30 MEI 2002
212
informeren. Daaruit is nog een vijftal vragen voortgekomen en ik wil die graag voorleggen aan de wet
houder die daarvoor verantwoordelijk is. In het raadsvoorstel staat dat er nog een toezegging moet
komen van het bedrijf Nemijtek voor medewerking aan de tijdelijke vestiging van de jachthaven. In
middels zijn we weer een aantal weken verder. Mijn eerste vraag is: is die toezegging er al? Het zal
duidelijk zijn dat de oeverbeschadiging, waarover men het heeft, precies in de stroomnaad ligt van het
water en de stroomnaad is altijd recht, alleen hij wordt gekeerd door de wal en die wal ligt precies bij
dit bedrijf. Omdat dat dus een zwaaikom is, dus een rond gedeelte in het water waar de stroom moet
keren, krijg je daar oeverafkalving oftewel oeverbeschadiging, en ik kan me voorstellen dat dit bedrijf
graag ziet dat de gemeente hiervoor een oplossing zoekt. Die oplossing zou misschien kunnen zijn
dat de jachthaven daar komt te liggen om die stroomnaad te kunnen keren. Maar ik kom hier nog op
terug. Mijn eerste vraag is dus: is die toezegging van die eigenaar al binnen en heeft een en ander
ook betrekking op het financiële gedeelte van dit voorstel? Mijn tweede punt heeft betrekking op het
onderdeel van het voorstel: 'Het college wordt verzocht medewerking te verlenen aan het voeren van
een artikel 19 In de tweede regel staat een aantal tekens voor het woord 'de jachthaven'. Er staat
een plusje, een eentje, een grote x en ik vroeg met toch af: hoort dit thuis in het voorstel, want dit is
toch een wettelijk voorstel en wettelijke voorstellen moeten toch duidelijk en helder zijn? Voor mij en
anderen was niet helemaal duidelijk wat deze tekens in het voorstel betekenen. Kunt u dit nader aan
geven? Mijn derde punt heeft betrekking op het onderdeel dat begint met: 'Verplaatsing van de huidi
ge jachthaven naar de zwaaikom, stroom afwaarts U zegt dat het probleem van het Hoog
heemraadschap wordt opgelost omdat de boten bij hoge waterstand buiten de stroomnaad liggen. Ik
heb u zojuist geschetst, bij mijn eerste punt, dat juist de kade bij Nemijtek de stroomnaad doet afbui
gen, want zoals de wal het schip kan keren, zo keert de wal ook de stroomnaad. En daar wilt u dus de
jachthaven gaan aanleggen die dan de stroomnaad moet gaan keren. Daar ben ik nog niet helemaal
aan uit en ik wil daarover wat meer inlichtingen hebben van de wethouder die daarover gaat. Het vier
de punt gaat over de legalisatie van de woonschepen. In de derde regel staat: 'Echter de gemeente
bepaalt waar zij komen te liggen.' Als ik even verderop kijk, naar ad.4. waar staat: 'In overleg met de
eigenaren van de woonschepen dan moet ik opmerken dat dat veel vriendelijker overkomt. Ik
vroeg me af, en ook de mensen die daar zijn vroegen zich af: zou het niet mogelijk zijn om in overleg
met de gemeente te komen tot een bepaling waar men komt te liggen? De vraag is in het kort: waar
om staat hier: 'Echter de gemeente bepaalt waar zij komen te liggen.' Waarom kan niet in overleg
worden bepaald waar de boten komen te liggen? Mijn vijfde punt heeft betrekking op het kopje 'Juri
disch' op pagina 3. Daar staat: 'Met de eigenaar van de jachthaven zal een actuele vergunning moe
ten worden opgesteld waarin wordt aangegeven dat de verplaatsing een tijdelijke maatregel is. In de
vergunning zullen prestatieafspraken moeten worden opgenomen.' Dat kan ik me goed voorstellen. Dit
voorstel gaat toch over vrij veel geld. Zoals het hier staat, lijkt het er eigenlijk op dat dat nog allemaal
moet gebeuren. Mijn vraag is: hebben die prestatieafspraken ook betrekking op de financiële conse
quenties van dit voorstel? Als dat zo is, waarover gaat het dan? Als het geen financiële consequenties
heeft kunnen wij met dit punt meegaan. Graag hierop uw antwoord.
Wethouder ADANK
De vragen van de heer Leunisse, die overigens niet in de commissievergadering zijn gesteld, verras
sen mij een beetje, maar dat is waarschijnlijk de duale opvatting van Leefbaar-Breda. Waar het gaat
om de fysieke en stroomnaadverhalen kan ik u een heel eind volgen. Zelfs op de tekeningen. Aan u is,
ook door de projectmanager, uitgelegd hoe een en ander in elkaar zit. Gelet op het feit dat u nu in
detail en op microniveau uw vragen heeft gesteld, was het toch verstandig geweest om die vragen
schriftelijk in te dienen zodat, zeker waar het gaat om de consequenties waarnaar u in de eerste drie
vragen vraagt, daarop ook fatsoenlijk antwoord had kunnen worden gegeven. Ik vind dit eigenlijk niet
netjes. Waar het gaat over de overeenkomst met de beheerder hebben wij u al gemeld dat de dienst
Stadsbeheer op dit moment een tijdelijke overeenkomst voorbereidt en wanneer dat tot een akkoord
heeft geleid zullen wij u dat melden. De tijdelijkheid is in die overeenkomst primair. Waarom? Omdat,
en ik heb u dat ook gemeld, we in het kader van de ontwikkeling van de spoorzone geen enkele blok
kade willen opwerpen die in de toekomst de mogelijkheden en de ontwikkelingen aldaar kunnen frus
treren. Maar ik heb er goede hoop op dat daarover met de beheerder duidelijke afspraken zijn te ma
ken. De bouwvergunning wordt binnenkort aangevraagd. De artikel 19-procedure is gestart. Dus ik
denk dat uw vragen, voorzover ze al relevant zijn, in de inspraak en informatievoorziening van de arti
kel 19-procedure kunnen worden meegenomen. Ik kan me dan ook nog wat gaan verdiepen in met
name de snelheid van het water en de opmerking over het Hoogheemraadschap, waarover we overi
gens in de commissie ook hebben gesproken en toen waren het in die zin duidelijk positieve opmer-