430
31 OKTOBER 2002
De heer LEUNISSE
Wat betreft de tekst kunnen wij wel met de notulen leven, maar ik wil er graag inhoudelijk op ingaan,
als u mij toestaat, voorzitter. Op pagina 385 staat dat wethouder Arbouw, als u mij toestaat
De VOORZITTER
Ik sta u toe.
De heer LEUNISSE
Dank u. Wethouder Arbouw doet mij een toezegging dat hij het zal uitzoeken en dat ik schriftelijk ant
woord krijg. Wij zijn nu ruim vier weken verder en ik heb helaas het antwoord nog niet mogen beko
men. Dat is vraag een. Vraag twee heeft betrekking op pagina 426. U zult zich dat nog wel herinneren,
voorzitter, want u heeft daarop geantwoord dat dat een toezegging was van de wethouder. U stelde,
en ik lees hier het kopje voor: "De voorzitter", dat bent u, "Dit is een toezegging, dat hoort u. Dank u
wel voor uw bijdragen". Het ging hierbij over het bankje bij het Mastbos. Wethouder Oomen zou na
gaan wie de eigenaar was en als zou blijken dat Breda daarvoor verantwoordelijk is dan zou hij daar
voor zorgdragen. Ook hierover heb ik niets meer vernomen. Ik wil u vragen: hoe staat het daarmee?
De VOORZITTER
Beide vragen hebben op zich met de tekst niets te maken, maar naar aanleiding van de notulen wordt
hiermee toch het vragenuurtje ingevuld. Kan wethouder Arbouw antwoorden op dit onderdeel?
Wethouder ARBOUW
Ik zoek het uit. U krijgt zo snel mogelijk antwoord. Dat had u al moeten hebben.
De heer LEUNISSE
Wat vindt u snel? Ik wil toch graag een tijdafbakening. Vier weken wachten is voor burgers al veel,
maar zeker voor raadsleden.
De VOORZITTER
Zo snel mogelijk.
De heer LEUNISSE
Daarmee neem ik geen genoegen. Ik wil graag een uitspraak van de wethouder waarin hij een tijdsli
miet aangeeft.
De VOORZITTER
Heeft de wethouder nog behoefte om te reageren? Niet. Dan geef ik het woord aan de heer Oomen
voor de tweede vraag.
Wethouder OOMEN
Ik kan me nog goed herinneren dat de heer Leunisse zijn vraag stelde. Ik weet ook nog mijn antwoord
daarop, maar ik kan de heer Leunisse mededelen dat ik er zorg voor draag dat morgenochtend om vijf
voor half tien het antwoord op de post gaat.
De heer LEUNISSE
Ik dank u voor uw stiptheid.
De VOORZITTER
Dat compenseert de 'zo snel mogelijk'-reactie. Ik neem aan dat daarmee de notulen zijn vastgesteld
want er waren geen tekstwijzigingsvoorstellen en dat u hiermee conform besluit.
Akkoord.
VI. INGEKOMEN STUKKEN.
De bij de raad ingekomen stukken worden apart vermeld op een bij deze agenda behorende bijlage.
Bij ieder stuk wordt een procedureel voorstel gedaan over de wijze waarop het moet worden afgehan
deld.