25 JUNI 2002 293 Wethouder ADANK Dat is heel begrijpelijk, maar de De heer STUBENITSKY en niet van mijn eigen situatie. Ik hoor iedereen klagen en ik hoor de gemeente zowel in de Detail handelsnota als hier alleen maar zeggen dat die binnenstad drukbezocht wordt. Wethouder ADANK Neen hoor, wij hebben onlangs nog geïnformeerd bij de eigenaar van De Barones en die zag geen structureel probleem ten aanzien van de mutaties daar. De winkels worden weer ingevuld. Er verdwij nen er en er komen er weer terug, dus De heer LIPS Bij interruptie. Dit is toch een heel mooi onderwerp om in de commissie eens te behandelen? De VOORZITTER Er is toegezegd dat de cijfers in de commissie worden gepresenteerd. Akkoord? Dat was het, wethou der? Dank u wel. Dan ga ik naar de heer Arbouw. Wethouder ARBOUW Laat ik starten met de opmerking dat het college blij is met de steun die men aangaf voor de lijn die wij willen inzetten ten aanzien van de Bernard de Wildestraat. De opmerking van de heer Haarhuis over een meer proactieve houding van de raad bij integrale veiligheid ondersteun ik uiteraard van harte. Wat betreft de vragen van de heer Haarhuis en de heer Kwisthout over een stevige rol voor de ge meente in volkshuisvesting het volgende. Ik heb een beetje gesproken vanuit mijn portefeuille, dus in feite vanuit volkshuisvesting sec. En dan ben je natuurlijk niet zo heel erg sterk. Het hangt er een beetje van af hoe je dat zelf oppakt, dat is heel duidelijk, maar als je dat afweegt, dan heb je daarin toch een enigszins andere rol. Dat heb ik ook aangegeven. De controlerende rol berust bij het Rijk. Wat de gemeente kan doen is proberen haar invloed aan te wenden. Een aantal van die instrumenten heeft u genoemd. Die instrumenten zullen wij uiteraard gebruiken. Dat houdt ook in dat de coördinatie tussen de verschillende portefeuillehouders, op al die aspecten die u heeft genoemd, van wezenlijk belang is. Dat wil ook zeggen dat de zaak hier dus collegiaal moet worden opgepakt. Ten aanzien van geluidsoverlast kan ik u aangeven dat in 2003 waarschijnlijk de Wet Geluidhinder zal vervallen en daarvoor in de plaats komt dan de Modernisering Instrumentarium Geluidhinder, het MIG genaamd. Dat wil zeggen dat de gemeente gebiedsgericht geluidbeleid moet gaan ontwikkelen. Dus het wordt gedecentraliseerd. Dat houdt in dat we dan ook de beleidskaders zullen moeten maken hoe wij als gemeente dat soort zaken moeten invullen, dus u wordt op uw wenken bediend. De opmerking van de heer Schoenmakers over de wal in Bavel is juist. Dat komt ook een beetje door de schaarste aan zand. Op dit moment krijgt de HSL voorrang als het gaat om de aanvoer van zand. Dat wil niet zeggen dat we een probleem hebben in de planning. Zoals het er nu uit ziet gaan we dat zeker redden, maar dat is wel iets wat we moeten bewaken. Ik zeg u ook toe dat we dat zullen doen. Wat betreft de vraag van GroenLinks over de prestatieafspraken heb ik al aangegeven dat daarin een bepaalde stapsge wijze benadering zit. We zijn het in feite nog een beetje aan het opzetten. Ten eerste is het zo dat ik me uiteraard grondig in de materie moet verdiepen, en ten tweede hebben we dat overleg met de corporaties gepland na de zomervakantie, waarbij we eens goed moeten gaan kijken of deze vorm nog wel kan werken. Je moet eerst je gegevens hebben en kijken of het ook inderdaad tot resultaten leidt. We hebben bijvoorbeeld de nota Perspectief en uiteindelijk moet de nota Kwaliteit uitkomen, waarbij meetbaar wordt of het ook werkt. Volgens mij zullen die nota's ergens in oktober beschikbaar zijn, vandaar dat we dit jaar wat laat zijn. Maar dat wil wél zeggen en dat zeg ik ook toe, dat het voor 2003 de intentie is om het in het voorjaar al te doen, want dan hebben we de zaak op de rit en er erva ring mee opgebouwd. Dan weet ook iedereen hoe dat ongeveer in zijn werk gaat. Ten aanzien van Waterakkers heb ik in de eerste termijn al gezegd dat ik ervan uitga dat dat project zeker doorgaat. Ten aanzien van de studentenhuisvesting, motie 5, kan ik aangeven dat het college op zich geen be hoefte daaraan heeft. Dat komt omdat op het ogenblik het extern bureau Dimensis een verkennend onderzoek uitvoert naar de huisvestingssituatie van studenten, dit eveneens ter voorbereiding van de notitie Feiten en Ontwikkelingen Wonen 2002. Zoals het er nu naar uit ziet is na de zomervakantie die verkennende studie gereed. Dat wil ook zeggen dat we in de commissie over die resultaten kunnen gaan praten en wederom kaders kunnen gaan stellen. Daarmee voldoen we dus helemaal aan datge ne wat u net op papier heeft gezet. Ik denk dat ik hiermee alle punten aan de orde heb gesteld. Dank u zeer, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 293