30 MEI 2002
216
exploitatie te brengen. Het is maar een voorbeeld. Wij denken dat dat niet geheel juist is en willen
daarvoor uw aandacht vragen. Tot slot, want het gaat niet alleen om de jaarrekening maar ook om het
jaarverslag, de CDA-fractie is buitengewoon ingenomen met de zeer goede leesbaarheid. Het is bijna
lectuur die je in de trein leest, zo ontspannen. Het ziet er niet alleen gewoon prima uit, er staan ook
nog heel veel gegevens in. Dus waardering via het college voor de betreffende ambtenaren die daar
aan een bijdrage hebben geleverd.
De heer KWAKKENBOS
Namens mijn fractie heb ik een drietal korte opmerkingen. Op de eerste plaats wil ik opmerken dat hier
een zeer goede jaarrekening ligt, zowel kwalitatief als qua resultaat. Over de opmerkingen die in de
stukken terecht zijn gekomen over kwaliteitsverbetering het volgende. Voor de duidelijkheid, dat be
treft een kwaliteitsverbetering op een hoger niveau dan waar we al op zitten. We zijn dus geen pro
blemen aan het oplossen, we zijn zaken nog beter aan het maken. Mijn tweede opmerking heeft be
trekking op het resultaat van vorig jaar, dat positief is. Dat is geen doel op zich. Ik heb dat gisteren ook
gezegd en wij hebben daarover ook met de wethouder gesproken. Het doel is het waarmaken van de
beleidsdoelen. Ik geef toe dat een positief resultaat in veel gevallen erg handig is. In mijn derde op
merking spelen de raad en de Rekeningscommissie een belangrijke rol. Men zal een structuur moeten
vinden met daarin twee sporen. Het eerste spoor is een summiere maar heldere financiële rapportage
en het tweede spoor is een uitgebreide en ook heldere beleidsrapportage, meer in de richting van de
stadsmonitor. Ik wil toch mijn pleidooi van gisteravond herhalen, want ik vind dat erg belangrijk. De
beleidsrapportage moet, naar onze smaak, in de functionele commissies aan de orde komen. Daar
moet er echt diepgaand over worden gesproken. De financiële rapportage op concernniveau kan ui
teraard in de Rekeningscommissie blijven, dat is gewoon praktisch.
De heer BOER
Sorry, voorzitter, maar ik ben gisteravond niet bij de Rekeningscommissie geweest. Ik had daarvoor
een excuus en dat heb ik de commissie ook gemeld. Ik heb een paar korte opmerkingen. Ten eerste
pleit ik al tien jaar, en wij al acht jaar, voor de terugkeer van de Rio's en de Bio's, dat zijn rekeningen
en begrotingen in één oogopslag. Sinds de heer Van Os wethouder was zijn die afgeschaft, maar we
blijven proberen om die weer terug te krijgen, omdat de burger geen enkel inzicht krijgt in de financiën
van de stad. Het waren vroeger heel handige kleine boekjes van zo'n tien pagina's waarin enorm veel
informatie stond die voor iedereen erg duidelijk was. Wij blijven dat pleidooi herhalen totdat ze er weer
zijn. Het tweede punt gaat over de monitor. Wij sluiten ons graag aan bij de reeds eerder gemaakte
opmerkingen dat het hier overzichtelijke jaarrekeningen betreft. Voor het werk dat daaraan is verricht
zeggen wij dank aan de ambtenaren. Bladzijde 64 van de monitor, en dat punt treft ons toch altijd wel
heel zwaar, gaat over de waardering voor de gemeente om bewoners bij veranderingen in de buurt te
betrekken, oftewel de inspraak. Op bladzijde 65 zien we dat die vanaf 1996 tot 2000 toch behoorlijk is
teruglopen. Wij menen dat de verkiezingsuitslag toch aangeeft dat de bewoners daar veel meer bij
betrokken wensen te worden. Ik hoop dat in ruime mate aandacht wordt besteed aan het feit om die
buiging naar beneden, naar het negatieve, weer in het positieve te krijgen.
De heer KWISTHOUT
Ik was niet voornemens in eerste instantie het woord hierover te voeren, maar te elfder ure bereikte
ons een brief gericht aan de gemeenteraad van de heer Verhoef, volgens zijn briefhoofd registerac
countant te Wijk bij Duurstede, waarin hij op een aantal punten de jaarrekening van de gemeente Bre
da bekritiseert. Ik heb deze brief, toen die bij mij binnenkwam, direct doorgestuurd via de griffie naar
het college met het verzoek hierop een reactie te geven. Ik heb er alle begrip voor als dat, gezien het
erg korte tijdstip, de brief is gedateerd op 28 mei, niet is gelukt. Als het mogelijk is om ter vergadering
hierop in te gaan hoor ik dat graag van u, zoniet, dan hoop ik dat het college alsnog na het vaststellen
van deze jaarrekening kan ingaan op de kritiek zoals in deze brief verwoord. De jaarrekening is door
de accountant gecontroleerd en goed bevonden. Wij gaan er in alle vertrouwen van uit dat dat ook
correct is, maar de aantijgingen, zoals genoemd in deze brief, zijn dermate ernstig dat ik er graag een
reactie op hoor.
De heer SNIER
Bij interruptie. Zou ik daarover heel even iets mogen zeggen naar aanleiding van de bijeenkomst van
de Rekeningscommissie gisteren?