29 AUGUSTUS 2002 351 De heer BOER Wat wij in eerste instantie vragen is: kunt u ook aangeven wat 50 dBA precies betekent? Is dat te vergelij ken met het geluid van een denderende trein op tien meter afstand, een straaljager of het doorbreken van de geluidsbarrière? Er is een staatje waarin dat wordt aangegeven en daarnaar heb ik expliciet gevraagd. Wethouder ADANK We zullen ervoor zorgen dat via de Milieudienst, die deze gegevens natuurlijk heeft, in de notitie ten aan zien van de marges die daarvoor gelden, van 0, 10 et cetera dBA tot 130 dBA, referenties worden aange geven, zodat u zich een beeld kunt vormen, bijvoorbeeld een vertrekkende motor, een F-16 of fluisterge- luid in een huiskamer. De heer BOER Oké, dank u. De heer LEUNISSE Voorzitter, ik heb ook nog een nadere vraag. Zoals wij het hebben beleefd en beluisterd mogen wij con stateren dat in de wetgeving de zaken zodanig zijn geregeld dat aan personen en verenigingen normen kunnen worden opgelegd wat betreft de geluidshinder. Daarbij wordt gesproken over een gemiddelde overschrijding van de geluidshinder. Praat u dan over PPM, part per minuut, of PPU, part per uur, of gaat het om een gemiddelde over 24 uur? Want als dat laatste het geval blijkt te zijn heeft u helemaal niets om op te staan om de mensen eventueel tot de orde te roepen. Kunt u dat uitleggen? Wethouder ADANK De technische en natuurkundige specificaties waar de heer Leunisse om vraagt vormen een onderdeel op hoofdlijnen van de discussienotitie. Wij hebben aan de burgers die geklaagd hebben, toegezegd dat we duidelijk zullen maken waar dit bestuur in casu de gemeenteraad zijn normen legt. Ik denk dat de onder liggende technische specificaties wellicht voor de liefhebber onderdeel zullen kunnen uitmaken van de discussie. De VOORZITTER Ik stel voor, gelet op de toezegging die is gedaan, het voorlopig bij deze vraagstelling te laten. De heer BOER Wij zijn akkoord, mijnheer de voorzitter. Vraag (2) van de fractie van Leefbaar-Breda/De Parel van het Zuiden inzake het parkeren en de verkeerssituatie in de Damiaanstraat. De heer BOER Ik wil hierover redelijk kort zijn. Wij hebben de vragen ingestuurd. Er zijn ongeveer 60 handtekeningen gezet bij een tekst van vooral ouderen uit de Damiaanstraat, die over een aantal zaken klagen, waarover gevraagd wordt of het college daarmee bekend is. In totaal gaat het om negen vragen, die wij ruimschoots op tijd aan het college hebben doorgegeven. Als daarop stuk voor stuk antwoord zou kunnen worden ge geven, hoeven wij die vragen verder niet meer toe te lichten, want dat blijkt dan wel uit de antwoorden. Wethouder OOMEN In de richting van de heer Boer kan ik het volgende zeggen. Het is op dit moment nog niet mogelijk om per vraag te antwoorden. Als dat zou gebeuren, dan zou dat alleen met een ja of neen zijn, want de vragen zijn gesteld in de trant van: wist u dat? wist u dat niet? Ik zou dat een flauwe beantwoording vinden. Ik kan u wel zeggen hoe we dit de laatste dagen, want boven het stuk dat ik hier heb staat de datum 23 augus tus, hebben opgepakt. Met name de zaken die onder de dienst Stadsbeheer vallen, zoals de kapot gere den trottoirs, gaan we als volgt aanpakken. Het is duidelijk dat die gerepareerd moeten worden. Ik zal wel proberen om eens te kijken of er wat betreft de schade die destijds door de bouwer is aangebracht nog een verhaalsrecht is, maar dat staat los van datgene waar de bewoners mee zitten. Daarnaar zal worden gekeken. Tegelijkertijd, en dan spreek ik ook namens mijn collega, wethouder Niederer, zullen we kijken of we iets kunnen doen aan de parkeeroverlast. Tevens kunnen we kijken naar verkeersmaatregelen. Maar het belangrijkste is dat in ieder geval wordt gekeken naar de gehavende infrastructuur. Voorzitter, dit is eigenlijk in het kort wat ik namens het college in de richting van de heer Boer kan melden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 351