19 DECEMBER 2002 588 De VOORZITTER Wij hebben intussen zes vragen. Ze liggen op tafel. De SP en GroenLinks willen iets vragen over doelloos rondhangen. D66 heeft een vraag gesteld over het wijkrestaurant Heuvel en de rol van het Grondbedrijf, het CDA over het ambulancevervoer van de GGD, en Leefbaar-Breda heeft drie vragen: over politieke stemadviezen, bouwfraude en de bouwvergunning voor een schuur. Ik begin met de SP, die ik het eerst het woord geef, omdat zij de vraag ook het eerst heeft ingediend. Vraag (1), ingediend door de fractie van de SP, en ook door de fractie van GroenLinks, inzake doelloos rondhangen. De heer KWISTHOUT Enkele weken geleden werd een jonge Bredanaar gearresteerd wegens vermeend doelloos rondhangen. Een verbalisatie is mogelijk gemaakt door een wijziging in de APV van enige tijd geleden, die bedoeld was om overlast van drugsgebruikers en -handelaren op het station tegen te gaan. Ik denk dat velen hier in deze raad het met mij eens zijn dat de arrestatie, zoals deze in BN/DeStem staat beschreven, niet de bedoeling van die APV-wijziging had kunnen zijn. Allereerst wil ik vragen of de burgemeester van mening is dat de feiten zoals ze in BN/DeStem beschreven zijn een correcte weergave van de werkelijkheid zijn, dat wil zeggen dat de verbalisatie heeft plaatsgevonden op grond van het vermeend doelloos rondhangen. Ik ga daar even bij de verdere vragen van uit. Mijn volgende vraag is of de burgemeester van mening is dat de verbalisatie past in de geest van de verordeningswijziging, dus of het destijds genomen besluit ook beoogde om het optreden zoals omschreven te faciliteren. In mijn perceptie werd het voorstel verdedigd door aan te geven dat het een soort vangnet was om drugsoverlast tegen te gaan en het station veiliger te maken voor de bezoekers. Op de een of andere manier bekruipt mij het idee dat, wanneer de raad de handhavers der wet, de openbare orde, een wettelijke vinger geeft, meteen de hele hand wordt gegrepen. We roepen een alcoholverbod uit binnen de singels om de politie een manier te geven om in geval van ordeverstoring adequaat te kunnen optreden en vervolgens blijk je in de problemen te komen als je in het park met een blikje bier aan de waterkant zit. We veranderden de APV om drugsoverlast op het station tegen te gaan en als gevolg daarvan worden mensen opgepakt die op de bus staan te wachten. Hoe denkt de burgemeester daarover? Om het te chargeren: stel dat je uit Groningen aankomt op het station Breda, aan het nadenken bent of je naar het Grafisch Museum of naar de open Haven wilt gaan kijken, en dat je vervolgens aangesproken wordt in de zin van: ja, het is natuurlijk niet de bedoeling dat we hier doelloos gaan rondhangen. Ik denk dat het tijd wordt om eens gezamenlijk te gaan nadenken over de gevolgen van de ongetwijfeld goede bedoelingen die de raad heeft om de stad heel, schoon en veilig te houden. Ook daarover hoor ik graag de mening van de burgemeester. De heer DE ROOS Als ik had geweten dat over deze kwestie al vragen waren gemaakt, dan had ik ze van tevoren met de heer Kwisthout van de SP afgestemd. Onze invalshoek is een iets andere. We dachten aanvankelijk dat het ging om het artikel van de APV dat afgelopen zomer, in de raadsvergadering van juli 2002, is inge voerd. Dat artikel van de APV blijkt het dus niet te zijn. Het blijkt artikel 46 over het doelloos rondhangen te zijn, dat zegt dat het verboden is om zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden onder het portaal van een openbaar gebouw en andere openbare locaties. Uit het artikel in BN/DeStem, waarover het hier gaat, kwam naar voren dat de jongen in kwestie op 3 december met de bus op weg was van de Haagse Beemden naar Princenhage, en dus moest overstappen bij het Centraal Station. Hij stond op het Stationsplein te wachten op lijn 5 en daar werd hem door de politie naar zijn naam gevraagd. Hij stelde de tegenvraag: word ik soms ergens van verdacht? En dat leidde tot zijn ar restatie en uiteindelijk tot een geldboete van 40 euro. De politie was volgens het bericht in BN/DeStem van mening dat Bruininge doelloos rondhing, omdat hij niet op de daarvoor bestemde plaats, het busper ron, stond te wachten, maar elders op het plein. Volgens Bruininge kon hij vanaf de plek waar hij stond lijn 5 juist goed zien aankomen en had hij bovendien een afgestempeld buskaartje op zak. Volgens de woordvoerder van de politie is het de politie die bepaalt wie er op het station doelloos rondhangt en wie niet. Tot zover een korte weergave van het krantenartikel in kwestie. Volgens GroenLinks moet de politie bij het toepassen van de APV rekening houden met de tekst en de bedoeling van deze bepaling over doelloos rondhangen. Het gaat immers om de bestrijding van overlast. Er moet sprake zijn van een zich ophouden op een voor anderen hinderlijke wijze. Het kan niet zo zijn dat het enkel aanwezig zijn op het Stationsplein, anders dan op het busperron, al kan leiden tot een boete wegens doelloos rondhangen. Dan zou deze bepaling naar willekeur kunnen worden toegepast en wordt het Stationsplein voor de burger wellicht nog onveiliger dan nu. Je kunt dan niet alleen door andere burgers, maar ook de politie zinloos worden belaagd. En dat was natuurlijk nooit de bedoeling van deze bepaling van de APV. Vandaar de volgende vragen aan de burgemeester. Bent u het met ons eens dat op grond van deze bepaling alleen in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 588