28 NOVEBER 2002 556 een afweging moeten maken, waarbij de sociale paragraaf ook in het geding is. Wij moeten dan ook keu zes maken. De discussie over de Kadernota is nu vertaald in de Begroting en niet alles kan, er zijn poli- tiek-bestuurlijke keuzes gemaakt en uw raad heeft in meerderheid daaraan steun gegeven. Dat betekent dat het college, maar dan val ik in herhaling, ook specifiek aandacht heeft gegeven aan het culturele amateurveld. In de richting van mevrouw Boidin merk ik met betrekking tot het bouwhistorisch onderzoek op, dat ik u al had gemeld dat er enige begripsverwarring is ontstaan over het bouwhistorisch onderzoek en de culturele waardebepaling. Andere fracties hebben hierover ook gesproken en de fractie van de Par tij van de Arbeid heeft er vrij uitvoerig bij stilgestaan. Het bouwhistorisch onderzoek is feitelijk niet nodig en ook niet wenselijk omdat daarvan alles bekend is. Wij hebben inmiddels, en daarom ligt dat nog niet ter visie, vanaf 1930 een voorlopige inventarisatie gemaakt van stukken die met bouwhistorische onderzoe ken te maken hebben over alles wat daar is gebouwd en dat heeft De heer SNIER Bij interruptie. Zou een bouwhistorisch onderzoek, dus een onafhankelijk oordeel van een gespecialiseerd bureau, ook niet wat meer licht werpen op de toch hele schimmige brief die wij van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hebben gekregen? Dat zou een aantal kwesties misschien toch wat verduidelijken ten aanzien van hoe je de waarde van de historische elementen van het gebouw moet beoordelen. Een oor deel, een toetsing zou toch een positieve meerwaarde kunnen geven aan de nadere invulling van het schetsontwerp? Wethouder ADANK Noch vanuit de rijksregelgeving, noch vanuit het gemeentelijk beleid, noch vanuit onze eigen nota vloeit zo'n verplichting voort. Een bouwhistorisch onderzoek doe je als je onvoldoende weet van een object, dat is de titel waarop je verder gaat onderzoeken. Noch vanuit de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, noch vanuit de commissie Welstand is aangegeven dat er hiaten zitten in de kennis die we hebben over het bouwhistorisch gedeelte van De Beyerd en de achterbouw. Ook bij de verbouwingen zijn verschillende zaken ten aanzien van bijvoorbeeld archeologie onderzocht. Dit krijgt een vervolg in een archeologisch onderzoek op de bouwplaats zelf. In de verdere procedure van dit project wordt dit natuurlijk meegeno men. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, Wethouder ADANK Ik maak even dit verhaal over het bouwhistorisch onderzoek af, als u mij toestaat, voorzitter. De weging, ook in relatie tot de bouwhistorische waarden, hebben wij samen al eerder genomen door de locatie van De Beyerd in de Boschstraat aan te wijzen als de locatie waar het museum voor Grafische Vormgeving moet komen. Op dit moment zijn er geen elementen die een nieuwe discussie over de locatie mogelijk maken. Inmiddels hebben we over de bouwhistorische onderzoeken zo veel stukken, dat ik u toezeg en dat had ik al eerder gedaan, maar deze week is bekend geworden dat een deel van het archief op het Breda's Museum ligt en een ander deel van het archief op andere plekken, dat we, na onderzoek van alle stukken, de relevante stukken voor uw raad ter visie leggen. De heer BOER Voorzitter, bij interruptie. De deskundige burgers, die verenigd zijn in de Klankbordgroep, hebben de commissie herhaaldelijk verzocht een bouwhistorisch onderzoek te laten uitvoeren. Mevrouw Muntjewerf, de deskundige op het gebied van De Beyerd, heeft daar ook nadrukkelijk naar gevraagd. Het lijkt wel of de wethouder bang is om het bouwhistorisch onderzoek echt uit te voeren, omdat hij dan dingen tegen komt die de plannen eventueel kunnen tegenhouden. Wethouder ADANK In het geval van de Klankbordgroep denk ik dat wij nog een inhaalslag moeten maken. We moeten nog eens precies duidelijk maken waarvoor een bouwhistorisch onderzoek is bedoeld en wat de culturele waardebepaling is. Want ook voor de Rijksdienst voor de Monumentenzorg zit daarin de weging of op die plek al of niet een monument kan worden gekoppeld aan nieuwbouw. Dat is overigens ook het antwoord dat we in het overleg met de Provincie hebben gehoord, dat we uiterst zorgvuldig, maar dat was ook het uitgangspunt, met de locatie De Beyerd, het historisch monument en de nieuwbouw, moeten omgaan. Dat is een opdracht, en een van de sprekers heeft daarover gesproken, die ook heel nadrukkelijk aan de ar chitect is meegegeven. En ik kan aan de hand van het schetsontwerp op weg naar het voorlopig ontwerp

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 556