Bijlagen bij de raadsnotulen van 25 juni 2002 Kadernota 2003 gemeente Breda
KADERNOTA 2003
EEN NIEUWE LENTE, EEN NIEUW GELUID!
De Kadernota 2003 ademt de sfeer van het Programakkoord, zoals dat is afgesloten door de coalitie
partijen CDA, VVD en PvdA.
Het overlijden van Lous van Beusekom heeft een diepe indruk gemaakt op allen die haar gekend
hebben, zij zal blijven voortleven zeker in de projecten in onze stad, die toch duidelijk haar handteke
ning dragen.
Gelukkig is de fractie van de VVD erin geslaagd om, naar het ons voorkomt, een waardige opvolger
bereid te vinden om haar zware portefeuille over te nemen. Wij wensen wethouder Niederer van harte
succes toe.
We zijn sinds 7 maart jl begonnen met het "dualisme". Een totaal nieuwe, maar geen eenvoudige op
gave voor allen die daar bij betrokken zijn. De wijziging van de gemeentewet is nog geen voorwaarde
voor het succes van de dualisering. Wij moeten als raadsleden ons blijven bezinnen op onze nieuwe
rol en de mogelijkheden die de nieuwe wet ons biedt en wij zullen die ook echt moeten benutten. La
ten we de eerste jaren maar beschouwen als een leerproces, alles kan niet ineens, we moeten er naar
toe groeien. Maar we moeten wel ogen en oren ophouden!
Dualisme is een hefboom voor de bestuurlijke vernieuwing.
De Kadernota is als het ware een vertaling van het programakkoord. De coalitiefracties hebben dat
opgesteld.Gelukkig is het niet volledig dichtgetimmerd, daarom hoopt
BREDA '97, dat de coalitiefracties het akkoord als een richtinggevend document beschouwen om de
zelfstandige positie van de Raad ten opzichte van het College te ondersteunen.
Voor wie is het programakkoord nu eigenlijk? Voor het College of ook voor de Raad.
Het komt mijn fractie gewenst voor om ook een raadsprogramma vast te stellen.
Laten we voorlopig alleen maar denken aan een agenderend programma, waarbij de raad een aantal
onderwerpen (b.v. 2 of 3 per jaar) vaststelt waarover ze wil spreken.
Inmiddels is er een eerste opzet van de strategische raadsagenda 2002-2006 vanuit de griffie geleid
naar het fractievoorzittersoverleg.
Voor BREDA '97 is dit een belangrijke zaak o.a.voor de kaderstellende functie,maar ook voor de
volksvertegenwoordigende taak.
Wij vinden dat bepaalde besluiten vooral over emotionele onderwerpen, bv. het al of niet aanpassen
van de functie van wijkbibliotheken, door de fracties aan de burgers uitgelegd moeten worden en dat
we ons niet moeten verschuilen achter het College of de ambtelijke organisatie
De invloed van de oppositiepartijen op het programakkoord is minimaal geweest. De opmerkingen en
de zienswijzen van de diverse fracties zijn naar de mening van
BREDA '97 op geen enkele manier terug te vinden, daar is dus niets mee gedaan. Daarom blijven wij
pleiten voor een kaderstellend debat voorafgaande aan de Kadernota.
Dit wordt ook erkend en we zullen er voor de Kadernota 2004 ook gebruik van moeten maken en wij
nemen de handschoen op om daar bij de behandeling van de begroting 2003 afspraken over te ma
ken.
Deze Kadernota is een opstap naar de begroting. Gezien de scheiding in posities en bevoegdheden
tussen de raad en het college heeft dat ook gevolgen voor de begroting.
Voor de raad moet er een begroting komen, die de kaderstellende en de controlerende functie moet
ondersteunen, terwijl die van het college de uitvoerende taak moet ondersteunen.
De raad krijgt te maken met een programbegroting, die onderverdeeld is in programma's,
die naar ik aanneem zijn grondslag zal vinden in de Stadsvisie. Het jaarverslag zal t.z.t. aansluiten bij
de begroting.
Van belang is ook de voorstellen die vanuit de Rekeningscommissie aan de raad zullen worden aan
geboden voor de besluitvorming over de rekenkamerfunctie.
De Kadernota wint aan belang vanwege de scheiding tussen College en Raad, want dit is een van die
momenten waarop de raad zijn kaderstellende taak kan uitvoeren. Het is een goed moment om dis
cussie te voeren over beleidsdoelen en de samenhang tussen de verschillende beleidsvelden.
Bij de Kadernota 2002 hebben wij aangegeven, dat het toekomstbeeld, het ambitieniveau,de visie, zo
u wilt, voor ons wordt ingekaderd door twee principiële vragen: Waar liggen de grenzen van onze
groei en hoe brengen we evenwicht tussen de fysieke- en niet-fysieke ontwikkelingen in Breda?