31 OKTOBER 2002 431 De VOORZITTER Volgens het Reglement van Orde moeten wij bij de ingekomen stukken ook behandelen het verzoek van GroenLinks met betrekking tot hun interpellatieaanvraag. Ik heb als voorzitter de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk aan u ter kennis gebracht, maar in de eerstvolgende vergadering moet dat verzoek in stemming worden gebracht. Dat betekent dat dat een punt van orde is en ik dus aan uw raad vraag: gaat u akkoord met het interpellatieverzoek? Mag ik vragen aan degenen die tegen de inwilliging van dat verzoek zijn nu hun vinger op te steken? Niemand is tegen? Dan gaat het interpel latieverzoek door en wel overeenkomstig de traditie aan het slot van de normale agendapunten. Akkoord met de stukken onder A, C, D en E en de behandeling van het interpellatieverzoek van de fractie van GroenLinks inzake de fiets- en voetgangersbrug bij het station Prinsenbeek. VII. ARTIKEL 41-VRAGEN REGLEMENT VAN ORDE. leder raadslid kan schriftelijke vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Daarbij kan het raadslid verzoeken om mondelinge beantwoording in de raad. De desbetreffende portefeuillehouder krijgt dan hier gelegenheid te antwoorden. Ook kan een raadslid dat vragen heeft gesteld hier nadere inlichtingen verlangen op een door het college of door de burgemeester schriftelijk of mondeling gege ven antwoord. De VOORZITTER Er zijn ook geen vragen gesteld in het kader van de artikel 41-vragen. Dit betekent dat ik kan door gaan naar agendapunt VIII, zijnde de agenda. Mevrouw OVERBOOM Voorzitter, ik heb op twee punten terzake artikel 41-vragen aangegeven dat ik de beantwoording op onze artikel 41-vragen aan de orde wilde hebben. Ik heb dat vandaag alsnog doorgegeven. De VOORZITTER Mag ik het nog een keer horen, want ik heb het eerlijk gezegd Mevrouw OVERBOOM Het gaat hier om artikel 41-vragen. U zegt dat er bij dat agendapunt niemand vragen heeft gesteld. Wij hebben juist wel vragen gesteld bij de beantwoording van onze artikel 41-vragen. Het gaat om agendapunt VII. De VOORZITTER Het gaat om agendapunt VII. Wanneer u vindt dat artikel 41-vragen onvoldoende zijn beantwoord dan kunt u hierover nadere vragen stellen. Is dat gebeurd? Mevrouw OVERBOOM Ik ben dus niet tevreden met de beantwoording van de artikel 41-vragen. En dat heb ik vandaag ge meld. De VOORZITTER Bij wie heeft u dat gemeld? Bij de griffie? Mevrouw OVERBOOM Ja, volgens mij is dat gisteren al doorgegeven en we hebben er vandaag nog telefonisch contact over gehad dat ik op de beantwoording van de vragen over de fiets- en voetgangersbrug en op de beant woording van de NAC-vragen hier wilde terugkomen. De VOORZITTER Laten wij aannemen dat dat juist is, want ik geloof u ogenblikkelijk. Dat betekent dat ik nu even moet proberen om dat recht te breien. Kunt u uw vragen nu mondeling stellen, dan kunnen we kijken of daarop door het college antwoord kan worden gegeven? Ja? Ga uw gang. Mevrouw OVERBOOM Wat betreft de fiets- en voetgangersbrug in Prinsenbeek het volgende. Wij hebben wat betreft de be antwoording op het onderdeel of dat kan in het kader van het bestemmingsplan en het Tracébesluit ■AÜ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 431