26 SEPTEMBER 2002
412
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 26 september 2002 ter behandeling van het voor
stel van burgemeester en wethouders inzake de actualisering projectdefinitie ontwerpfase Westflank
(raadsvoorstel 7);
overwegende:
dat recente ontwikkelingen in zowel de landelijke als de plaatselijke economie tot een verantwoord uitga
venpatroon noodzaken en het zich laat aanzien dat er op het plan flink bezuinigd zal moeten gaan wor
den, waardoor het zeer waarschijnlijk een mager ontwerp wordt, dat niets met het begrip "haven" te ma
ken heeft, en wat dan nog nauwelijks enige toegevoegde waarde aan de binnenstad geeft;
gaat akkoord met het hier te voteren planontwikkelings- en voorbereidingskrediet van 922.000 euro;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
hier ook een schetsplan en een prijsberekening van de droge variant in mee te nemen en vervolgens dit
plan middels een referendum voor te leggen aan de burgers van Breda;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer VAN YPEREN
Breda '97 heeft ingestemd met de plannen rond de Westflank, dus het is volgens ons een logisch vervolg
dat we ook instemmen met dit bezuinigingsvoorstel, want daar komt het uiteindelijk op neer. Subsidies
rond het Plan water terug in de stad zijn onzeker en het is dan ook terecht dat we taakstellend bezig zijn,
onder de voorwaarden dat de doelstelling van de oorspronkelijke plannen wordt gehaald en er geen ge
weld wordt gedaan aan de hoofdgedachte waarmee we eerder hebben ingestemd. Zoals we nu de wijzi
gingen op het oorspronkelijke plan kunnen bekijken, is dat niet het geval. Ook met de dekking van de
planontwikkeling en het voorbereidingskrediet ten behoeve van de verdere uitwerking van de Westflank
kunnen we akkoord gaan. Breda '97 gaat akkoord met dit voorstel. Dank u wel.
De heer DE ROOS
In september 2000 heeft de raad onder meer besloten tot het terugbrengen van het water aan de West
flank en nu is aan de orde een planontwikkelings- en voorbereidingskrediet van 922.000 euro. In de twee
tussenliggende jaren is er een aantal dingen veranderd. Ten eerste zijn de kosten van het plan fors ge
stegen. Destijds, dus in 2000, ging men uit van 50,5 miljoen gulden aan kosten voor het terugbrengen van
het water. In 2001 kwam het plan de Stromende Rivier, model 5, 92 miljoen gulden. In 2002 is er een pro
gramakkoord gesloten, waarbij als uitgangspunt werd genomen 65 miljoen gulden, dus 29,5 miljoen euro.
Dat was taakstellend, want het dreigde duurder te worden. En verder moest er ook geld komen van ande
re projecten, en dan denk ik natuurlijk met name aan de watervoorziening in Teteringen. Dat geld moest
daar worden weggehaald om de financiering rond te krijgen. Wat verder is veranderd, is dat het laatste
plan mede ten gevolge van de bezuinigingstaakstelling een uitgekleed model heeft opgeleverd. Op de
Markendaalseweg zien we een soort hooggelegen watergoot, zodat de leidingen en riolen gewoon kun
nen blijven liggen. Het idee van stromend water - het idee van de Stromende Rivier - is behoorlijk aange
tast. Het derde punt is het uitgangspunt dat een substantieel deel van het hele plan gefinancierd zou wor
den door derden. Vele fracties hebben dat in het jaar 2000 heel duidelijk als een randvoorwaarde naar
voren gebracht. Het uitgangspunt was, ik heb dat nog even teruggelezen in het raadsvoorstel van sep
tember 2000, dat de gemiddelde externe bijdrage voor de Oost-Westflank 40 procent zou zijn, wat onder
andere zou zijn samengesteld uit subsidies van Rijk en Provincie en uit opbrengsten van grond- en bouw-
exploitaties. Uit de laatste managementrapportage is al gebleken dat er nog geen schijntje van die 40
procent te verwachten is. Ik ben heel benieuwd wat de wethouder in reactie hierop nog aan laatste nieuws
te melden heeft. Als dat er niet is dan is het buitengewoon jammer. Eén vraag is in ieder geval: waarom is
daaraan bestuurlijk zo weinig gedaan? In het stuk van het algemeen managementteam van februari 2002
over de financiële situatie in Breda lees ik op pagina 6: "De subsidieverwachtingen staan onder grote
druk. Enkele subsidietrajecten voor grote projecten zijn niet succesvol verlopen. Intensivering van be-