25 JUNI 2002
266
maatregelen genoemd die kunnen worden ingezet om veranderingen in de woningvoorraad te be
werkstelligen. Ik doel hierbij op het aantal woningen, de prijs van de woningen, met name ook de kwa
liteit van de woningen, en de wijze waarop die woningen ter beschikking kunnen komen van woning
zoekenden. Die kwaliteit, nogmaals, onderstreep ik tweemaal. In het overleg met de verschillende
partijen, maar ook bijvoorbeeld bij het overleg met de corporaties over de prestaties, wordt overwe
gend gesproken over maatregelen die effect hebben op de lange termijn, met name nieuwbouw. Ik
ben van plan op korte termijn de corporaties uit te nodigen om indringend van gedachten te wisselen
over het inzetten van maatregelen die ook op de kórte termijn effect sorteren, want daar hebben we
dus behoefte aan. Bijvoorbeeld langere verhuisketens, waardoor meerdere huishoudens een kans op
een woning krijgen, en doorstroom, want dat is een belangrijk gegeven. Er dient sprake te zijn van een
én-énaanpak. Ik ga er daarbij van uit dat er bij de corporaties, die ook op een indringende wijze uiting
geven aan hun zorg voor het stijgend aantal woningzoekenden, een gewillig oor, een grote mate van
creativiteit en de bereidheid is om de problematiek samen op te pakken. Ik wil u over de uitkomsten
van deze gesprekken na de zomervakantie informeren. Het tweede punt is het volgende. In geheel
Nederland loopt de bouwproductie terug en de oorzaken zijn divers. Ontwikkelaars wijzen op de trage
procesgang bij gemeenten, u herkent dat, en onderzoekers op het niet beschikbaar zijn van capaciteit
bij de aannemerij. Op dit moment kan ik een en ander voor Breda nog niet overzien en ik ga ervan uit
dat alle betrokkenen in Breda de voorliggende problematiek met alle energie en creativiteit proberen
aan te pakken en dat we daarvoor al onze beschikbare instrumenten zullen inzetten. We moeten ons
echter ook realiseren dat de gemeente slechts één van de partijen is en dat de gemeente zelfs soms
een ondergeschikte rol vervult. Ik wil me met die opmerking niet op voorhand indekken, dat begrijpt u,
tegen het niet halen van de gestelde doelen, maar het is toch wel handig om even van tevoren te
vertellen dat dit zo is. Ik wil bij u dus niet te hoge verwachtingen wekken. Volgens de gekozen werk
wijze in Maatwerk in Programmering krijgt u jaarlijks met de nota Programma Wonen inzicht in de
behaalde resultaten. De knelpunten en de mogelijke oplossingen voor die knelpunten geven mij de
gelegenheid mij te verantwoorden voor de inspanningen die ik daarvoor heb gedaan. Het laatste punt
dat ik voor u wat betreft volkshuisvesting wil memoreren, en dat is echt een belangrijk onderwerp, is
de relatie tussen de gemeente en de corporaties. Het zal u bekend zijn dat de gemeente geen toe
zichthoudende taak heeft op de corporaties. Hiervoor is de rijksoverheid verantwoordelijk. Dat bete
kent dat de gemeente en de corporaties op basis van vrijwilligheid, rekening houdend met de taakstel
lingen van de partijen, zullen moeten komen tot samenwerking. Dat is best een complex gegeven. Uit
de situatie zoals die ontstaan is bij de Bernard de Wildestraat en Geeren-Zuid blijkt al dat het niet altijd
eenvoudig is. Wij zijn ons op dit moment aan het beraden hoe we in algemene termen die samenwer
king kunnen verbeteren. We hebben op 5 juni jongstleden aan de rijksoverheid, staatssecretaris Rem-
kes, een brief geschreven met het verzoek in dezen mee te denken. Over specifieke situaties wordt u
op het moment dat er nieuwe ontwikkelingen zijn uiteraard direct geïnformeerd. Wat betreft de actua
liteit van nu kan ik u mededelen dat de raad van commissarissen van Wonen Breda heeft gereageerd
op de brieven die wij inzake de Bernard de Wildestraat en de samenwerking in het project Samenwer
ken aan Leefbaarheid aan hen verzonden. Ik moet u eerlijk zeggen dat wij behoorlijk teleurgesteld zijn
over de antwoorden die wij hebben ontvangen. Wonen Breda wijst ons voorstel voor de Bernard de
Wildestraat af en blijft bij haar standpunt over de uit te voeren studie in Geeren-Zuid, namelijk dat haar
woningen in Geeren-Zuid geen onderdeel van de studie uitmaken. Ondanks het feit dat mijn collega
Jacques Niederer en ik pas enkele dagen geleden zijn benoemd op dit vlak staat de problematiek ons
uiteraard nu reeds helder voor de geest. De verhouding tussen de gemeente Breda en Wonen Breda
heeft ons beiden, nieuw in het college van burgemeester en wethouders, behoorlijk verbaasd. Het
college van burgemeester en wethouders zal de raad van commissarissen van Wonen Breda daarom
ook op zeer korte termijn, en dan denk ik aan aanstaande donderdag, uitnodigen voor een indringend
gesprek. Onze inzet bij het gesprek is tweeledig, namelijk komen tot een oplossing voor de problemen
en onzekerheid van de bewoners van de Bernard de Wildestraat, dat is voor mij essentieel, en het
bespreken van een samenwerking tussen de gemeente Breda en Wonen Breda. Dat is dus geen vrij
blijvend gesprek. De bewoners mogen in geen geval slachtoffer worden van de discussies tussen de
gemeente enerzijds en Wonen Breda anderzijds. Na dit gesprek zullen wij u conform de gemaakte
afspraken zo spoedig mogelijk informeren. In verband met de samenwerking tussen de gemeente en
de corporaties wil ik nog opmerken dat er met de corporaties procesafspraken zijn gemaakt om tot,
per corporatie uit te werken, prestatieafspraken te komen, en eind 2002 moet het zover zijn. Gelijktij
dig met de voorstellen voor de verdeling van de gelden VHV-fonds voor 2002 krijgt u een overzicht
van de stand van zaken prestatieafspraken en corporaties. Naar verwachting zal dit in september zijn.
De oproep van de PvdA aan alle partijen om het belang van de woningzoekenden bij de onderlinge
samenwerking centraal te stellen ondersteun ik uiteraard van harte en ik zal de afzonderlijke corpora
ties hierop beoordelen. Ik heb een aantal losse punten als vragen, maar ik denk dat het het beste is