28 NOVEBER 2002 568 over afspraken gemaakt, in de eerste plaats in het Programakkoord en ten tweede toont het ZKA- onderzoek aan, en dat is in uw commissie ook mondeling toegelicht, dat die synergie-effecten, gelet op de schaal van een sportcentrum en datgene wat we willen met een evenementencomplex casu quo evene mententerrein, niet met elkaar evenredig zijn en vooralsnog ook geen meerwaarde aantonen. In de rich ting van de heer Van Yperen merk ik op dat het college geen onderzoek doet naar een alternatieve loca tie. We kunnen hooguit, in relatie tot mijn eerdere opmerking, die vraag aan de orde stellen nadat het on derzoek is afgerond en de resultaten van de Bavelse Berg bekend zijn. Daar zien wij wel perspectieven evenals overigens de provinciale overheid en de rijksoverheid, die met name vuilstortplaatsen en de are alen daaromheen hebben aangewezen als zoeklocaties voor evenemententerreinen. Het is dan ook de inzet van het college dat traject van het departement en de Provincie in te slaan om te kijken of we daar voor niet alleen in ideële zin maar ook in materiële zin ondersteuning kunnen krijgen. De opmerkingen van de heer Kwisthout heb ik zo uitgelegd dat de Socialistische Partij dit voorstel steunt. De heer KWISTHOUT Onder voorbehoud dat de motie wordt aangenomen, omdat wij vinden dat het onderzoek breder moet zijn dan alleen deze locatie. Wethouder AD ANK En dan spreekt u over de motie van De heer KWISTHOUT Leefbaar-Breda. Wethouder ADANK En daarvan heb ik aangegeven dat het college voorstelt om die motie aan te houden tot het moment dat in februari of maart de resultaten bekend zijn. De heer KWISTHOUT Moet ik daaruit concluderen dat het college ook voorstelt dat, op het moment dat die locatie is onderzocht, daarna ook de andere locaties worden onderzocht? Is het louter een tijdsaspect of zegt u: op het moment dat deze locatie is onderzocht en akkoord bevonden valt de rest automatisch weg? Wethouder ADANK Het college laat graag de discussie dienaangaande over aan de raad. De heer Taks heeft heel nadrukke lijk gezegd dat in zijn optiek een evenementencomplex als een van de basisvoorwaarden voor deze stad geldt. Gelet op de opdracht van het onderzoek richten wij ons op dit moment alleen op de Bavelse Berg en na ommekomst van de resultaten van dat onderzoek kunnen we goed aangeven of het realiteitszin heeft of niet. Alsdan zouden andere locaties in beeld kunnen worden gebracht, maar dat zal gebeuren nadat er toch een discussie heeft plaatsgevonden in de commissie die daarvoor is aangewezen. De heer DE ROOS Bij interruptie. Voorzitter, het kan zijn dat het aan mij voorbij is gegaan, maar ik wil de wethouder toch vragen om nog iets te zeggen over motie 3. Wethouder ADANK Ik dacht dat ik had aangetoond dat, volgens de opvatting van het college, de synergie-effecten die worden gestaafd door de onderzoeksresultaten van het rapport ZKA, De heer DE ROOS Dat heb ik gehoord, voorzitter, het gaat om die andere motie. De VOORZITTER Het gaat om De Brouwerij. De wethouder heeft heel uitdrukkelijk gezegd dat, wat het college betreft, het onderzoek zich nu uitsluitend richt op de Bavelse Berg en als mocht blijken dat dat geen haalbare kaart is dat dan de andere aan de orde komen. Dat is wat aan de heer Kwisthout is medegedeeld. Dat geldt dus ook voor motie 3. Wethouder ADANK Dat betekent dat het college met de motie die gaat over de locatie De Brouwerij op dit moment niet kan leven, omdat we op de eerste plaats ook nadrukkelijk in deze raad hebben afgesproken dat we eerst de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 568