26 SEPTEMBER 2002 423 in de financiering van de GGD. Wij hebben in de commissie erop aangedrongen dat te voorkomen en aandacht gevraagd voor deze materie. Dat heeft de wethouder ook toegezegd. Dus in die zin is dit wat ons betreft een soort stemverklaring. Maar nogmaals, dit was allemaal al besproken in de commissie. De heer ERNST Even heel kort. Ik vind het op zich heel jammer dat het mode schijnt te zijn om alles wat in de commissie is behandeld hier weer dunnetjes over te doen. Ook de heer Boer, die dat even tegen andere collega's zegt, maar het vervolgens zelf ook nog eens dunnetjes overdoet. Mocht u echter denken dat wij er niets van vinden: dat vinden wij wél. Ik zal het samenvatten. Het is een moeilijke materie, want het is een ge meenschappelijke regeling. Wij vinden het wel jammer dat er eigenlijk te laat is gereageerd door de direc tie naar de gemeente toe. Het onderwerp komt in ieder geval terug bij de begrotingsbehandeling. Wethouder HEERKENS Twee fracties hebben uitgebreider gereageerd. De heer Figlarek ging in zijn stemverklaring ervan uit dat er voldoende draagvlak is om tot oplossingen te komen. Daaraan wordt zeer hard gewerkt. Volgens mij hebben de achttien gemeentes een zeer goede procedure afgesproken. Ik heb dat in de commissie ook al toegelicht. Dat is tegelijkertijd ook de brug naar GroenLinks. We hebben een extern onderzoek lopen. Vóór de zomervakantie hebben wij daartoe binnen de Gemeenschappelijke Regeling besloten. Boer Croon werkt daar keihard aan. Op voorstel van Breda is er tegelijkertijd een interim financieel manager weggezet, omdat ik als voorzitter van de bestuurscommissie constateerde dat, hoewel er binnen de GGD weliswaar keihard werd gewerkt, de juiste cijfers en de goede stukken niet voldoende op tafel kwamen, waardoor ik de andere leden van de bestuurscommissie onvoldoende inzicht kon bieden. Wij hebben dus gekozen voor de gecombineerde constructie van én een interim financieel manager én een extern onder zoek. Dat extern onderzoek moet eind oktober besproken worden in de bestuurscommissie en zal in de loop van oktober loskomen. Een stuurgroep van een aantal wethouders begeleidt dat extern onderzoek en Breda is ambtelijk daarbij flink betrokken. Dat onderzoek heeft voor een deel betrekking op het verleden. Zo wordt er gekeken naar: hoe is de GGD weggezet bij de fusie die in 2000 heeft plaatsgevonden? Is dat goed genoeg gebeurd? Hebben we voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten? De tweede invals hoek is: wat is er nou organisatorisch binnen die GGD aan de hand als niet de juiste cijfers op het juiste moment naar voren komen, en wat moet daar ook binnen die organisatie heel nadrukkelijk versterkt wor den? Daarnaast is het noodzakelijk om de GGD goed uit te rusten en nu in ieder geval te kijken naar de eenmalige gelden om de rust te bewaren en de liquiditeitspositie van de GGD in de gaten te houden. Maar een tweede verslag zal u ook bereiken, en dat gaat over het structureel goed wegzetten van diezelf de GGD. Een vierde pijler van het totale onderzoek is de bestuurlijke structuur. In de commissie heb ik al uitgelegd dat die Gemeenschappelijke Regeling ook een aantal eisen stelt en dat we met elkaar een vrij ingewikkelde structuur hebben gecreëerd. Er is namelijk een dagelijks bestuur, een algemeen bestuur en een bestuurscommissie, elk met aparte taken, waarin vaak dezelfde wethouders zitten, die net weer een andere pet op hebben. Wat daaruit komt gaat naar de gemeenteraden toe, die moeten dat beoordelen en vervolgens gaat het weer terug in de hele structuur van de Gemeenschappelijke Regeling. Daarom heb ben wij ook aan Boer Croon gevraagd eens te bekijken of een aantal zaken niet anders zou kunnen worden aangepakt, zodat de 18 gemeentes de GGD beter zouden kunnen aansturen. Wij hebben gecon stateerd dat dit nogal wat onderzoeksvragen zijn. Op vragen van de heer Joosse in de commissie heb ik al gezegd, als je al deze zaken echt goed op papier wilt hebben, dat je dit gewoon echt nooit voor eind oktober in de regio besproken krijgt. Als je voldoende draagvlak wilt hebben, dan zul je het daar eerst moeten bespreken, het extern onderzoek is immers vanuit de regio weggezet, en daarna komt het ook naar de gemeenteraden toe. Ik begrijp best dat het in die zin ongelukkig is dat de begrotingsbehandelin gen in een aantal gemeentes al lopen. Dat snappen wij ook. Dus wij hopen wel een indicatie te kunnen geven. Die 4 euro per inwoner is in ieder geval nodig om te saneren tot en met 2001 en de liquiditeit te garanderen. We kunnen niet eens zeggen of we voor 2002 daarmee uitkomen, want als we dat konden zeggen dan hadden we op dit moment bij de GGD niet zo'n probleem, want dan hadden we de juiste cij fers en ook de Marapcijfers over de eerste helft van 2002 en dan konden we het beter voorspellen. Dat is een van de problemen. Een tweede aandachtspunt is dat wij, en daarvoor zal ik echt mijn best doen, bij de Begroting 2003 in ieder geval betere cijfers zullen hebben. Dat past ook in dat plaatje van eens maar nooit weer. Een voorlopig meerjarenperspectief dat er stevig uitziet durf ik gewoon echt niet te beloven. U merkt aan mijn toelichting dat het zware problemen zijn. Ik vind dat het ook de taak van de bestuurders is dat het ondertussen met de volksgezondheid in de regio doorgaat en dat de medewerkers gemotiveerd blijven, maar dat is een zeer moeilijke opgave. Er wordt nu echt, en dat moet u geloven, met man en macht gewerkt. Met een aantal portefeuillehouders zijn interviews gehouden, ook met mij, en meer kun nen wij niet doen. Dus een aantal vragen van u kan ik beantwoorden. Ik vind het erg belangrijk dat u er een goed beeld van krijgt. Maar ik kan u nu al zeggen dat ik het niet red voor de behandeling van de Be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 423