28 NOVEBER 2002 548 gen omdat ik dat een bijzonder belangrijke toezegging vind ook in het licht van de ervaringen en de dis cussie die we zojuist over Mezz hebben gevoerd, is afgesproken dat, voordat we in een voorlopig ont werpfase komen, er ramingen aan de raad zullen worden aangeboden terzake het beheer, het onderhoud en de exploitatielasten. Dat doet ook recht aan het hele directe verband dat er bestaat tussen enerzijds een investering die je pleegt en de exploitatie die daarmee is gemoeid en anderzijds de onderlinge relatie en verhouding die deze uitgaven ten opzichte van elkaar hebben. Tot zover zou je zeggen dat dit een verhaal is dat reden geeft tot tevredenheid, en die is er ook zeker, ook wat de Partij van de Arbeid betreft, alhoewel er voor ons één punt heel duidelijk is blijven liggen, en daarover is ook door de beide voorgan gers gesproken. Dat is de discussie over het bouwhistorisch onderzoek. Van de portefeuillehouder heb ben wij tijdens de vergadering van 13 november de toezegging gekregen dat de benodigde gegevens ten aanzien van de bouwhistorische informatie ter visie zouden worden gelegd en dat de commissieleden zouden worden geïnformeerd over wat nu exact het verschil is tussen bouwhistorische informatie en bouwhistorisch onderzoek. Dat laatste heeft overigens, bij mijn weten, niet plaatsgevonden. Volgens de Partij van de Arbeid ligt het verschil tussen bouwhistorische informatie en bouwhistorisch onderzoek in het feit dat het bouwhistorisch onderzoek iets toevoegt. Een bouwhistorisch onderzoek trekt conclusies uit de bouwhistorische informatie. Dat is de kern van het verhaal. Een bouwhistorisch onderzoek heeft als het ware het karakter van een waardebepaling van de bouwhistorische informatie. Met andere woorden, er vindt dus een soort toetsing plaats van de bouwhistorische informatie op de waardevolle elementen die ten aanzien van een gebouw worden gevonden. Deze waardepaling kan dan door een architect worden meegenomen wanneer hij van een schetsontwerp naar een voorlopig ontwerp toewerkt. Los van hoe je het ook noemt, of je dat nu een bouwhistorisch onderzoek of een toetsing noemt of wat dan ook, maar volgens de Partij van de Arbeid geef je op het moment dat je een toetsing wilt uitvoeren op de waardevolle elementen van het gebouw een extra input aan de architect, en je gaat dan zorgvuldig en respectvol om met dit belangrijke monument De Beyerd, en die zorgvuldigheid en dat respect behoort met name dit ge bouw te krijgen. Dat sluit, volgens ons, ook aan bij datgene wat bijvoorbeeld in de nota Gekoesterd Ka rakter staat. Onbekend maak onbemind, aldus de nota Gekoesterd Karakter. Eenzelfde zorgvuldigheid, overigens, die wij graag anderen zien betrachten. Ik noem twee voorbeelden: de projectontwikkelaar, die de gebouwen van Justinus van Nassau op het Kasteelplein heeft gedaan, heeft dat op deze wijze in eer ste instantie aangepakt, ook om te bepalen hoeveel appartementen er binnen dat historische gebouw mogelijk waren zonder het gebouw geweld aan te doen. Een ander voorbeeld, van iets recentere datum, is de verbouwing van Heer Wijnand van Steijnsfundatie door uitgever De Geus. Als wij vinden, en dat ook in een nota vastleggen, dat anderen die zorgvuldigheid moeten betrachten, dan is de PvdA van mening dat wij dat als gemeente zelf ook moeten willen en moeten doen. Volgens onze informatie kan een bouw historisch onderzoek of een toetsing, laat ik het zo maar even noemen omdat ik niet in een soort woord discussie terecht wil komen, op een redelijk korte termijn worden gedaan en gaat dit niet gepaard met exorbitante kosten. Wij zijn in ieder geval in dat opzicht geen gevaar voor vertraging. De Partij van de Arbeid pleit dus uitdrukkelijk voor een bouwhistorisch onderzoek, de toetsing, die ik zojuist al heb ge noemd, en waarvan de resultaten kunnen worden betrokken bij de verdere invulling van het schetsont werp. De heer BOER Ook in Breda kan men het geld maar één keer uitgeven. Er zijn grote problemen bij de woningbouw, er zijn grote problemen bij NAC, er zijn grote problemen bij ouderen. Op een gegeven moment moet je als gemeenteraad keuzes maken. Wij vinden dat er de laatste tien jaar ontzettend veel geld naar cultuur is gegaan. Wij hebben het Chassé Theater gekregen, wij hebben zojuist Mezz gehad, wij hebben een nieu we bibliotheek gekregen alsook De Nieuwe Veste, en nu gaan we aan een Grafisch Museum beginnen, waar Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Bij interruptie. Ik wil toch even bij de heer Boer in herinnering brengen dat wij tien jaar geleden steeds hebben gezegd: wij moeten bij cultuur een inhaalslag plegen, te beginnen met de accommodaties. En als die accommodaties er zijn, dan gaan we over tot de invulling. Vanuit de Stadsvisie zijn we daarmee nu druk doende. Ik denk dan ook dat u een denkfout maakt. De heer BOER Neen, wij zijn ook met uw gedachten meegegaan, en dat is natuurlijk iets anders dan een denkfout. Wij zijn het wel met u eens geweest, dat is geen denkfout, dat is gewoon anders over iets denken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 548