4 JULI 2002
330
MOTIE (4)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 4 juli 2002 ter behandeling van het beleidsver
slag Abw c.s. 2001;
overwegende dat:
- in Breda in de afgelopen periode een doeltreffend armoedebeleid is opgebouwd, toegespitst op de
plaatselijke situatie;
- recent de mogelijkheid tot het nemen van maatregelen ten behoeve van het voeren van een
plaatselijk armoedebeleid in de kabinetsformatie aan de orde is geweest;
- de hiertoe voorgestelde maatregelen beperkingen opleggen aan de huidige gemeentelijke moge
lijkheden om in te spelen op de plaatselijke situatie en maatwerk te leveren;
besluit:
de mening uit te spreken dat de huidige beleidsvrijheid voor de gemeenten om plaatselijke voorzienin
gen op maat aan te bieden ten behoeve van het armoedebeleid behouden moet blijven;
verzoekt het college:
de fractievoorzitters van de (beoogde) coalitiepartijen en de vaste Kamercommissie voor Sociale Za
ken en Werkgelegenheid hiervan in kennis te stellen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer SCHOENMAKERS
Ik was even stil van het betoog van mevrouw Hak van de Partij van de Arbeid, waarvoor ik bijzonder
veel waardering heb en waarin ik me ook helemaal kan vinden. Het armoedebeleid heeft steeds een
belangrijke plaats ingenomen in onze gemeente. Gezien de berichten die ons van het formatiefront
bereiken zal de armoede in de komende periode niet minder worden. Wij vinden dat we, en dat vind ik
ook een heel belangrijk onderwerp, met name aan de sociale activering van langdurig werklozen die
weinig of geen uitzicht hebben op een baan blijvende aandacht moeten besteden. Ten aanzien van de
motie die is ingediend zien we dat die praktisch raadsbreed is ondertekend en die zullen wij vanzelf
sprekend steunen. In het algemeen kunnen we constateren dat het beleid rond de Algemene bij
standswet goed is geweest. Onze waardering gaat uit naar allen die zich daarvoor hebben ingezet,
van hoog tot laag. De toekomst ziet er, naar de mening van Breda '97, minder rooskleurig uit. Het
economisch getij zit tegen, dus we mogen verwachten dat het aantal cliënten weer wat zal toenemen.
De WAO-wet die ons boven het hoofd hangt en ook andere zaken met sociale aspecten zouden erop
kunnen wijzen dat we een toename krijgen van het aantal cliënten die een druk kunnen leggen op het
budget dat we daarvoor ter beschikking hebben. Maar gelukkig kunnen we zowel uit het Programak
koord als uit de Kadernota opmaken dat de gemeente een uiterste krachtsinspanning levert om het
voorzieningenniveau op peil te houden en dat zal mogelijk na 2003 ook een hele grote opgave blijven.
De heer SCHELTENS
Een korte stemverklaring waarom wij deze motie mede hebben ondertekend. Het betreft hier in feite
het rijksbeleid en daarop richten wij dus ook onze pijlen. Wij zouden niet moeten streven naar lokale
verschillen, want dat leidt alleen maar tot rechtsongelijkheid en daar kunnen we natuurlijk nooit achter
staan. Ondanks het feit dat wij in Breda boven de streep zitten, willen wij de motie toch steunen en dat
heet, geloof ik, politiek opportunisme, maar dat mag zo af en toe.
De heer KWISTHOUT
Ik heb twee opmerkingen. Ik heb die al eerder in de commissie gemaakt en ook al eerder bij de vast
stelling van beleidsverslagen en beleidsplannen. Er staan altijd drie pijlers genoemd, ook in dit voor-