BW3
19 DECEMBER 2002 623
De heer BOER
Heel kort. Wij kunnen ons vinden in het beleidsplan. We hebben twee opmerkingen, die we ook al in de
commissie hebben gemaakt, maar we willen die toch nog even herhalen, zodat ze in de notulen worden
vastgelegd. De eerste is dat wij problemen hebben met het tewerkstellen van moeders met kinderen van
vijfjaar en ouder. Dat zou vanaf twaalf jaar moeten zijn. De tweede betreft het verplicht stellen van het
vinden van werk voor 57,5-jarigen. Wij vinden dat de nadruk vooral op de jongeren moet komen te liggen,
want die kunnen het best deze kar trekken.
De heer SCHOENMAKERS
Uit het plan blijkt opnieuw dat het college, met name de verantwoordelijke wethouder, het progressieve
beleid ten aanzien van het bestrijden van armoede, het arbeidsmarktbeleid en de sociale wetten wil voort
zetten, ondanks de economische tegenwind en het te voeren rijksbeleid. Wij hebben hierover in de com
missie van 11 december jongstleden genoeg met elkaar gesproken. In ieder geval kunnen we stellen dat
het sociaal beleid binnen de mogelijkheden die we hebben ook voor 2003 goed in beeld is gebracht en,
naar wij hopen, gunstig zal uitwerken voor onze burgers die er een beroep op moeten doen, hoewel wij er
grote zorgen over hebben, gezien ook de uitlating van minister Hoogervorst inzake verder noodzakelijke
bezuinigingen. Het zal u duidelijk zijn dat wij het beleidsplan van harte ondersteunen.
De heer SCHELTENS
Ik zal proberen het kort te houden, wat ik ga zeggen is voor een deel een herhaling van de vorige raads
vergadering, maar het is wat beter en wat anders onderbouwd. Het betreft namelijk het volgende. We
bespreken hier het beleidsplan Algemene bijstandswet voor het volgend jaar. We hebben het over een
periode die voor ons ligt, maar we baseren ons voor een belangrijk gedeelte ook op een periode die ach
ter ons ligt. Als we het over de Algemene bijstandswet hebben, dan hebben we het dus ook over het ar
moedebeleid. Dat brengt mij, ik zal het kort en bondig proberen te doen, tot de herindiening van een motie
die betrekking heeft op de eurocompensatie. Wij zijn doorgegaan met onze onderzoekingen en we heb
ben daarbij ook hulp gehad van de griffie. Wij hebben dat gebaseerd op de volgende punten. We hebben
nogmaals de vraag gesteld of deze compensatie al dan niet wettelijk toelaatbaar is. Oftewel: valt deze
buiten het verbod op het voeren van inkomenspolitiek? Dat was een belangrijk punt vanuit de beantwoor
ding van de wethouder. Het antwoord vanuit de VNG is duidelijk. Het antwoord van de VNG is officieel ja.
De zogenaamde eurocompensatie wordt gezien als een legitieme reden voor het verlenen van categoriale
bijstand. De tweede vraag is of er inderdaad sprake is van negatieve inkomenseffecten. Het rapport van
het Nibud, waarvan wij al kennis hadden genomen, is in zijn geheel door de griffie aan ons gegeven. Die
heeft ervoor gezorgd dat dat uitgedraaid kon worden. Daaruit blijkt overduidelijk dat er met name voor de
minima sprake is van duidelijk negatieve inkomenseffecten, mede door de invoering van de euro. De der
de vraag is of de gemeenten al tot invoering zijn overgegaan. Het antwoord daarop is ook ja. Dan komen
we weer terecht bij de gemeente Tynaarlo, waaronder Zuid-Laren valt, en dat is een degelijke Drentse
gemeente, zo degelijk als een kokosmat. Het vierde punt dat wij willen aanhalen is helemaal vers van de
pers. Wij hebben een kringrapportage benchmark Algemene bijstandswet 2002. Dat is van een andere
gemeente, maar in die kring zit Breda ook. Dit rapport doorlezend is alleen duidelijk de plaats die het be
treft, en dat is dus niet de gemeente Breda, maar degene die mij dit rapport heeft gegeven gaf duidelijk
aan dat Breda niet tot de medaillekandidaten behoorde - om niet te zeggen: tot de grauwe middenmoot -
op het gebied van de Algemene bijstandswet. Niet slecht, maar ook geen medaillewinnaar. Wij vinden dat
je, ook als je je best doet, moet proberen daar waar mogelijk steeds weer verbeteringen aan te brengen.
Wij vinden dit een uitgelezen mogelijkheid om een onderdeel van de Algemene bijstandswet, met name
het armoedebeleid, vorm te geven. Het laatste punt is dat ik vind, ik heb dat de vorige keer ook gebruikt
maar ik vind dat dat nog steeds zo is, als Breda zou overgaan tot een eurocompensatie voor de minima,
dat dit een fantastische afsluiting zou zijn van een feestjaar in Breda, want juist voor die mensen is er
waarschijnlijk veel minder te feesten geweest dan voor andere mensen. De motie kan volgens mij worden
uitgedeeld want die lag al klaar, als het goed is. Ik heb het kort gehouden, maar ik sta open voor nadere
toelichtingen.
De VOORZITTER
Door de heer Scheltens is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende on
dertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
De door de heer Scheltens, namens de fractie van GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (3)