28 NOVEBER 2002
544
we nu doen, en dat zei ik ook al tegen de heer Leunisse, is die blanco cheque invullen. De SP is toen
akkoord gegaan, met wat mopperen, wat mitsen en wat maren, juist vanwege dat open karakter van het
krediet en het feit dat we welhaast zeker wisten dat we terug naar de raad zouden moeten om er extra
geld voor te reserveren. Wij zijn toen akkoord gegaan en wij zullen ook akkoord gaan met de eindafreke
ning. Ik wil nog wel even ingaan op de architect, over wie verschillende fracties hebben gesproken. Het
college heeft afspraken gemaakt in het contract met de architect op het moment dat de bouw werd ge
gund. Het college is dan ook verantwoordelijk voor wat er in die afspraken staat, voor wat er in het con
tract staat, en op het moment dat de architect buiten zijn boekje gaat, in de zin dat hij dingen doet die de
raad niet welgevallig zijn, dan is dat ook een consequentie van het feit dat de raad, en in het bijzonder het
college, dat in het contract niet goed heeft dichtgetimmerd. Ik denk dat we daarvan voortaan moeten le
ren.
De heer JOOSSE
Na tien jaar eindelijk een poppodium in Breda. Een zeer spraakmakend gebouw waarop Breda trots mag
zijn. Maar is het ook het poppodium dat we tien jaar geleden met elkaar voor ogen hadden? Voldoet het
ook aan de eisen die aan een volwassen poppodium mogen worden gesteld? Dat zal de toekomst ons
nog moeten leren. Nu Mezz er staat en de rekening kan worden opgemaakt, kunnen we ons afvragen
hoeveel zin het heeft om nog uitgebreid terug te blikken, maar het is wel van belang om van de ervaringen
te leren. De consequentie van de keuze voor het bijzondere ontwerp was dat al snel bleek dat het niet
binnen de financiële kaders die waren gesteld kon worden gerealiseerd. De architect kon wel heel makke
lijk toezeggingen doen, maar waarmaken kon hij die niet. Voldoet Mezz nu? Als we een vergelijking ma
ken en we kijken naar de ambities die we hadden toen we hier voor de eerste keer over dit poppodium
spraken, we vergeleken het toen met bijvoorbeeld 013 in Tilburg, en we kijken nu naar de prijs die wij
daarvoor betalen en die in Tilburg is betaald, dan kun je niet anders concluderen dan dat we met onze
ambities behoorlijk duur uit zijn. Het is jammer dat de stijgende bouwkosten steeds ten koste zijn gegaan
van de functionele kwaliteit en niet van de architectonische kwaliteit. Wij stellen dan ook voor om in de
toekomst bij dergelijke projecten te werken met een functioneel en een architectonisch budget en hierop
zouden we nog graag een reactie van de wethouder horen. Toen de raad akkoord ging met het ontwerp
was voor iedereen duidelijk dat er forse risico's waren. Opvallend is het groot aantal aanpassingen, fouten
en vergeten zaken die als meerwerk worden opgevoerd, bijvoorbeeld de zichtlijnen vanaf het balkon, op
hanging van de lichtinstallatie, de vluchttrappen bij de fietskelder. De opmerking dat er altijd aanpassingen
noodzakelijk zijn voor een goed gebruik, lijkt ons niet van toepassing op het feit of je als toeschouwer
vanaf het balkon wel of niet op het podium kunt kijken. De architect is ook herhaaldelijk te laat geweest
met het aanleveren van bouwtekeningen waardoor vertraging ontstond. Ook wij willen graag door de wet
houder op de hoogte worden gehouden van de resultaten van de onderhandelingen tussen de gemeente,
de architect en de aannemer. Conclusie: Mezz staat er, maar als poppodium moet het zich nog bewijzen.
De uitstraling van het gebouw schept hoge verwachtingen en terugkijkend naar de ooit voor het poppodi
um gestelde ambities zijn we als Breda duur uit. We moeten opnieuw lering trekken uit het proces en hoe
we moeten omgaan met de ambities van een architect die zich niet laat temmen door financiële kaders.
Overigens bevestigen de geluiden die we uit het land horen wel dat diens reputatie intussen door dit pro
ject toch wel enigszins aan diggelen is.
Wethouder ADANK
In de eerste plaats denk ik dat het van belang is dat ik, namens het college, mijn dank uitspreek voor de
opmerkingen die zijn gemaakt in de richting van onze medewerkers, met name de medewerkers van de
vakdirectie Cultuur en van het projectmanagement, die toch onder grote druk en vaak met spanningen die
in zeer tegengestelde betekenissen op hen afkwamen moesten proberen oplossingen te forceren tussen
de opdrachtgever, de architect en de aannemer. Dat het desalniettemin is goed gekomen heeft mede te
maken met de grote inzet van deze dames en heren en de wijze waarop er steeds van uit is gegaan dat
de raad uiteindelijk na de initiatieffase, het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp had gezegd welke
keuze voor de raad relevant was bij het realiseren van het poppodium Mezz. In die zin denk ik dat belang
rijk is de opmerking van mevrouw Boidin: hebben we er lering uit getrokken? Natuurlijk is het, als het gaat
om de hele aanbestedingsprocedure, ik heb u dat al een keer eerder geschetst, uitermate noodzakelijk
dat die aanbestedingsprocedure op korte termijn nog een keer ter discussie wordt gesteld. Ik spreek dan
over het hele bouwtraject: vanaf de initiatieffase via het voorlopig ontwerp naar het definitief ontwerp tot
de aanbesteding die moet leiden tot investeringsvolumes. De investeringsvolumes bepalen niet op voor
hand de politiek bestuurlijke discussies. Dat is bij Mezz wel gebeurd en dat leidt, zoals we hebben gezien,
tot problemen als er overschrijdingen zijn. Ik denk dat ik u namens het college kan toezeggen dat die dis
cussie binnen niet al te lange termijn kan worden gevoerd. De heer Braat geeft, naar mijn mening, een
uitstekende analyse. Ik zeg hem toe dat we er alles aan zullen doen, daarbij rekening houdend met de