476 31 OKTOBER 2002 Wethouder ARBOUW In mijn beleving was er met de formulering die in het ontwerp-tracébesluit is gebruikt de mogelijkheid van zowel de hellingbaan als de roltrappen. U heeft gelijk, en dat heeft u ook in uw inleiding aangege ven, dat de gedachten destijds eerst uitgingen naar het vervangen van de opgenomen fietsverbinding over het station door een fietspad over het viaduct van de Backer en Ruebweg. Na de vaststelling van het Tracébesluit in 1998 is die verdere uitwerking door de projectorganisatie en de gemeente geza menlijk opgepakt en zijn er in dat overleg verschillende oplossingen overwogen, waarbij de oplossing van het toepassen van de roltrap uiteindelijk als beste uit de bus kwam. Er is dan dus sprake van het afwegen van alternatieven door zowel de projectorganisatie als de gemeente, waarbij je alle plussen en minnen bij elkaar optelt voor het beantwoorden van de vraag: wat is voor deze locatie gegeven de totale situatie en ook gelet op alle veiligheidsaspecten de beste oplossing? Op die wijze is het bena derd. Als u dat op een rij zet, kunt u niet spreken over een initiatief van de gemeente Breda. Breda richt zich op een betere verbinding De heer DE ROOS Toch ter verduidelijking. Breda geeft zelf aan in de uitnodigingsbrief van januari 2000 dat het initiatief om met die roltrap aan de slag te gaan, om die optie te gaan uitvoeren bij de gemeente ligt. Dat is de tekst van de gemeente zelf. Wethouder ARBOUW Ik heb al eerder in de commissie aangegeven dat de gemeente Breda er inderdaad voorstander van was om op een gegeven moment van die hellingbaan af te stappen. En ik heb zojuist ook aangegeven hoe dat indertijd tot stand is gekomen. Op een gegeven moment is de mening van de gemeente Bre da geworden dat dit de beste oplossing is. Uiteraard gaat de gemeente dan daarop verder. Dat heb ik zojuist ook aangegeven. Ik wil even mijn verhaal afmaken en nog verder ingaan op de punten die u heeft toegelicht en laten we daarna het debat starten, want anders ben ik alleen met u aan het debat teren en volgens mij was dat niet de bedoeling. Breda richt zich dus op een betere verbinding dan in het ontwerp-tracébesluit was opgenomen. Welke aspecten speelden voor Breda daarbij een rol? Dat is de routing, dus waar starten we en hoe liggen die loop- en fietsroutes vanuit het ruimtelijke ordenin gaspect, de sociale veiligheid, onder andere de afgelegen ligging van de toevoerritten, de gebruiks vriendelijkheid, het gaat om hellingen van 250 meter lengte met een hoogte van ongeveer acht meter, de ruimtelijke inpassing, zoals de hellingbaan toen in ieder geval was gesitueerd onttrok die zich uit het zicht van het station, en de veiligheid voor fietsers, skaters, voetgangers en dergelijke. We hebben beide opties naast elkaar gezet en de plussen en minnen naast elkaar gezet. Het gebruik is niet in strijd met de Europese richtlijnen, dat heb ik vorige keer in mijn betoog over de NEN-normen al probe ren aan te geven. De Europese norm heeft namelijk alleen maar betrekking op de technische aspec ten van de toe te passen roltrappen en zegt dus niets over het gebruik van de roltrappen, en dat is toch wel essentieel. De uitvoering van de roltrappen bij de brug bij het station Breda-Prinsenbeek is afgestemd op het gebruik voor fietsers. Dat houdt in dat die roltrappen boven en onder worden voor zien van drie horizontale treden, u heeft dat ook al kunnen lezen. Je begint dus eerst horizontaal voordat je gaat afdalen. Die trappen krijgen een breedte van een meter en worden geplaatst onder een fietsvriendelijke hellingshoek van ongeveer 27,3 graad en als u bij V&D op de roltrap staat dat moet u denken aan 35 graden. Bovendien worden die roltrappen verwarmd en voorzien van een noodstop en herstelschakeling alsmede een automatische aanloop door middel van fotocellen om al die veiligheidsaspecten een plaats te geven. Bij het ontwikkelen van de alternatieve plannen voor de hellingbaan heeft de projectorganisatie destijds ook de projectleider liften en roltrappen van Holland Railconsult betrokken. Holland Railconsult is de adviseur voor de NS bij het toepassen en gebruik van roltrappen en ik snap dat in de huidige tijd dat niet altijd als een stukje expertise wordt gezien, maar dan speelt de rol van de projectorganisatie weer mee die een vrije keuze heeft aan wie zij advies vraagt en aan wie niet. Holland Railconsult heeft bij brief van 21 februari 2001 aan de projectieorgani satie schriftelijk advies uitgebracht over de veiligheidsaspecten bij het toepassen van roltrappen en is daarbij ingegaan op de sociale veiligheid, de vandalismebestendigheid en de toegankelijkheid voor invaliden en moeders met kinderen op de fiets en in hoeverre die zaken voldoende zijn gewaarborgd. De rol die de gemeente Breda bij het afgeven van de bouwvergunning kon spelen was beperkt, ster ker nog, de landelijke coördinator vergunningen HSL-Zuid bepaalt in dat traject de geldende termijnen. Het enige wat het bestuursorgaan nog kan doen, alvorens tot de definitieve besluitvorming te komen, is met de aanvrager overleg te voeren over de bedenkingen die zijn ingediend, het zogenaamde be- denkingenoverleg. Dat heeft plaatsgevonden. De gemeente Breda heeft aangedrongen, dat was ook de toezegging van mijn collega Niederer, op het uitvoeren van een risicoanalyse. Wij kunnen hooguit daarop aandringen. Het is de aanvrager van de bouwvergunning om daaraan wel of geen gevolg te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 476