze als men aan de inhoud toch niets meer kan veranderen. Toch hebben wij nog enkele kant
tekeningen. Het is een vrij uitgebreid program geworden, maar voor de burgers zitten er toch niet heel
veel krenten in de pap. Het is in hoofdzaak oude wijn in nieuwe zakken. Op bepaalde punten is het
vaag, en dat is in ieder geval een teken dat het akkoord niet is dichtgetimmerd. Maar het is ook weinig
inspirerend, wij hadden wat meer politieke moed verwacht. De financiële haalbaarheid wordt niet
aangetoond, maar ik neem aan dat wij die bij de Kadernota 2003 zullen zien.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Bij interruptie. Mag ik van Breda '97 vernemen wat men zou invullen als het gaat om de politieke
moed, die u mist?
De heer SCHOENMAKERS
Een vorm van politieke moed had bijvoorbeeld kunnen zijn dat er rond het grafisch museum toch een
andere stellingname was geweest, want dat is een punt dat wel is dichtgetimmerd. Maar in de loop
van de komende tijd kom ik daar beslist nog op terug.
De heer ADANK
Mijnheer Schoenmakers, bent u nu eens concreet, vult u nu eens precies in, ook vanuit de voorgaan
de periode toen u zelf regeringsverantwoordelijkheid heeft gedragen binnen het college, want vanaf
1993 zijn er heel duidelijk stappen gezet om het grafisch museum weg te zetten met de politieke
steun van de raad en de argumenten die daaronder zijn gelegd, waarom u nu het grafisch museum
noemt. Voorzitter, ik weet niet of ik recht van spreken heb, maar ik heb in ieder geval de onderhande
lingen van zeer dichtbij meegemaakt. De grote investeringsbehoeften die nodig zijn om deze stad
weg te zetten op wonen, werken, zorg en cultuur in relatie tot de intensivering stedelijke vernieuwing
en het Grotestedenbeleid hebben een afgewogen en verantwoordelijke discussie vereist. Dat proces
heeft twee maanden geduurd. En dat is, naar mijn mening, nog redelijk kort. Er zijn besluiten geno
men die hun schaduwen heel ver in positieve zin vooruitwerpen en dat mag niet worden gebagatelli
seerd met de opmerking: wat is er in die twee maanden gedaan? Tot slot nog een opmerking. In het
verleden, toen ook Breda '97 coalitieverantwoordelijkheid droeg, is er tijdens de onderhandelingen
eenzelfde procedure gevolgd als nu. Toen heb ik achteraf in die zin nooit deze kritische opmerkingen
gehoord.
De heer HAARHUIS
Voorzitter, ik wil ook nog graag een opmerking plaatsen. De heer Schoenmakers zegt: ik herken ei
genlijk niet veel nieuws, waar zitten nu de krenten voor de burgers? Wij hebben het zojuist met elkaar
gehad over het feit dat we een heleboel verschuivingen hebben gepleegd in de richting van de sociale
pijler, dicht bij de mensen investeren zowel in de buurten en wijken, als in het onderwijs, als in de
zorgsector, als in het jeugd- en jongerenwerk, als in allerlei andere onderdelen.
De VOORZITTER
Ja, lees uw bijdrage.
De heer HAARHUIS
Precies. Ik begrijp dan ook niet dat de heer Schoenmakers dat dan toch onvoldoende herkent, want
het zijn onderwerpen die heel nadrukkelijk zijn bedoeld om juist dicht bij de burgers nieuwe en goede
dingen tot stand te brengen. Het tweede punt dat ik wil noemen betreft het punt waar de heer
Schoenmakers zegt: er zijn te weinig krenten. Ik wil hem toch nog eens wijzen op de verantwoorde
lijkheid die hij vroeger zelf mede heeft gedragen voor de portefeuille onderwijs. Op dat punt zijn we nu
met een ongelooflijk grote investering bezig. Het is nooit genoeg, en misschien dat je in de toekomst
daar nog eens opnieuw naar moet kijken. Maar je kunt toch niet ontkennen dat er voor de burgers
niets meer in zit. De mensen, de kinderen zullen van heel nabij gaan merken wat daarvan de effecten
zijn.