473 31 OKTOBER 2002 De heer BOER Het duale systeem houdt toch ook in dat we meetbare doelen hebben? Dit is nu typisch zo'n zaak waarvan je op een gegeven moment duidelijk kunt aangeven: dan of dan mogen de burgers erop re kenen dat de stad, waarover al jaren wordt geklaagd, schoon is. Daarover ging de discussie. Er is veel extra geld uitgetrokken. Uiteraard hebben we er begrip voor dat het eerst moet worden voorbereid en dat het pas per 1 januari 2003 inzetbaar is. Maar de wethouder heeft dan zes maanden om de zaak op orde te krijgen. Hij gaf zelf al aan dat hij geen sterke argumenten heeft om van die datum af te wijken, maar dat het valt onder voortschrijdend inzicht. In het kader van de meetbare doelen willen we dat hij een datum noemt. Dat moet dan niet 21 december zijn, want dan wordt het voor ons moeilijk. Indien hij geen datum noemt, kunnen wij ons niet met dit voorstel verenigen en dat zou ons buitenge woon spijten, want wij zijn er juist vóór dat de stad schoon is, wij zijn ook voor die 20 miljoen geweest. Er moet gewoon een meetmoment zijn om dat mogelijk te maken. Wethouder OOMEN Ik kan me voorstellen dat dit voor de fractie Leefbaar-Breda een belangrijk punt is. Maar ik wil daarop als volgt reageren. Het is de bedoeling dat het college in ieder geval volgend jaar een aantal miljoenen euro's inzet voor een aantal zaken. Ik noem ze nog eens een keer: het bestrijden van het zwerfvuil, de bestrijding van het onkruid, extra borstelrondes, bestrijding van graffiti. Kortom, voor die zaken die de stad een bepaalde uitstraling geven in negatieve zin. Ik wil in uw richting zeggen: we beginnen daar mee zo snel mogelijk als dat nodig is. U zult begrijpen dat onkruidbestrijding niet ingaat op 2 januari, dat doen we iets later, maar graffiti is niet aan tijd gebonden en zwerfvuil ook niet. Wat dat betreft is het zo: alle hands aan dek. En waar het gaat om de onkruidbestrijding zullen we ingrijpen op het mo ment dat de temperatuur daartoe aanleiding geeft. De VOORZITTER En het vocht. Ik stel voor om tot besluitvorming over te gaan. Heeft de heer Boer nog een interruptie? De heer BOER Neen, een stemverklaring. Wat nu gebeurt vinden wij bijzonder jammer. Wij waren heel blij dat de wethouder in de commissie, toen wij daarover uitdrukkelijk spraken, een datum noemde. Nogmaals, wij hadden als symbolische datum 21 juni genoemd. Wij hebben op een gegeven moment in een an dere discussie ook gezegd dat we de OZB-verhoging van 4,5% eigenlijk aan die datum zouden moe ten koppelen, omdat we dan eindelijk in een schone stad wonen. Omdat de wethouder nu geen datum noemt en omdat het dus ook niet meetbaar is, hetgeen wij bijzonder belangrijk vinden, kunnen wij niet anders dan met grote spijt tegen dit voorstel zijn. Akkoord, met de aantekening dat de fractie Leefbaar-Breda/PvhZ geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 17. ONTTREKKEN VAN EEN DEEL VAN DE OEDE VAN HOORNESTRAAT (GELEGEN TUSSEN DE MARKENDAALSEWEG EN JAN VAN POLANENKADE) AAN HET OPENBAAR VERKEER. De Oede van Hoornestraat ligt in planontwikkelingsgebied "Westflank". In het bestemmingsplan is bebouwing op deze plaats voorzien. Om dit mogelijk te maken zal de Oede van Hoornestraat eerst aan het openbaar verkeer onttrokken moeten worden. De heer STUBENITSKY Tijdens de behandeling in de commissie heb ik aan de wethouder gevraagd of het mogelijk was om die werkzaamheden pas na december te beginnen omdat daar 60 parkeerplaatsen zijn die 1,60 euro per uur elf uur per dag, dus ruim 1.000,-- euro per dag, opbrengen en die ook in die periode, omdat dat de drukste periode van het jaar is, hard nodig zijn. De wethouder heeft toen gezegd: dat moet je maar aan wethouder Niederer vragen. Bij dezen. De heer KWISTHOUT Het voorstel faciliteert een voor ons ongewenste ontwikkeling, het heeft namelijk te maken met het terugbrengen van het water in de binnenstad. Wij gaan hiermee niet akkoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 473