26 SEPTEMBER 2002 389 gaan vestigen. In eerste aanleg is hierover ambtelijk overleg gevoerd met de Provincie. De Provincie was en is in principe akkoord. In verband met de onduidelijkheid over de milieusituatie, de nieuwe vestiging ligt immers 50 meter van het bos, heeft er ook op bestuurlijk niveau - gedeputeerde, wethouder - nog een gesprek plaatsgehad. Daarna is er een verzoek om toepassing van artikel 19, lid 1 Wet Ruimtelijke Orde ning ingediend, en ook een aanvraag om een milieuvergunning voor het oprichten van dat paardenpensi- on. Die milieuvergunning is inmiddels verleend op 29 juli van dit jaar en is onherroepelijk geworden, omdat er geen beroep is aangetekend bij de Raad van State, dus de aanvankelijke bezwaarmakers waren het eens met het verstrekken van die milieuvergunning. Wat betreft het verzoek om toepassing van artikel 19, en dat is wat maandag speelde in de commissie ten provinciehuize, kan worden gemeld dat de aanvraag voor de Verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten ligt en dat advies hierover wordt ingewon nen bij de Statencommissie. Dat gebeurde maandagavond, met de bedoeling dat alles akkoord was en dat dat doorkon, maar er was een misverstand ten provinciehuize. Dat is uitgesproken met gedeputeerde Janse de Jonge. Hem ben ik buitengewoon erkentelijk voor de snelheid waarmee hij de zaken in eigen huis heeft gerepareerd. De zaak komt nu andermaal terug in de Statencommissie van 11 november aan staande. Ik verwacht dat er dan geen enkel probleem zal zijn en dat alle vergunningen worden verleend die verleend moéten worden. Dank u wel. De VOORZITTER Kijk, mijnheer Boer, het is uiterst belangrijk datje onmiddellijk reageert, wanneer je in de krant ervan wordt beticht datje de boel belazerd hebt, want daar leek het op en ik voelde mij toen persoonlijk aangesproken. Ik heb hierover ogenblikkelijk met de wethouder en het college overlegd, en wij vonden: daar reageren wij op, dit kan zo niet. En toen bleek ook dat wij absoluut correct hadden gehandeld. Daar ging het om in dit geval. De heer BOER Mijn vraag is: wat is er dan fout gegaan bij de Provincie? Ik bedoel, dat zijn dus ook De VOORZITTER Kunt u dat niet door een bevriende fractie in de Provincie laten vragen? De heer BOER Ik kan me voorstellen dat in dat gesprek ook is aangegeven waar het fout is gegaan. Het is een gegeven moment een gedeputeerde teksten gebruikt als: een bijzonder hartig gesprek gemeente, en: ik voel me in de kou gezet door de gemeente Breda. Er moet nogal een weest, waardoor hij zo op het verkeerde been is gezet. De heer HAARHUIS Voorzitter, ik zou de leden toch echt willen verzoeken of zij zich willen houden bij de zaken waar we in Breda over gaan. Dit gaat echt te ver. De VOORZITTER Ja, dat bedoelde de wethouder ook toen hij antwoordde. De heer BOER Dat zou ik dan graag van de wethouder horen. Ik krijg antwoorden van collega's, maar dit is een vraag aan de wethouder. De VOORZITTER Goed, dus dit was uw nadere vraag. Wethouder NIEDERER Ik ben het volstrekt eens met de heer Haarhuis. Het is een zaak van de Provincie, en niet van de ge meente. De gemeente heeft haar best gedaan zoals dat behoort. Het ligt bij de Provincie en ik ben niet van plan om hier te citeren uit de gesprekken met mijn goede collega Eric Janse de Jonge. Deze zaak ligt bij de Provincie, die is nu de probleemeigenaar, en zij zal dit oplossen zoals dat hoort. V. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE BESLOTEN VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE BREDA OP 4 JULI 2002 EN VAN DE OPENBARE VERGADERING OP 29 AUGUSTUS 2002. niet mis als op voeren met de reden zijn ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 389