28 NOVEBER 2002
557
de gemeenteraad en de burgers van Breda tonen dat hij met respect en waardering en vooral met veel
liefde voor de locatie zijn voorlopig ontwerp samenstelt. Een tweede opmerking
De heer BOER
Voorzitter, waarom kan de wethouder,
Wethouder ADANK
Ik was nog niet klaar, voorzitter.
De heer BOER
waarom kan de wethouder het bouwhistorisch onderzoek dan niet hard toezeggen, want dat is toch
eigenlijk een vraag raadsbreed? Ook van de voorstanders.
Wethouder ADANK
Dat is een misverstand. Je houdt een bouwhistorisch onderzoek als je van een pand nog heel weinig
weet. Zo zijn we vorig jaar op verschillende plaatsen in de stad gestart vanuit de nota Gekoesterd Karak
ter. Daar hoort morfologie bij, daar hoort archeologie bij, daar horen bouwfysische zaken bij. Die zaken
zijn tot uitentreuren van het monument De Beyerd bekend. Die leggen we voor uw raad ter visie. Daarmee
voorkomen we dat we een apart bouwhistorisch onderzoek moeten gaan doen. In feite is dat er al, maar je
moet het bij elkaar leggen.
De heer BOER
Maar dan wordt het toch een heel goedkoop bouwhistorisch onderzoek? Dan hoeft u eigenlijk alleen maar
de bestaande gegevens te verzamelen.
De VOORZITTER
Als u nu nog echt vragen heeft, wilt u die dan in de tweede termijn stellen? Want zo schieten we natuurlijk
absoluut niet op. Dat suddert maar door en dat vraagt over en weer en we zijn weer helemaal de commis
sie aan het overdoen.
Wethouder ADANK
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Boer over de inspreekster, die zich niet zozeer in het
rijksmonument als wel met name in de sociaal-culturele geschiedenis van De Beyerd heeft verdiept, advi
seer ik de heer Boer om nog eens de delen te lezen van de jaarboeken van De Oranjeboom, die in ieder
geval in mijn boekenkast staan, waarin mevrouw Muntjewerf met name haar zorg maar ook haar liefde
uitspreekt voor de sociaal-culturele betekenis van bijvoorbeeld: hoe is in Breda in het verleden omgegaan
met de opvang van wezen, van kinderen, van oude mannen? Dat is het verhaal van deze inspreekster. En
terecht zul je daarom, ik heb dat onderschreven, met nog meer extra zorg en moeite rekening moeten
houden met een locatie als De Beyerd. In de richting van de heer Snier zeg ik absoluut toe dat ik er per
soonlijk op zal toezien dat alle relevante informatie die met de bouwhistorie heeft te maken, zowel wat
betreft het monument, want zoals u weet is maar een deel van het monument echt rijksmonument, als het
grondpatroon waar in een ver verleden gebouwen hebben gestaan, voor uw raad ter visie zal worden
gelegd. Opmerkingen met betrekking tot de communicatie heb ik al eerder gemaakt. Het is niet zo, en dat
zeg ik in de richting van Breda '97, dat ik met een stuk papier de boer op kan. Het is wel zo dat, op het
moment dat er een voorlopig ontwerp ligt en je hebt als raad laten zien dat je een duidelijke keuze hebt
gemaakt, je dan naar de bevolking gaat met een verhaal waarin ook een perspectief aanwezig is. Je moet
niet met een illusoir verhaal komen en met sprookjes in de zin van: we willen dit en over twee jaar mag je
gaan vertellen dat helaas door allerlei omstandigheden het verhaal niet doorgaat. Neen, de afweging van
het college in de richting van de raad is: we hebben hier een kwalitatief sterk product, we hebben dat op
alle aspecten onderzocht en we gaan daarmee naar de burgers. Dit museum, het museum voor Grafische
Vormgeving, is, naar de mening van het college, ook het museum voor de toekomst, vandaar dat het the
ma van vanmiddag best op zijn plaats was, want in het museum voor Grafische Vormgeving wordt met
name gewerkt met grafieken, internet en met alles wat de moderne mediatechnologie in huis heeft. Het is
daarom een uitstekend medium om aan de stad te verkopen. Maar dan moetje wel weten waarover je het
hebt. Op dit moment hebben we alleen nog een schetsontwerp. Maar zelfs met dat schetsontwerp ga ik
nu de boer op, ik ga de stad in, ik ga naar onze burgers, we gaan naar de scholen, we gaan naar buurt
en wijkverenigingen, mijnheer Schoenmakers, als we weten waar we samen over praten en ik in gewoon
Nederlands kan aantonen wat daar staat te gebeuren. Er ligt inmiddels van een van de zeven werkgroe
pen, die met dit project bezig zijn, een uitstekend draaiboek klaar van de manier waarop we van plan zijn
dat te gaan doen en ik zal dat ook in de commissie inbrengen. En dat gebeurt niet met een elitair tijdschrift