28 NOVEBER 2002 541 Wethouder OOMEN Ik dacht dat ik de zaak ongeveer wel had beantwoord. Op de laatste vraag van GroenLinks zou ik nog als volgt willen antwoorden. U weet dat de saneringsploeg momenteel met de werkzaamheden bezig is. Dat betekent ook dat er momenten zijn, en dat is ook in het belang van de gemeente Breda in casu de BRIM, dat er vanuit de gemeente aan de ambtelijke top af en toe ondersteuning wordt gevraagd en die wordt dan geboden. Ik wil u toch vragen om het saneringsplan, dat, zo is mij verteld, misschien nog in december of anders begin januari met uw raad wordt besproken, af te wachten. Probeert u nu nog even die discipline op te brengen. Ik kan me voorstellen dat het onderwerp u zeer boeit, maar probeer het toch. Binnenkort kunt u bekijken wat wordt voorgesteld en dan kunt u alle ontwikkelingen die zich de laatste tijd hebben afgespeeld volgen. Ik denk dat u op de vragen die u vanavond heeft gesteld, en het is uw goed recht om dertien vragen te stellen, u had er ook drieëntwintig mogen stellen, dan het antwoord krijgt. De heer DE ROOS Dan is er nog maar één vraag over: hoe kunt u van ons de discipline verlangen als u zelf als college via de gemeentesecretaris wel naar buiten treedt met een voorstel? Wethouder OOMEN Ik herhaal het nogmaals, het is een openbare aandeelhoudersvergadering waarin ook de gemeente als aandeelhouder is vertegenwoordigd. U heeft daarin als raad ook een belang. Het college heeft dat belang daar ook goed willen neerzetten. Daarvoor hebben wij gezonden, zoals dat heet, onze eerste ambtenaar, en dat is de heer Ouwerkerk. Dat is er gebeurd, en niet meer en niet minder. De VOORZITTER Ik stel voor om de vraag en dit antwoord verder als afgedaan te beschouwen en verder te gaan met het volgende agendapunt. V. INGEKOMEN STUKKEN. De bij de raad ingekomen stukken worden apart vermeld op een bij deze agenda behorende bijlage. Bij ieder stuk wordt een procedureel voorstel gedaan over de wijze waarop het moet worden afgehandeld. De heer DE ROOS Onder ons zit mevrouw Remie. Mevrouw Remie heeft een ontslagbrief gestuurd en die brief staat ook genoteerd bij de ingekomen stukken. Mevrouw Remie zou graag nog een woord tot de raad willen richten. De VOORZITTER Dat hebben wij voorzien, want ik heb zelf ook een afscheidswoord aan het eind van de vergadering. Mocht het zo zijn, mevrouw Remie, dat u die niet helemaal zou kunnen of willen bijwonen dan zullen we dat naar voren halen, maar anders wil ik dat graag aan het einde van de avond doen. Ik zal dan ook een paar woorden zeggen tot een van de algemeen directeuren die vertrekt, namelijk de heer Rijnen, aan wie weliswaar door het college ontslag wordt verleend, maar die indertijd wel door de raad is benoemd. Van daar dat wij het passend vonden ook even bij zijn afscheid stil te staan. Mevrouw Remie krijgt uiteraard ook de gelegenheid om te reageren. Is dat akkoord? Goed, dank u wel. Akkoord met de stukken onder A. en E. VI. ARTIKEL 41-VRAGEN REGLEMENT VAN ORDE. leder raadslid kan schriftelijke vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Daarbij kan het raadslid verzoeken om mondelinge beantwoording in de raad. De desbetreffende portefeuillehouder krijgt dan hier gelegenheid te antwoorden. Ook kan een raadslid dat vragen heeft gesteld hier nadere inlichtin gen verlangen op een door het college of door de burgemeester schriftelijk of mondeling gegeven ant woord. Van de gelegenheid tot het stellen van nadere vragen in het kader van de artikel 41-vragen Reglement van Orde wordt geen gebruik gemaakt. VII. 1. POPPODIUM MEZZ.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 541