25 JUNI 2002 276 De heer HAARHUIS Ik heb een opmerking over het kaderstellend debat van volgend jaar. Wij denken dat we met de griffie, de fractievoorzitters, de Rekeningscommissie en de mensen die daarover nog aan het nadenken zijn, voldoende gremia hebben om dat vorm te geven. Wij ondersteunen de kritiek op het instellen van een aparte werkgroep daarvoor. Dat vinden wij niet echt nodig. Wij hebben nog geen antwoord gekregen op een vraag die wij aan wethouder Oomen hadden gesteld. Het betreft de uitwerking van de 20 mil joen en het onderhoud in buurten en wijken. Wij hebben dat genoemd: investeren dicht bij mensen, en zo noemen we dat gelukkig samen ook, hoop ik. We moeten meer inzicht geven in de prioriteiten van de onderhoudscircuits, zodanig, en dat kan waarschijnlijk bij de uitwerking van de gebiedsplannen of iets dergelijks, dat de mensen ook kunnen nagaan wanneer op een bepaald moment prioriteiten wor den gesteld, hoe en waarom, in relatie ook tot wat ze om zich heen zien. Wij vinden het toch wel van belang dat u daarop nog antwoord geeft. Voorts hadden wij nog gevraagd, en wij zouden dat in ieder geval als fractie in deze raad graag willen, om wat sterker in te steken op innoverende experimenten in het kader van de integrale veiligheid. Op dat punt moeten wij wel wat proactief zijn. Dit is in ieder geval een vraag die meer gericht is aan de collega's. Wij vinden dat dat eigenlijk zou moeten gebeu ren en dat het college dat zou moeten doen waar dat mogelijk en zinvol is. De heer Arbouw heeft in onze optiek de rol die de gemeente heeft ten aanzien van de volkshuisvesting wat onderbelicht. Wij zien die rol van de gemeente toch wat krachtiger en de regiemogelijkheden zelfs aanzienlijk krachtiger dan hij daarstraks verwoordde. Daarover willen wij graag nog wat zeggen. Wij denken zeker dat de rol die wij als gemeente hebben toch sterker is. Ik denk daarbij natuurlijk niet alleen aan het Volkshuis vestingsfonds, dat is maar een betrekkelijk klein bedrag, maar bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om nieuwe locaties te ontwikkelen, daar de corporaties bij te betrekken, aan de regierol die de gemeente heel uitdrukkelijk heeft in het stedelijk vernieuwingsverhaal, aan de herstructureringsprojecten waar meerdere geldstromen samenkomen, en aan het stedelijke vernieuwingsverhaal waar sociale ver nieuwing en fysieke vernieuwing in gebieden aan de orde zijn. Wij hebben daarin geen beperkte rol, maar wellicht hebben wij het verkeerd begrepen van de heer Arbouw. Wij denken dat wij daar een stevige rol in hebben, zij het dan, en daarin heeft hij natuurlijk gelijk, dat de gemeente geen toezicht houder is en ook geen eigen woningen heeft. Maar ik vind dat je, zeker als het gaat om het stevig en solide wegzetten van de eigen positie in de richting van de corporaties en van de andere partners, niet kunt zeggen dat de gemeente maar een beperkte rol daarin heeft. Die zouden we graag wat willen versterken. Wat betreft de brief van de raad van commissarissen die u aan de orde stelde, delen wij uw teleurstelling. Wij hebben, denk ik, als raad daarin een beleidslijn gekozen en wij willen graag dat u die beleidslijn ook voortzet. Het voorkómen van onzekerheid bij de bewoners is natuurlijk van belang. We zien wel hoe u de komende week uit dat debat komt en hoe u ons nader kunt informeren. De heer DUBBELMAN Het CDA ondersteunt met name deze laatste opmerking van de PvdA. De heer HAARHUIS Dank u wel. Dan hadden we nog een vraag gesteld met betrekking tot het herijken van normen op het punt van geluidsoverlast. (Er rinkelt een GSM). Die was snel. Bedankt voor de reactie. Een beetje regie vanuit de raad is ook nodig. Geluidsoverlast is een thema dat je nu niet heel erg in de diepte kunt bespreken, maar onze centrale vraag was of er een herijking van de normen nodig is, gezien de problematiek van een veranderende geluidsbeleving, ook bij de bevolking. Wat betreft de dorps- en wijkraden zegt u dat er een brief onderweg is naar de dorps- en wijkraden. Ook op dat punt vinden wij dat de rol van de gemeenteraad in de waardering en de beoordeling van hoe we daarmee nu verder omgaan wat nadrukkelijker zou kunnen. Ik meen me te herinneren dat we de evaluatie van de KUB nog niet uitgebreid met elkaar hebben besproken. In ieder geval is er in onze fractie wel behoefte aan om ook op dat punt nog eens nader met u van gedachten te wisselen en kaders te stellen. En ui teraard met de collega's in de gemeenteraad, dat zelfs voorop. De VOORZITTER Dank u wel, dan is het woord aan de heer Stubenitsky. De heer STUBENITSKY Ik wil mijn spreektijd graag delen met de heer Boer. Aangezien wij in de eerste termijn zo kort waren geweest, zult u daartegen geen bezwaar hebben. Wij zullen nu ook proberen om het kort te houden. Wij hebben niet genoeg aan het antwoord van wethouder Adank over de drukbezochte binnenstad. Ik spreek dat met de officiële cijfers van 1999 tegen. Toen bestond De Barones twee jaar. Ik heb geen recentere cijfers en ik ga uit van die cijfers, van eigen observatie en van reacties van meerdere winke-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 276