7 NOVEMBER 2002 506 worden gewerkt aan een verbetering van de objectieve en de subjectieve veiligheid in onze stad. Ik begrijp dat u graag snel inzicht wilt hebben in het plan en in de maatregelen, die daarin zijn opgeno men. Dat was voor mij in een eerdere termijn al een reden om toe te zeggen dat in de commissie Al gemene Zaken van december over de uitgangspunten van het beleid met u van gedachten zal worden gewisseld, zodat u daarop ook invloed kunt uitoefenen. Ik wil ook nu niet op de inhoud van het verhaal ingaan, mede omdat het overleg in de lokale Driehoek nog niet is afgerond. Ik kan nog wel zeggen dat ik met Breda '97 van mening ben dat in het integraal veiligheidsplan een handhavingsplan en een handhavingsprogramma moeten worden opgenomen. Op het gebied van de handhaving doen de verschillende gemeentelijke organisaties al veel. De actieprogramma's op het gebied van brandveilig heid, risicovolle bedrijven, en evenementen, zijn of worden door al die betrokken diensten uiteraard al geïntensiveerd en de aanbevelingen vanuit de notitie Handhaving veiligheid worden momenteel uitge voerd. Binnen het integraal veiligheidsplan zal nog worden bekeken of die programma's in een soort projectvorm op elkaar kunnen worden afgestemd. Zoals in de strategische raadsagenda staat zal dat ook in de loop van 2003 worden opgestart. Daarbij is de doelstelling, en u bent allemaal, neem ik aan, naar die conferentie in Amsterdam geweest: handhaven op niveau. In vervolg op de positieve woor den van het CDA kan ik u nog melden over het huidige project van Plan Vast, dat tot 1 januari loopt, dat we eraan werken om een nieuw plan van aanpak te maken. De afspraken tussen de gemeente, de politie, het Openbaar Ministerie, de hulpverleningsinstellingen en de Nationale Spoorwegen, worden daarbij vastgelegd in een convenant. Ook in dit project blijkt het belang van de stadswachten in het kader van veiligheid op straat en dienstverlening aan de burger. In de eerste termijn van de fracties is de meeste aandacht gegaan naar volkshuisvesting. De afgelopen maanden is bij herhaling gevraagd om een debat over wonen. Dat is dan met name ingegeven door de vraag naar het aantal opgelever de woningen en de stijging van het aantal woningzoekenden en de differentiatiediscussie. Ook de media hebben behoorlijk wat aandacht daaraan gegeven. Ik heb me in de afgelopen maanden inten sief op dit beleidsterrein georiënteerd en ik constateer een aantal zaken. Het is voor de discussie over de differentiatie noodzakelijk om inzicht te hebben in de behoeften van de diverse doelgroepen op stedelijk niveau en in de buurten en wijken. Deze zullen worden geschetst in Perspectief Wonen. Ik constateer dat er verschillend wordt gedacht over de mate waarin doorstroming optreedt bij het bou wen van bepaalde typen woningen. Minister Kamp heeft daarover zeer duidelijke uitlatingen gedaan. Leidt het bouwen van dure of middeldure woningen tot de meeste doorstroom? Bij Singelveste heb ben we afgelopen week kunnen horen dat één woning erbij bouwen leidt tot vier verhuisbewegingen. Of is dat juist niet zo, brengt juist het bouwen van bereikbare huurwoningen die op gang? Of is het misschien het palet aan maatregelen, waaraan de heer Haarhuis zojuist refereerde? Dat de behoefte aan meer duidelijkheid over differentiatie in het aantal te bouwen woningen, met name in de Vinexlo- catie Breda-Noord/Teteringen, toeneemt is duidelijk. Ik kan u verzekeren dat ik tijdens de bijeenkomst van 16 oktober in Teteringen goed heb geluisterd. Daar is afgesproken dat u binnen afzienbare tijd een voorstel in dezen krijgt aangereikt over de wijze waarop wij de differentiatie op die locatie naar die behoefte denken te gaan invullen. De afgelopen maanden is er hard gewerkt om de discussie en de beraadslagingen in de raadscommissie voor te bereiden. De resultaten hiervan krijgt u ter bespreking of advisering voorgelegd op 10 december. U krijgt dan gepresenteerd: 1de nota Feiten en Ontwikke lingen; deze nota bevat de meest recente gegevens over de ontwikkeling op de woningmarkt in Breda, zodat je daaruit in feite die behoefte kunt vertalen. 2. het werkdocument Perspectief Wonen; deze nota bevat de gemeentelijke doelen, zowel stedelijk als naar de onderscheiden delen van de stad. 3. de stand van zaken van de prestatieafspraken met de corporaties; hierin vindt u met name ook een voorstel, dat met de corporaties is afgestemd, over de bestemming van de gelden van het Volkshuis vestingsfonds 2002. In het kader van de uitwerking van Maatwerk Wonen is medio 2002 gestart met de 'Woontafel'. Aan deze tafel praten corporaties, marktpartijen, bewoners en bewonersgroeperingen over actuele knelpunten en thema's inzake wonen. De stagnatie in de bouwproductie en mogelijke oplossingen is daarbij een onderwerp en er is een aparte werkgroep ingesteld om dat uit te werken. Dat heeft geleid tot een aantal vraagpunten en knelpunten, die vanuit marktpartijen, bewoners en cor poraties aan de gemeente zijn voorgelegd. Die vraagpunten zullen in de komende weken bestuurlijk door het college worden besproken. Ik hoop daarmee dat een aantal knelpunten, die tot vertraging in de bouwproductie en tot conflicten met de corporaties leidden, kan worden weggenomen. U kunt dit bestuurlijk standpunt over deze knelpunten voor het eind van het jaar tegemoetzien. Een aantal van u stelt dat in nota's niet kan worden gewoond, en dat klopt, dat realiseer ik me terdege. Het is overigens niet zo dat er nu niets wordt gedaan. Er wordt veel gebouwd. Wij zijn continu met de corporaties in gesprek over concrete projecten voor het komend jaar en dus ook over de aantallen bereikbare huur woningen. Het is voor mij in ieder geval wel aanleiding om ook buiten Breda te zoeken naar de moge lijkheden om de problematiek te lijf te gaan. Ik heb indringend contact gehad met de directie Stad en Regio van het Ministerie van VROM over de rol die zij zou kunnen spelen in deze problematiek. Ook in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 506