28 FEBRUARI 2002 46 zowel informatief als in workshopachtige sfeer, het overleg met de ondernemers waarbij sommigen van u betrokken zijn geweest, de ondersteuning en het draagvlak bij de ondernemers hebben gemo biliseerd. Er is groot vertrouwen en er is bij de afdeling Economische Ontwikkeling, maar daar niet alleen, ik denk ook aan andere functies binnen onze gemeente als het gaat om beheer, ruimtelijke ordening, vergunningen et cetera, voldoende draagvlak om samen met de ondernemers in de hele stad een stap voorwaarts te maken. Dus in die zin hoop ik die betrouwbaarheid nog lang te kunnen continueren. Ik denk dat een termijn van tien jaar lang is. Ik ben dat eigenlijk met u eens. Mochten zich maatschappelijke ontwikkelingen of tendensen in de stad voordoen die andere ontwikkelingen of beleidsinitiatieven mogelijk moeten maken, dan moeten we daarop een antwoord durven en kunnen geven en moeten we ons niet zwart op wit vastleggen op een termijn van tien jaar. Er kan zich altijd iets voordoen waardoor je je beleid moet bijstellen. Dat is overigens een ander verhaal dan de onder nemer uit Zaandam suggereerde in BN/DeStem, zo in de zin van: de gemeenteraad is weieens eer der op besluiten teruggekomen. Dat zouden we niet willen doen. Ik denk dat we voorlopig een streep hebben gehaald door de weidewinkels. Mevrouw Kokx noemde het ook al. In de richting van Groen- Links over zijn zorgpunten ten aanzien van het gebruik van de auto het volgende. Ik meen dat wij ook in de Detailhandelsnota hebben aangetoond dat we geprobeerd hebben evenwicht te zoeken in mo biliteit, automobiliteit, bereikbaarheid, garages, parkeerbeleid en de economische functie van de bin nenstad. Het is voor onze stad absoluut een levensvoorwaarde om de economische functie van de binnenstad voor de volle honderd procent uit te nutten. Ten aanzien van de mobiliteit verwijs ik ook even naar de opmerkingen die door mevrouw Van Beusekom zijn gemaakt bij fase 1 en 2 van het Verkeersplan. In uitvoerende zin, maar daarop zal de wethouder zo meteen zelf nog even terugko men, worden garanties geboden om daarin een evenwicht te bewerkstelligen. Dus ook daarop blijven wij alert. In de richting van Breda '97 het volgende. Ik denk dat wij voldoende voorwaarden hebben gecreëerd om ondernemers juist te stimuleren ondernemer te zijn, en dat wij niet het doemscenario dat u suggereert ondersteunen. In deze nota hebben wij geprobeerd een breed draagvlak te vinden. Het is geen papieren nota. Hij munt als laatste beleidsnota van deze periode uit in concreetheid en in concrete voorstellen en biedt voldoende perspectief voor de detailhandelsfunctie in de stad, de wij ken en de dorpen. Wat betreft het standpunt van de SP over de koopzondagen het volgende. Dat is een politieke opmerking in die zin dat een meerderheid van onze raad het standpunt over de koop zondagen deelt. Dat zal overigens ook, wat mij betreft, best kritisch mogen gebeuren, maar op dit moment ligt er geen ander standpunt dan nu is geformuleerd en dat heeft voldoende draagvlak bij de vertegenwoordigers van de ondernemers en bij de vertegenwoordigers die verenigd zijn in de Kamer van Koophandel. Dat is voor het college voldoende om het op die manier te formuleren in deze nota. De opmerkingen van de Parel van het Zuiden neem ik voor kennisgeving aan. De VOORZITTER Wethouder Van Beusekom over het verkeer. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik denk niet dat het echt nodig is, want GroenLinks heeft het over de standpunten die het altijd in neemt. Daar is verder niks mis mee, we komen er ook altijd wel weer uit met GroenLinks. Waar het hier om gaat is dat de Detailhandelsnota en het Verkeersplan wel in nauw overleg met elkaar tot stand zijn gekomen, dus dat evenwicht is te vinden en de afstemming zit er helemaal in. Maar je kunt het natuurlijk altijd overtrékken en het hebben over al die auto's die naar de binnenstad gaan. Neen, je moet het ook koppelen. We hebben een Detailhandelsnota, een Verkeersplan, en we hebben zo juist Het Goud van de Binnenstad vastgesteld. Daarmee willen we gewoon zeggen dat die drie in valshoeken allemaal uitgaan van die historische binnenstad met de mogelijkheden, de onmogelijkhe den en de ruimte die daarin zit. Dus het is absoluut respectvol behandeld vanuit drie verschillende nota's. Daarover kun je van mening verschillen, maar het heeft geen zin om dat helemaal uit de doe ken te doen. Voorzitter, ik ga echt niet door. Het is klaar. TWEEDE TERMIJN De heer LIPS We hebben de wethouder horen spreken over het Brabantplein. Ik heb daarstraks gezegd dat we afgelopen dinsdag op die politieke bijeenkomst met een aantal mensen hebben afgesproken om met het Brabantplein aan tafel te gaan zitten. Als we kijken naar de Boschstraat heeft dat toch best wel redelijk wat impact. Het gaat de goede kant op blijkbaar. Ik wil nog aan de wethouder vragen of hij sympathie heeft voor het idee dat op die avond is doorgesproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 46