30 MEI 2002 210 ken. Ik zou dan graag weten in welke commissie. Als er geen bespreking in een commissie plaats vindt, in welke richting zal het antwoord dan gaan? De VOORZITTER Ze staan onder de rubriek A, dat is u duidelijk. Daar staat: Ter kennisneming met de mededeling dat de raad besluit dat door de zorg van burgemeester en wethouders of de burgemeester de navolgende stukken zullen worden afgedaan.' In het kader van het dualisme is dat ook de juiste weg. Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN Mijn tweede vraag is dan: in welke richting zal dat antwoord gaan? De VOORZITTER Dat weet ik nog niet. Wij hebben dat nog niet in het college besproken. Is de portefeuillehouder al geneigd om een tipje van de sluier op te lichten? Wethouder ADANK Het college heeft met bijzonder enthousiasme kennisgenomen van dit initiatief, dat overigens bij de Stichting 750 thuishoort. Er is een projectgroep die bestuurlijke voorstellen of mogelijke knelpunten die eraan zitten te komen in een vroegtijdig stadium signaleert en daarvoor oplossingen aandraagt. Roze Zaterdag is daaraan toegevoegd als zijnde een kansrijk initiatief. In de richting van de eventuele be zwaarmakers is voorlopig gereageerd in de sfeer van: daarvan nemen wij kennis. De VOORZITTER Is dit voldoende? U weet nu ongeveer welke kant dit zal op gaan. Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN Ik wil het college feliciteren met die houding. De VOORZITTER Dank u wel, dat horen we graag. Wenst nog iemand in te gaan op dit agendapunt? Niemand. Akkoord, met de stukken vermeld onder A, C, D en E. VII. ARTIKEL 41-VRAGEN REGLEMENT VAN ORDE. leder raadslid kan schriftelijk vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Daarbij kan het raadslid verzoeken om mondelinge beantwoording in de raad. De desbetreffende portefeuillehouder krijgt dan hier gelegenheid te antwoorden. Ook kan een raadslid dat vragen heeft gesteld hier nadere inlichtingen verlangen op een door het college of door de burgemeester schriftelijk of mondeling gege ven antwoord. Mevrouw OVERBOOM Wij hebben nadere vragen naar aanleiding van twee vragen die we eerder hebben gesteld. Eind fe bruari, begin maart hebben we een, toen nog, artikel 48-vraag gesteld over de woningbouwproductie voor dit jaar en wat er te verwachten was. We waren verbaasd over het antwoord dat we daarop kre gen en we hebben dat ook in een vervolgvraag artikel 41 aangegeven. We constateerden namelijk dat een aantal prijsklassen, zoals die tot nu toe in Breda werden gehanteerd, forser was verhoogd en dan gaat het om zowel de bereikbare woningen als de middeldure woningen. Ik praat hier nog even in guldens, want ik denk dat dat voor de meeste mensen nog de makkelijkste referentie is. Als het gaat om de bereikbare koopwoningen gaan die nu opeens naar 300.000,-, en de middeldure woningen, die eerst tot 420.000,- gingen, gaan nu naar 700.000,-. Niet verrassend is dat de productie over de verschillende prijsklassen in één keer totaal anders is dan in de jaren daarvoor. Middelduur is op eens 66%. Terecht geeft u in de beantwoording van onze artikel 41-vraag, die daarop een vervolg was, aan dat u onze verbazing begrijpt. Naar aanleiding van de beantwoording van deze artikel 41- vraag moeten wij aangeven dat onze verbazing over het antwoord dat we eerder hebben gekregen nog steeds niet voorbij is. Ik geef nu dus eerst even de voorgeschiedenis aan. Wij hebben nog steeds vragen naar aanleiding van de beantwoording van de artikel 41-vraag. Er wordt gezegd dat er een aantal rijksontwikkelingen is. Naar aanleiding daarvan zeggen we van de ontwikkeling op de Bredase

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 210