7 NOVEMBER 2002 507 B5-verband, de Provincie en de vijf grote Brabantse steden, is geconstateerd dat de volkshuisves- tingsproblematiek in de grote steden in aard en omvang overeenkomt. Vanmorgen is in het B5-overleg besloten dat de problematiek gezamenlijk zal worden geanalyseerd. Er zullen oplossingen voor de korte en lange termijn worden gezocht, in de wetenschap dat we het hier hebben over een urgent probleem met een grote complexiteit. De uitgangspunten daarbij zijn, dat is vanmorgen op elkaar af gestemd, dat kwaliteit voorop staat, dat ook de rijksoverheid volkshuisvestelijke instrumenten zal moeten inzetten, dat de planologische mogelijkheden worden uitgebreid, en dat de precieze behoefte in beeld zal moeten worden gebracht, zodat gericht kan worden gehandeld. De heer KWISTHOUT Even bij interruptie. De kreet 'de behoefte moet in beeld worden gebracht' hoorde ik eigenlijk vier jaar geleden ook al in deze raad, en het verbaast me dat dat nou nog steeds nodig is. Dat is toch al een aantal malen gedaan? Wethouder ARBOUW Dat hangt ervan af op welk detailniveau je de behoefte wilt hebben, en wij hebben al eerder in Maat werk aangegeven welk niveau je moet bereiken om dat goede inzicht te hebben en om de juiste keuze te kunnen maken. Voorzitter, ik was klaar met mijn betoog. Dank u wel voor de aandacht. Wethouder NIEDERER Ik beperk mij tot een aantal opmerkingen. Ik begin met een opmerking over de grote projecten, de Spoorzone in het bijzonder. Ik ben blij dat er vanmiddag, en de complimenten gaan naar de ambtelijke top van de dienst RME, een rondrit is verzorgd. Ik mocht daar een halfuur tegenwoordig zijn. Gelukkig waren velen van u aanwezig bij deze tour d'horizon. Het ging op hoofdlijnen, maar desondanks heeft u gezien met welke projecten Breda nu bezig is en in de toekomst nog bezig zal blijven. Wat ik heb be grepen van u is dat die rondrit heeft voorzien in een wezenlijke behoefte. Dus dat moeten we zeker herhalen en zeker blijven doen. Buiten het verband van deze vergadering, met dat vele papier dat u iedere maand krijgt toegezonden, kunt u zo ook eens op locatie gaan kijken en zien waar u uw beslis singen op neemt. Wat betreft de Spoorzone het volgende. Ik heb goede nota genomen van de zorgen van de VVD-fractie. Ik heb nota genomen van de zorgen van onder andere de Kamer van Koophandel en van anderen onder u. Laat mij dit zeggen, dat wij met die Spoorzone, en met 'wij' bedoel ik nadruk kelijk het voltallige college van b. en w., de burgemeester in zijn contacten op ministerieel niveau en binnen de Provincie, en mijn collega's van het CDA, mijn collega Heerkens van de PvdA en natuurlijk collega Arbouw en ondergetekende, binnen onze politieke lijnen naar Den Haag toe gaan om de Spoorzone op de kaart te houden, en dan met name in termen van financiering. Morgen zit ik weer met NS Vastgoed, vertegenwoordigers van Verkeer en Waterstaat en vertegenwoordigers van VROM om tafel, om niet alleen het businessplan te bespreken, maar ook de businesscase, dat is de financi ële paragraaf, rond de Spoorzone, en dan gelokaliseerd op het Stationsgebied, want dat is de eerste fase die natuurlijk van belang is, omdat die trein in 2006-2007 gaat rijden, en onze veelbesproken mooie shuttle natuurlijk ook. Ik wil toch ook even, ik zie hem zitten, ons geacht kamerlid van de CDA- fractie, woonachtig in Breda, Wim van Fessem, bedanken voor het feit dat hij - niet te veel applaus - in elk geval ook voor ons zijn best doet, want volgende week komen de begrotingsbehandelingen van Verkeer en Waterstaat eraan en binnenkort die van VROM, om onze stad op het niveau te houden waarop die nu functioneert en in elk geval die Spoorzone bij de ministers van Verkeer en Waterstaat en die van VROM goed op de kaart te houden. Ik begrijp dat de boodschap aankomt. Dat is goed, want we moeten het samen doen. Het is geen speeltje van ondergetekende, het is geen speeltje van het college, het is een speeltje van - mag ik zeggen? - heel Brabant, Brabantstad, de B5 en de part ners in Den Haag. Ik moet zeggen dat tot dusver het offensief dat Breda heeft ontketend zeker weer klank vindt. Ik hoop u binnenkort met aparte omslagen in commissie- en raadsverband zeer specifiek in detail te kunnen informeren over de Spoorzone, meer in het bijzonder over het NS stationsgebied. Wat betreft de subsidies het volgende. Daarover zijn vragen gesteld, onder andere door de heer Schoenmakers, en terecht. Ik kan u vertellen, ik geef u dat nog schriftelijk, want dat is een heel ver haal, dat wij tot dusver, en 'wij' zijn dan de dienst RME, en de peildatum is 1 november van dit jaar, subsidies binnen hebben ten bedrage van - hoe is het toch allemaal mogelijk? - ruim 29,5 miljoen euro. Dat lijkt verdacht veel op het bedrag voor het water in de stad. Maar het is zo, het staat allemaal hier op papier. Ik zou het kunnen laten kopiëren en ronddelen, maar ik vind het wat chiquer wanneer ik dat doe met een aanbevelingsbriefje, waarin ik nog eens wat inga op enkele posten. Met het bin nenhalen van subsidies en de bijdragen van derden gaat het de goede kant op. Het is een continue strijd, maar het is een strijd die gelukkig in meerdere gevallen met succes wordt gestreden, in termen van dat je wat binnenhaalt voor onze stad. Ik zeg u dat toe, dat komt er schriftelijk aan en wel volgen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 507