7 NOVEMBER 2002 489 noodzaak niet van af. De Partij van de Arbeid is overigens ongelukkig met de ontstane situatie. Het op dit moment heroverwegen van hoofdpunten van beleid achten wij onverstandig, zeker ook op de korte termijn. Gezien de landelijke verkiezingen is het niet zeker of een nieuw kabinet de gekozen beleidslij nen voortzet, verandert of hele andere zaken inzet, die we uiteindelijk willen betrekken bij onze lokale afwegingen. Ook wil onze fractie meer inzicht in de samenstelling en de onderbouwing van het bedrag van 4,2 miljoen uit de Jaarschijf 2005. Heel erg duidelijk zijn die aangekondigde indexeringen en prijs stijgingen niet. Van de drie grote projecten, om het zo te noemen, hebben wij gezegd dat die taak stellend zijn. Dus graag wat meer inzicht, niet nu, maar bij de Kadernota 2004, om dan met elkaar goed te kunnen debatteren in hoeverre het nodig is om tot grote heroverwegingen te komen. Daar komt nog bij dat er nu ook een onderzoek gaande is naar de Intergas-problematiek en dat wij de con sequenties daarvan nader willen betrekken bij de overwegingen. Wat wij nu dus eigenlijk vragen, is een duidelijke uitspraak van het college dat bij de Kadernota 2004 alle zaken die nu tot problemen leiden een grondige overweging behoeven en dat het college ons de informatie verschaft die nodig is om tot keuzes en afwegingen te komen. Het CDA geeft in zijn schriftelijke bijdrage blijk van profetische gaven. Of moet je hier spreken van paranormale begaafdheid? Nou, dat past ook wel een beetje bij die partij. Als u spreekt over het éérste kabinet-Balkenende, dan impliceert dat ook een volgend kabi net-Balkenende, en zeker nog geen 13e, zoals u zelf zojuist debiteerde. Het lijkt ons verstandig om in ieder geval op de volgende kabinetsformatie te wachten, alvorens we over het eerste en het volgende zouden kunnen spreken. Het CDA geeft ook aan dat er een vertraging optreedt door het aftreden van het kabinet. Dat kan zijn, maar wij sluiten ons graag aan bij de opmerking dat het onzalige voorstel om de OZB af te schaffen niet lang genoeg kan worden vertraagd. In de richting van de VVD willen wij opmerken dat hun stelling, dat doorstroming de enige garantie zou bieden tot oplossing van het volks huisvestingsprobleem, ons een beetje tegenvalt. Vriend en vijand, in alle stukken die je op het ogen blik op dat punt maar voor de geest kunt halen lees je dat, spreken over een brede aanpak waarbij allerlei instrumenten noodzakelijk zijn. Doorstroming is er daar zeker één van, maar zoals ook in onze eerste termijn schriftelijk is aangegeven, is dit zeker niet het enige. Integendeel, zou ik bijna zeggen. Ik denk zelfs dat je zou moeten zeggen dat, met de doorstroming als enige garantie, de VVD eigenlijk terugvalt op een visie die we destijds in het debat, dat was nog met mevrouw Van Beusekom, al ach ter ons hadden gelaten. Ook wat betreft de opmerking van de VVD over de OZB, hoezeer ze ook lan delijk misschien graag zou willen dat de OZB volledig zou worden afgeschaft, hebben wij in de Kader nota met elkaar afgesproken een bepaalde benadering van de OZB toe te passen. Laten we nou eer lijk zijn, het gaat in dit geval bij die 0,5 procent over fl. 1,15 gemiddeld per persoon, als ik het van onze woordvoerders goed heb doorgekregen. Dus in feite is, in de klemmende situatie waarin we nu zitten, ook het afzien van 0,5 procent een probleem. Daarmee willen wij nu wel akkoord gaan, maar ik vind het wel erg ver gaan om nu te zeggen dat de OZB alleen maar naar beneden kan worden bijgesteld, terwijl de VVD in haar bijdrage aan de andere kant ook meldt dat er grote bedragen nodig zijn om alle hoge ambities waar te maken. In ieder geval zou de Partij van de Arbeid zich in dat opzicht liever aan de Kadernota en het Programakkoord willen houden, en dat hier nu niet openbreken. De VOORZITTER Denkt u ook aan de tijd? De heer HAARHUIS Ja, voorzitter. Wat GroenLinks heeft gesteld in zijn bijdrage vinden wij eigenlijk toch teleurstellend. Het Programakkoord geeft aan dat we, zolang de gevolgen van het rijksbeleid ons niet heel prangend dwingen tot een heroverweging van het sociaal beleid zoals we dat lokaal met elkaar hebben afge sproken, het armoedebeleid en de ondersteuning van zwakke groepen zo goed en zo volledig moge lijk uitvoeren. Dat blijkt ook uit deze Begroting. Er is hoog ingezet op investeringen in het onderwijs en een veilige, schone stad. Als je kijkt naar het verdubbelen van de maatschappelijke opvang, het ope nen van het nieuwe IJ, de Agenda voor de Toekomst, die voorziet in een nog betere opvang van men sen en begeleiding naar betaald werk, en de opening van jongerencentra, waarover ik het even in het begin van mijn verhaal had, dan zijn dit alles bij elkaar toch zaken, waarvan wij het in ieder geval onzin vinden om daarover te zeggen: het is maar een beetje fun, waar is de solidariteit? Ik vind dat we met deze Begroting wat betreft het armoedebeleid in deze stad op een heel behoorlijke manier sociaal beleid voeren. Dat kunt u niet afdoen met: een beetje fun, en er is geen solidariteit meer. Ik zou bijna zeggen: integendeel. Tot zover mijn eerste termijn. De heer BOER Wij hebben een korte beschouwing geschreven. Het is maar anderhalf blaadje. Ik zag dat sommigen drie of vier kantjes hadden, maar ik dacht dat dit ook wel genoeg was. Dit is de eerste algemene be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 489