7 NOVEMBER 2002
492
besluit:
het CDA en de VVD opdracht te geven hun ruzies bij te leggen of op z'n minst in het openbaar te laten
onthouden van ruzieachtig gedrag;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer SCHOENMAKERS
Hoewel sinds maart jongstleden de dualisering voor de gemeenteraad van kracht is, wordt er in de
schriftelijke bijdragen van de fracties maar afstandelijk op gereageerd. Maar dualisering is een reactie
op een democratische vraagstelling. Immers, er was toch sprake van een afnemende betrokkenheid
bij en invloed van de burgers op het openbaar bestuur. Veel onduidelijkheid bestond er ook over de
vraag wie waarvoor verantwoordelijk was. Zowel de legitimiteit als de representativiteit, ook op lokaal
niveau, staat reeds geruime tijd ter discussie. De dualisering zal dat probleem niet zomaar oplossen.
Veel zaken zijn ingesleten, zowel bij bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren, maar ook
bij burgers en bedrijven. Ik wil me beperken tot de rolverandering bij raadsleden. Raadsleden moeten
lokale vraagstukken analyseren en passende kaders uitzetten voor beleidsontwikkeling tegen de
achtergrond van hun eigen partijpolitieke opvattingen. Het college moet beoordeeld worden op vooraf
vastgelegde doelstellingen en we moeten ons verre houden van de beleidsuitvoering. Individuele pro
blemen van burgers moeten we doorverwijzen naar het college of de ambtelijke dienst, en signalen
over de beleidsuitvoering en dienstverlening zullen geanalyseerd en geïnterpreteerd moeten worden
naar de wel of niet bestaande noodzaak beleid of regels te wijzigen. Toch zien we dat we nog te veel
handelen in overeenstemming met de oude manier van werken. Met het begin van het dualisme is de
knop niet steeds omgezet en is de oude cultuur hier sterker dan de wet. Hieraan zullen we naar de
mening van Breda '97 met daadkracht moeten werken. Ik wil de fractie van Leefbaar-Breda/De Parel
van het Zuiden meegeven dat de raad wél het enquêterecht heeft en er is geen sprake van geampu
teerd dualisme. Graag een wat positievere insteek. In onze schriftelijke bijdrage hebben wij onze zorg
uitgesproken over de gemeentelijke financiën. De Begroting is wel sluitend, maar toch kunnen wij
grote risico's constateren. Zo vinden wij de meerjarige programmatische uitvoering van belangrijke
budgetten weinig inzichtelijk en wordt er een te grote wissel op de toekomst getrokken. In de brief van
de wethouder Middelen van 30 oktober jongstleden wordt aangegeven dat het budget van de
Jaarschijf 2005 mede wordt ingezet om als dekking te dienen voor de 9,5 miljoen die we op dit mo
ment mislopen, omdat de verkoop van de aandelen Intergas voorlopig niet doorgaat, en ook omdat de
weggezette volumes in het Meerjareninvesteringsprogramma prijs- en taakstellend zijn. Dit houdt in
ten aanzien van de grote projecten dat de financiën definitief vastliggen en dat er dus niets mag ge
beuren waardoor de uitvoering in gevaar kan komen. Wij beschouwen dit als een vooruitschuiven van
de problemen. Dat geldt ook voor het gat van 900.000 euro, die ten laste van de risicoreserve worden
gebracht. Breda '97 vindt dat daardoor de reserve in relatie tot de omvang van de Begroting en de
benoemde risico's niet meer met elkaar in overeenstemming zijn. In de schriftelijke bijdrage van onze
fractie hebben wij het college gevraagd om te komen met een ander dekkingsplan voor de 4,2 miljoen
euro uit de Jaarschijf 2005. Ik wil in een motie, die mede wordt ingediend namens de fracties van de
Partij van de Arbeid, GroenLinks en D66, hierover een uitspraak van de raad vragen. De intentie van
deze motie is, aangezien de verkoop van de aandelen-Intergas op dit moment geen doorgang vindt en
daarom de opbrengsten hiervan onzeker worden, dat de gemeente op een verantwoorde manier
daarmee rekening moet houden. Je kunt dat doen door er een voorziening voor op te nemen. Die
voorziening moet dan weer ergens anders van afgehaald worden. Het college wil dat nu doen door te
schrappen in het Meerjareninvesteringsplan met betrekking tot de Jaarschijf 2005. Omdat een aantal
grote projecten in het MIP nu op maximumbedragen is vastgelegd, is het volstrekt onduidelijk hoe we
een en ander moeten interpreteren. Daarom dragen wij het college op om bij de behandeling van de
Kadernota 2004 met een ander dekkingsvoorstel te komen. Ik heb de eer, mijnheer de voorzitter, om u
deze motie te overhandigen. Op de kopieën staan niet de handtekeningen van de ondertekenaars van
de Partij van de Arbeid, GroenLinks en D66, maar op het origineel staan die wel. Met het CDA zijn wij
van mening dat de raming van de rente-uitgaven aan de hoge kant is begroot. Ten aanzien van de
voorziening voor het Brabantpark steunen wij uiteraard het amendement, zoals door de fractie van het
CDA namens alle fracties is ingediend. Mijnheer de voorzitter, het heeft mij hogelijk verbaasd dat de
fractie van GroenLinks aangeeft dat wij tegenstanders zouden zijn van de uitbreiding van de capaciteit
van de nachtopvang. Hoe komen ze daarbij? Wij zijn daar voorstanders van. Alleen moet het een
kwalitatief verantwoorde opvang zijn, en hebben wij de weg van de geleidelijkheid aangegeven. Het is
immers onze fractie geweest die ten aanzien van de nota "Kan ik hier een poosje blijven?" om een
kaderstellend debat heeft gevraagd. De opmerking dat Breda de maatschappelijke opvang laat liggen