19 DECEMBER 2002 616 water. In 1997 werd in het collegeprogramma het voornemen opgenomen om de mogelijkheden van het heropenen van de Haven te onderzoeken. Die onderzoeken zijn verricht en dit heeft geleid tot een voorlo pig ontwerp voor de reconstructie van de Westflank, dat in 1999 uitgebreid in consultatie is gebracht. Een jaar later, in september 2000, heeft uw raad het voorlopig ontwerp vastgesteld en daarmee het principe besluit genomen om het water terug te brengen in de binnenstad. Dat gebeurde met een veel grotere meerderheid dan bij het besluit om de Haven te dempen. Van de 39 raadsleden stemden 38 in met dat voorlopig plan. Met uw instemming kunnen we in 2004 beginnen met het heropenen van de Haven, pre cies 40 jaar na de demping. Als je die fantastische raadsvergadering van 14 juni 1950 zo eens even leest, dan heb je toch wel een paar leuke quotes hoe de dames en heren met elkaar omgingen. De KVP, de Katholieke Volkspartij: "Zonder Gedempte Haven is het verkeersprobleem der binnenstad niet op te los sen. De stad heeft behoefte aan grote parkeerruimten. Kan het centrum niet meegroeien, dan handelen wij verkeerd." Een overweging daarbij was voorts dat er op de Grote Markt een parkeerverbod moest wor den ingesteld. Maar de KVP was verdeeld. Fractielid Mol: "Het is tamelijk zuur om bij het 700-jarig be staan van de stad te moeten zeggen: 'Kijk, mijne heren, hier zijn wij nu ontstaan, maar wij gaan de zaak dichtgooien'." Fractielid Van Gils: "Een Gedempte Haven zal een autokerkhof worden. De stad zal haar naam als lachende stad wellicht verliezen", terwijl fractielid Dirven in demping juist een grotere bloei van het havenkwartier voorzag. De Protestant-Christelijke fractie pleitte voor het openhouden van de Haven. "Neemt men de Haven weg dan snijdt men een stuk uit het hart van oud Breda." Wel wilde ook deze frac tie de stank en de rattenplaag doen verdwijnen. Ook toen al werd de Haven in verband gebracht met de riolering. En één fractielid, de heer Van Campen, was vóór demping. En uiteindelijk zou zijn stem door slaggevend blijken te zijn. De PvdA stelde De heer AKINCI Bij interruptie. Betekent dit dat de CDA-fractie, of althans de voorlopers van het CDA, dus feitelijk verant woordelijk zijn voor al deze ellende? Wethouder NIEDERER Die vraag moet u mij niet stellen. Ik denk het niet. Maar men had toen de afweging die men toen naar de stand van dat moment maakte. Ik heb daar verder geen oordeel over. De PvdA stelde ook nog wat. "Men komt niet naar Breda voor zijn Haven, maar voor zijn bossen. Juist bij behoud zal het karakteristieke en rustieke van de tegenwoordige Haven verdwijnen. Op enkele panden na is de Haven een architectonische warboel." Doch ook de PvdA was verdeeld. Lid Kamphuis vond dempen onverantwoord, maar wilde wel graag op korte termijn de stank weg hebben. Ook Rattink, Vermeulen en Brinkerhof waren tegen dem ping. De VVD: "Is de Haven dicht, dan zal blijken dat de weg langs het Spanjaardsgat veel te smal is, zodat ook daar gedempt zal moeten worden. De Haven moet open blijven." Die bespreking duurde vier uur. Een bespreking in één instantie. Van een tweede termijn werd afgezien. De VOORZITTER Laten wij dat vandaag ook hopen. Wethouder NIEDERER Ik laat die stilte even vallen. De VOORZITTER Kunt u ook vertellen wat de heer Taks in die tijd heeft gezegd? Hij moet er toen geweest zijn. Wethouder NIEDERER Dagblad De Stem, ik heb hem hier bij me, schreef de volgende dag: "De stemming verliep in grote stilte. Als het ware met ingehouden adem turfde ieder voor zich de voor- en tegenstemmers. Men voelde niet alleen het gewicht van het ogenblik, doch wist ook hoeveel er van één stem kon afhangen. En dat bleek dus ook. Met één stem meerderheid werd besloten de Haven dicht te gooien." Ik heb u even wat geschie denis geschetst om aan te geven hoe prominent dit dossier altijd in onze stad is geweest. Toen ik van daag met de heer EloV Koreman over de Haven liep, er was veel landelijke aandacht en de landelijke me dia, radio en televisie waren ter plaatse, en wij onze opnames achter de rug hadden, stond de heer Kore man ineens stil, wij hadden het natuurlijk in dat interview ook gehad over de economische meerwaarde van dit project en ik heb het bewijs van overtuiging maar meegenomen, hij bukte zich en zei: kijk, ik vind nu al één eurocent, een eurocent die daar nu al ligt, die dus al uitgegeven is op dat bedrag van 29,5 mil joen. Dus u ziet, de kosten gaan voor de baat uit. Dat is symbolisch. De heer Koreman signaleerde het, niet ik. Dit is dus symbolisch voor het feit dat wij als college daadwerkelijk geloven - geloven, niet bekeren - en dat is door bureaus uitgerekend, dat dat plan inderdaad zal leiden tot economische activiteit. Je kunt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 616