4 JULI 2002 332 TWEEDE TERMIJN De heer DUBBELMAN Naar aanleiding van de motie heb ik even met de fractie intern overlegd. Een belangrijk punt voor ons is dat wij de motie, die voor ons ligt, in het verlengde zien van de Kadernota. Daar komt wel een as pect bij. Uit de mondelinge toelichting heb ik begrepen dat deze motie is bedoeld om een eventueel komend kabinetsbeleid nu al te kapittelen, terwijl het kabinet nog niet op het bordes staat. Er wordt nog gesproken over hoofdlijnen en uitgangspunten. Het is de vraag of het kabinet er komt. Als ik deze motie neutraal mag lezen, dus zonder een impliciet waardeoordeel uit te spreken over een kabinet waarin naar verwachting CDA, VVD en LPF gaan zitten en over een kabinetsbeleid, dan kunnen wij die steunen. Als de motie nadrukkelijk is bedoeld om als het ware al een negatief oordeel te geven over een kabinetsbeleid dat wij nog niet kennen, dan is het natuurlijk wel logisch dat wij ons als CDA solidair willen tonen met onze partijgenoten in de Tweede Kamer en dergelijke niveaus. Een vraag aan de indiener van de motie is: mogen wij deze motie lezen zoals die letterlijk nu wordt ingediend of wilt u met deze motie impliciet een negatief waardeoordeel uitspreken over een komend kabinet met CDA, WD en LPF? Mevrouw HAK Bij interruptie. Een motie staat op papier zoals die op papier staat en u kunt die lezen zoals die hier is geschreven. De toelichting die ik daarop heb gegeven is het standpunt van de Partij van de Arbeid. De heer DUBBELMAN Ik wil dan heel kort zeggen dat het CDA deze motie steunt omdat wij die in het verlengde achten van het Programakkoord van het huidige college. De VOORZITTER Dat is een stemverklaring. Mag ik vragen of iemand anders nog het woord wenst? Zo niet, dan lijkt mij dat we tot besluitvorming kunnen overgaan. Ik breng de motie in stemming. Wie is voor deze motie? De motie 4, ingediend door mevrouw Hak, namens de fracties van de Partij van de Arbeid, Leefbaar- Breda/PvhZ, Breda '97, GroenLinks, de SP en D66, wordt overgenomen met de aantekening dat de fractie van de VVD geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. Besluitvorming met betrekking tot het beleidsverslag Abw c.s. 2001. Akkoord, met inachtneming van de uitspraak verwoord in motie 4. 8. VERORDENING PARTICIPATIERAAD BREDA. De Participatieraad is het overleg- en inspraakorgaan voor de gemeente ten aanzien van het te voe ren beleid voor mensen met een minimumuitkering. De raad werd in 1996 opgericht. Met instemming van de Participatieraad wordt voorgesteld de verordening te actualiseren. De heer KWISTHOUT Een stemverklaring. Wij zijn van mening dat de leden van de Participatieraad gekozen dienen te wor den en niet moeten worden aangesteld. In de gewijzigde verordening blijft het het aanwijzen door een aantal organisaties. Vandaar dat wij zullen tegenstemmen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wenst te worden te hebben tegenge stemd. 9. VERORDENING PREMIEBELEID EN ONKOSTENVERGOEDINGEN GEMEENTE BREDA 2002. Bij verordening is geregeld welke personen recht kunnen doen gelden op het gemeentelijk premiebe leid bij uitstroom naar arbeid. Omdat de Wet inkomstenbelasting 2001 is gewijzigd, behoeft ook de gemeentelijke verordening aanpassing. Akkoord. 10. BELEIDSPLAN ONDERWIJSKANSEN 2002-2006 "MEER KANSEN VOOR KINDEREN".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 332