28 FEBRUARI 2002 38 19. DETAILHANDELSNOTA. De heer LIPS Vanavond adviseren wij eindelijk over de Detailhandelsnota. Het onderwerp heeft een aantal keren ter bespreking op de agenda gestaan en in diverse gradaties heeft overleg met betrokkenen plaats gevonden. Het is niet de bedoeling vanavond de commissievergadering over te doen, maar enkele details wil het CDA graag nog onder uw aandacht brengen. Dinsdagavond tijdens de verkiezingsbij eenkomst met ondernemers hebben zij in nauwe samenwerking met MGB en Kamer van Koophandel bevestigd dat het overleg over de Detailhandelsnota zeer constructief is verlopen. Ten aanzien van het Brabantplein is door de aanwezige partijen afgesproken in dezelfde configuratie als bij de Bosch straat vóór eind maart met elkaar in gesprek te gaan. We hopen dat op constructieve wijze de nieuwe commissie ECG iets kan betekenen voor de aldaar hopeloze situatie Het punt betreffende de positie van de kleine winkelcentra heb ik mee teruggenomen naar de fractie. Het is een grote zorg en het CDA hoopt dat u toch aandacht blijft geven aan deze groep ondernemers. Tot slot, voorzitter, is de CDA-fractie ook van mening dat de rol van de overheid niet sturend maar voorwaardenscheppend zal moeten zijn. De heer SCHRODER Voorzitter, ik heb nog een vraag aan de CDA-fractie. De heer Lips was in de commissie een warm pleitbezorger van een gewijzigd koffieshopbeleid, waarbij mijn indruk was dat hij een voorkeur had voor een deconcentratie van de koffieshops, met name onder verwijzing naar de concentratie op dit moment aan de kop van de Boschstraat. Zou hij het standpunt van zijn fractie over deze materie, die wel degelijk ook op dit agendapunt van invloed is, nog eens willen uiteenzetten? Want als hij die de concentratie bepleit, vindt hij onze steun. De VOORZITTER Ik stel voor dat de heer Lips daarmee even wacht tot in tweede instantie. Ja? Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Voorzitter, ik zou daarop nu even willen ingaan. De VOORZITTER Mevrouw Boidin? Niet de heer Lips? Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Neen. Ik hoorde zojuist hier naast mij zeggen: één familie. Voorzitter, tijdens de commissiebehande ling heeft de heer Lips aangegeven, ook naar aanleiding van zaken die vanuit de Detailhandelsnota speelden binnen de middenstand waar men problemen heeft met wat drugsoverlast, dat het mis schien goed zou zijn om eens een onderzoek in te stellen om te kijken of wij de koffieshops op een andere wijze of plaats wat meer zouden kunnen concentreren. Er is toen niet bij gezegd, en dat wil ik hier uitdrukkelijk zeggen, ook namens mijn hele fractie, dat wij met elkaar hier in de gemeente hebben afgesproken hoe het koffieshopbeleid er op dit moment uitziet en hoe wij dat verder ook gaan uitvoe ren. Wij zijn indertijd begonnen met een aantal koffieshops van 24, 25 of 26. Er zijn diverse onder zoeken geweest. Wij hebben daarover regelmatig met elkaar kunnen praten en evalueren. Op een gegeven moment zijn wij van 18 naar 13 koffieshops gegaan en het is zo dat de keuze om de koffie shops binnen de singels te concentreren tot op heden, voor ons althans, een goede is. We weten de reden. Die wil ik hier in het kort nog even noemen. Als wij ze concentreren binnen de singels, kunnen wij deze zaak ook uitermate goed bekijken en, daar waar zaken gebeuren die niet door de beugel kunnen, deze ook veel sneller aanpakken. De koffieshophouders, die wij ook zien als ondernemers, kunnen we daarop ook aanspreken. Met hen is een goed convenant afgesproken door de gemeente en ik denk dat we dat voorlopig, zolang wij niet echt andere signalen hebben, ook moeten voortzetten. De VOORZITTER Op zich is het koffieshopbeleid een vastgesteld beleid en op dit ogenblik is het wat mij betreft zeker niet aan de orde, dus ik zal daarop niet reageren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 38