All
31 OKTOBER 2002
geven óf om de bouwaanvraag op basis van de ingebrachte bedenkingen te wijzingen. De projector
ganisatie heeft naar aanleiding daarvan overleg gehad met een vertegenwoordiger van het Liftinsti-
tuut, dat was overigens na het krantenartikel in BN/DeStem, en dat gesprek richtte zich met name op
het goed in beeld krijgen van de wettelijke kaders die gelden voor het toepassen van roltrappen.
Daarnaast heeft de projectorganisatie een aanvullend risicoadvies gevraagd aan Holland Railconsult.
In het aanvullend advies van 13 september 2002, en ik heb in de vorige raadsvergadering aan de heer
Leunisse al toegezegd dat ik hem dat inclusief de briefwisseling zou toesturen en u had dat al moeten
hebben, maar ik zeg u nogmaals toe dat u dat krijgt want dat staat op schrift, stelt Holland Railconsult
dat het veilig is om fietsers op roltrappen mee te nemen als wordt voldaan aan een aantal eisen. Dat
zijn de norm NEN EN 115, de certificering en de extra maatregelen die ik vorige keer ook al heb ge
noemd ten aanzien van de uitvoering en de inrichting van de roltrappen. De door de landelijke coördi
nator ingestelde termijnen lieten dus geen ruimte voor het uitvoeren van een zeer uitgebreide risico
analyse die enkele maanden zou gaan duren. Overigens, naar mijn stellige mening en na zorgvuldig
daarnaar te hebben gekeken, zou die naar alle waarschijnlijkheid niet echt tot een ander resultaat
hebben geleid. De weigeringsgronden voor een bouwvergunning zijn opgenomen in artikel 44 van de
Woningwet en dan gaat het dus om het bouwbesluit, de bouwverordening, het bestemmingsplan en
de redelijke eisen van welstand op grond van de Monumentenwetvergunning. Dat zijn dus de criteria
waarop wordt getoetst. Zoals ik heb aangegeven werd het Tracébesluit door die aanpassing gezien
als een vrijstelling zoals is bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zodat een
eventuele strijdigheid met het bestemmingsplan daarmee was opgeheven en die vrijstelling is derhal
ve van rechtswege verleend en dat betekent dat de bouwvergunning moet worden verleend. De vrij
stelling van rechtswege geeft op dat moment geen ruimte meer voor een belangenafweging. Aan alle
eisen werd voldaan en de bouwvergunning kon dus niet worden geweigerd. Op uw vraag over de brief
van de politie wil ik toch ook nog kort ingaan. Het is inderdaad juist dat de politie destijds, in
1999/2000, bij het afwegingsproces niet direct is betrokken. Rond de procedure van de aanvraag van
de bouwvergunning in 2002 is wel contact geweest met de wijkagent van het politieteam Prinsen-
Beemden en de heer Bouwman heeft namens het team bij brief van 10 september 2002, dat heeft ook
in BN/DeStem gestaan, aandacht gevraagd voor een aantal punten. Overigens heb ik samen met mijn
collega Niederer met de huidige teamchef van PrinsenBeemden over deze brief gesproken en voor
ons werd toen in ieder geval duidelijk dat, zonder beseft te hebben in welk gedeelte van het proces
van de aanvraag van de bouwvergunning hij zich bevond, hij als een soort spreekbuis heeft gefun
geerd voor de zorgen waarop hij in de wijk werd aangesproken. Naast die zorgen geeft hij in zijn brief
ook een aantal adviezen indien de fietsbrug toch doorgaat. En al die adviezen waren, als u daarnaar
kijkt, op voorhand reeds in het ontwerp meegenomen en al opgevolgd. Gesteld kan dan ook worden
dat uiteindelijk aan die adviezen van de politie is voldaan. Dit alles afwegend vonden en vinden wij
nog steeds dat met het aangepaste ontwerp, waarbij de hellingbanen zijn vervangen door fietsvrien-
delijke roltrappen uit het oogpunt van sociale veiligheid, de routing voor de fietsers en voetgangers en
een betere ruimtelijke inpassing, uiteindelijk een betere verbinding is ontstaan dan datgene wat oor
spronkelijk in het ontwerp-tracébesluit was opgenomen. Ik wil het hierbij laten.
Mevrouw OVERBOOM
Naar aanleiding van de beantwoording door de heer Arbouw op onze schriftelijke vragen het volgen
de. Wat me nog wel is opgevallen in de beantwoording van de schriftelijke vraag: is dat nu wenselijk
op deze locatie? is het voor ons belangrijke argument terzake de gevoeligheid voor vandalisme. En u
geeft dat in uw antwoord zelf ook al aan. Wat dat betreft betreuren wij het toch nog steeds dat voor
deze oplossing is gekozen. Daarnaast heb ik nog een vraag aan u. U spreekt in uw toelichting over
artikel 19 en over een verklaring van geen bezwaar van rechtswege op het Tracébesluit. Klopt dat?
Het is van rechtswege.
De VOORZITTER
Het klopt.
Mevrouw OVERBOOM
Dan weet ik voldoende.
De heer DE ROOS
In deze tweede termijn