28 NOVEBER 2002 549 Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Dus u vindt dat die inhaalslag, als het gaat om de accommodaties en de invulling, gewoon niet aan de orde is? De heer BOER Wij vinden dat er op een gegeven moment genoeg geld naar cultuur is gegaan. Er vallen ook aan de an dere kant gaten. Het is een kwestie van beleid: u kiest ervoor tientallen miljoenen uit te geven voor de sector cultuur en wij vinden dat dat geld beter naar de woningbouw kan gaan en naar andere trajecten. Want er ontstaat nu wel een gat en hoe zit het met die andere trajecten? Nogmaals, je kunt het geld maar één keer uitgeven en ik hoop dat u dat met mij eens bent. Blijkbaar wel. Wij hebben steeds gezegd: als het aan cultuur wordt uitgegeven dan moet dat ook zeer kritisch gebeuren. En wij hebben, en dat moet mevrouw Boidin toch wel toegeven, steeds de lijn gelegd bij het aantal bezoekers en wat het de gemeente Breda kost om de kaartjes te betalen. Bij De Beyerd was het wel het slechtst gesteld. Er kwamen daar nog maar 16.000 bezoekers per jaar en dat kostte ons toch 2,5 miljoen. Een kaartje kostte ons dan on geveer 200,- per bezoeker. Wij hebben er elke keer op gehamerd dat dat een buitengewoon slechte zaak is. Nu krijg je het verhaal dat er een Grafisch Museum moet komen om ons weer op de Nederlandse kaart te zetten. Wij denken juist dat een Grafisch Museum veel meer elitair is dan De Beyerd had kunnen zijn, en dat er door een ander beleid veel meer bezoekers, Bredase bezoekers uit de buurt en de wijk en ook bezoekers uit de regio, hadden kunnen worden aangetrokken. Wij vinden het een heel slechte zaak om een Grafisch Museum te willen hebben. Wij hadden er op een gegeven moment bijna vrede mee kun nen hebben toen bleek dat er in eerste instantie aan werd gedacht om het Grafisch Museum in het ge bouw van de Sociale Dienst te huisvesten. Maar onze meegaande stemming sloeg al snel om toen er plannen kwamen om het in De Beyerd onder te brengen en toen later bleek, en dat was nog erger, dat de helft van De Beyerd zal moeten worden afgebroken om het Grafisch Museum te huisvesten. Wij hebben in de commissie al aangekondigd, ondanks de prachtige woorden van 13,6 miljoen euro en ondanks het feit dat we op talloze momenten hebben gehoord dat het daarbij zal blijven, dat wij ook ten aanzien van dit project vrezen dat het zeker het dubbele zal worden, zoals dat bij alle bouwprojecten in Breda is gegaan. Nogmaals, wij zijn zowel tegen het Grafisch Museum als tegen de plaats. Met afgrijzen, we hebben zojuist de discussie over Mezz gehad, hebben we gezien dat van het monument, dat toch ook een Rijksmonu ment is, eigenlijk niets meer over is. Het had net zo goed van karton kunnen zijn, dan had je het kunnen verplaatsen, dan was het een decor geweest. Van de officiersmess is niets meer over. Tot onze grote schrik wordt ook bij de Kloosterkazerne steeds meer van het historisch gedeelte afgehaald, het wordt een totaal ander gebouw. Dat is, naar onze mening, niet de manier waarop met monumenten moet worden omgegaan. Niet alleen wij vinden dat, ook de Klankbordgroep Monumenten Breda, die uit buitengewoon deskundige mensen bestaat, heeft er elke keer opnieuw voor gepleit om De Beyerd te ontzien. Mevrouw Muntjewerf, die een studie heeft gemaakt van De Beyerd, heeft duidelijk gezegd, anders dan mevrouw Boidin, datje De Beyerd niet als twee gebouwen moet zien, het is gewoon aaneengegroeid, het hoort bij de historie van De Beyerd en je moet De Beyerd laten zoals die nu is. Het aangekondigde bouwhistorisch onderzoek, waarnaar ook door de Klankbordgroep is gevraagd, is nog steeds niet duidelijk naar voren gekomen en dus kunnen we hierover helemaal niet beslissen, want dat is wel iets waar ook de raad naar heeft gevraagd. Het mag duidelijk zijn dat wij niet akkoord gaan met dit voorstel. De heer SCHOENMAKERS Het voorliggend voorstel is voor mijn fractie heel moeilijk geweest en wij hebben daarover heel diepgaand gediscussieerd. Tot ruim een jaar geleden hebben wij ons steeds positief opgesteld om te komen tot een nationaal museum voor Grafische Vormgeving en wij baseerden ons daarbij op de Stadsvisie waarin als een van de hoofddoelstellingen is opgenomen: de verbreding van het aanbod van culturele voorzieningen en evenementen van bovenlokaal niveau. En tevens waren wij van mening dat een dergelijk museum een versterking kan betekenen van het culturele imago van de stad. Wij vinden nog steeds dat de culturele identiteit van een stad mede wordt bepaald door de wijze waarop je je weet te onderscheiden. Wij hebben daarbij steeds aangegeven dat er gezorgd moest worden voor voldoende draagvlak onder de burgers van Breda, en niet alleen vanuit de culturele hoek maar uit de brede lagen van de bevolking. Wij hebben moeten constateren dat dit niet het geval is. De wethouder heeft in de commissie aangegeven dat hij iets moest kunnen laten zien. Mevrouw Boidin heeft er ook even op geduid dat hij iets moest laten visualise ren. Naar de mening van mijn fractie moet de bevolking vanaf het begin bij het project worden betrokken. Want wat betekent dat? Als je de mensen vanaf het begin daarbij betrekt, ook al kun je nog niet tot in de tail zeggen hoe iets gaat worden, dan zul je op het laatst tot de conclusie komen dat het beleid van de gemeente beter door de burgers wordt geaccepteerd ook al zijn ze het er niet altijd mee eens. Dat is een van onze bezwaren op dit ogenblik tegen dit plan. Wij zijn ervan overtuigd dat van alle grote projecten die op stapel staan het Grafisch Museum het minst kan rekenen op sympathie en draagvlak vanuit de burge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 549