25 JUNI 2002
275
De heer DUBBELMAN
De eerste kanttekening betrof het sportcentrum. Daarop is door het college in de Kadernota volstrekt
klare wijn geschonken, dus deze kanttekening is al helemaal gehonoreerd. De tweede kanttekening
betrof kort samengevat: spreidingsbeleid betekent niet het sluiten van bibliotheken en voorzieningen.
En ook daarover hebben wij nadrukkelijk van het college gehoord dat ook die kanttekening is gehono
reerd, dus wat dat betreft waren wij al blij met het programakkoord, maar wij zijn nu eigenlijk zielsge
lukkig.
De VOORZITTER
Goed, de heer Taks ook, hebben wij begrepen, dus, mijnheer Taks
De heer TAKS
Het geluk
De VOORZITTER
gaat u door.
De heer TAKS
kent geen grenzen, voorzitter, inderdaad. En wij delen dat geluksgevoel. Ik heb in de eerste termijn
een principiële opmerking gemaakt over de voorbereiding van het prekadernotadebat voor volgend
jaar, met name over de informatieverstrekking. Daar heeft de wethouder op gezegd dat er in ieder
geval gerekend mag worden op kwalitatief en kwantitatief voldoende informatie. Mijn bedoeling was
dat de raad dezelfde informatie zal hebben als het college en dat alle fracties in de raad dezelfde in
formatie zullen moeten hebben, coalitie en oppositie. Of dat de intentie van de heer Oomen was, is
dus volstrekt duidelijk, maar zijn formulering was een beetje anders dan de tekst die ik heb gebruikt.
Dus voor alle duidelijkheid herhaal ik mijn vraag nog even. Ik heb ook enkele opmerkingen gemaakt,
althans schriftelijk, over het belang van de bovenregionale bedrijventerreinen. Daar is de wethouder
niet op ingegaan. Het ging over Moerdijkse Hoek en over het Havenschap Moerdijk. De opmerkingen
zijn hem kennelijk bekend, hij gaat er in de tweede termijn op terugkomen, neem ik aan. Daarom her
haal ik de opmerkingen nu niet. Wat betreft de ontwikkeling in de Westflank, een topprioriteit voor de
WD, heb ik met genoegen gehoord dat het college daarover volstrekte zekerheid heeft geboden. Dat
project gaat deze raadsperiode door. Ons vertrouwen daarin is buitengewoon groot. Belangrijk was
ook te horen van wethouder Niederer dat er mogelijk dit jaar nog een definitief ontwerp rond de Oos-
terhoutseweg te verwachten is. Dat is een belangrijk knelpunt bij de Vinexontwikkeling. Het zal, denk
ik, een goede zaak zijn als het inderdaad dit jaar gestand wordt gedaan. Over de Boschstraat is een
duidelijk antwoord gekomen van de wethouder van Economische Zaken. De middelen worden opge
nomen in het Meerjareninvesteringsprogramma, aan te bieden bij de Begroting. Hij heeft ook heel
vertrouwenwekkende dingen gezegd over de aanpak van het Brabantplein, zij het alleen voor de
openbare ruimte daar. Dat is duidelijk, daarover is geen misverstand mogelijk. Verder hebben wij nog
een opmerking gemaakt, die een beetje buiten het kader valt, over de aanpak van de Ginnekenweg
en de Wilhelminastraat in het verlengde van de Nieuwe Ginnekenstraat. Ook daar ligt, denk ik, nog
een aantal knelpunten, die wij toch nog eens onder de aandacht willen brengen van het college. Wat
betreft de evenementenhal heeft de wethouder van Economische Zaken gelijk, dat er een afspraak ligt
in het programakkoord, die wij ook loyaal hebben ondersteund. Het is alleen wel een lang tijdtraject,
en wij maken ons toch zorgen over de mogelijkheid om de evenementen in Breda, met name de eco
nomische evenementen, te behouden. Wij hebben nog een opmerking gemaakt over het project Ba-
velsche Leij. Naar wij ons herinneren is er een eerder door het college gedane toezegging om daar
mee de daling van het hoge grondwaterniveau in de wijk IJpelaar te bestrijden. Dat is toch een heel
belangrijke zaak en wij willen die nog eens onder de aandacht van het college brengen. Wat betreft
NAC heeft de wethouder van Financiën een mededeling gedaan die eigenlijk inhoudsloos is op dit
moment en op dit moment zeggen wij ook niets concreets over de zaak. Wij wachten gewoon de voor
stellen af en wij willen bepaald geen verwachtingen wekken. De WD zal uiterst kritisch staan tegen
over de boodschap die NAC vandaag bij het college heeft gedeponeerd en waarvan wij later kennis
zullen krijgen. Wij zijn zeer terughoudend.
De VOORZITTER
Dank u wel. De heer Haarhuis.
