Bijlagen bij de raadsnotulen van 25 juni 2002 Kadernota 2003 gemeente Breda
De stad Breda en de regio
Recent heeft de raad De Ruimtelijke Verkenningen voor de ruimtelijke ontwikkeling van Breda in de
komende 15-20 jaar van het college ontvangen. Hiermee is een start gegeven aan de actualisering
van het bestaande stadsplan tot een nieuw structuurplan als kader voor de ruimtelijke ontwikkeling
van onze stad. Oftewel, in dit traject, en ook reeds in de Ruimtelijke Verkenningen, worden keuzes
gemaakt en ontwikkelingen in gang gezet die straks alle huidige en toekomstige Bredase bewoners
raken. Wij trekken daarom een parallel met de wijze waarop de Bredase bewoner indertijd is betrok
ken bij het Stadsplan. Wat is het standpunt van het college daar over? En is zij met ons van mening
dat de raad de kaders moet formuleren, ook reeds over de gemaakte keuzes in de Ruimtelijke Ver
kenningen?
Wij gaan er in ieder geval van uit dat de Ruimtelijke Verkenningen alsnog worden geagendeerd in de
commissie Ruimte en Wonen (SOW).
Een opmerking die wij in dit kader nog willen maken heeft betrekking op de passage uit de Kadernota
over de positie van Breda in de regio. De toon is daar naar onze mening veel te defensief en het wekt
de suggestie alsof er meer nadelen dan voordelen aan zitten. Dit spreekt uit termen als bezinning
gewenst op het punt van de positie die Breda inneemt binnen de verschillende samenwerkingsver
banden. Door zijn geografische ligging is Breda gedwongen.... Deze positie heeft consequenties voor
de ambities van de stad.' Alsof Breda slachtoffer is in plaats van dat de ligging en positie van Breda
op een kruispunt van noord-zuid en oost-west verbindingen kansen biedt aan de stad. Wij hebben in
dit verband een voorkeur voor veel meer positieve termen en zijn van mening dat Breda in en namens
de regio een verantwoordelijke positie heeft.
Financiën
Bij de behandeling van het Programakkoord is door de coalitiepartijen aangegeven, dat de financiële
onderbouwing bij de Kadernota zou worden gegeven. De twijfel die wij toen reeds hadden bij de finan
ciële soliditeit van het akkoord is bij ons na het bestuderen van deze Kadernota niet afgenomen. Wij
maken ons ernstige zorgen, dat na zo'n lange periode van gezond maken en gezond houden van de
financiën van Breda onder onze verantwoordelijkheid er nu aan potverteren wordt gedaan, waarvan
de inwoners van Breda op termijn de rekening gepresenteerd krijgen. En dat voor een coalitie met een
politieke signatuur die dit verwijt juist vaak maakt naar linkse partijen.
Opvallend is bijvoorbeeld, dat in de tekst zo hier en daar een bijna zekere uitgave staat (GGD, Brand
weer) waar in de financiële vertaling niets mee wordt gedaan. Ook de voortzetting van de campagne
Stad met Karakter krijgt, voor zover wij hebben kunnen vinden, geen financiële vertaling.
Tegen over de minnen in 2004 en 2005 staat natuurlijk nog wel de post nieuw beleid; maar is het een
trendbreuk dat we die nu eigenlijk al nodig hebben om het op termijn sluitend te krijgen? Kortom, is er
nog voldoende ruimte om volgend jaar een pre-Kadernota debat te houden bijvoorbeeld over de post
nieuw beleid?
Hoe moeten wij daarbij het meerjarenperspectief lezen onder rubriek C, getiteld doorwerking eenma
lige uitgaven; maar als je kijkt wat daar staat zijn dat toch structurele voorstellen. Of is de EZ mede
werker voor 4 jaar? En dan zijn de uitgaven rond de buitenruimte maar helemaal weggelaten omdat
deze exploitatie uitgaven via de investeringen lopen voor 4 jaar. Maar wat is dan de waarde van het
overzicht structurele in en uitgaven versus eenmalige in en uitgaven?
Daarbij zijn ook ten aanzien van de voorgestelde dekking de nodige voorschotten genomen. De toe
komstige afroming van de algemene reserve is o.i een beleidswijziging. Maar ook het nu al inzetten
van middelen die in 2017 gaan binnen komen komt ons niet echt bekend voor. Mede gelet op het la
ten vervallen van de nodige risico reserves zijn wij uitermate nieuwsgierig naar de nieuwe opzet van
de risico paragraaf maar wel met de bijbehorende reserve paragraaf.
Hoe zit het met de inzet van de middelen van het Grondbedrijf, waar met de nieuwe raming de bijdra
ge van 50 miljoen met 23 miljoen is verhoogd, een forse stijging. Tot hoever in de tijd zijn deze nieuwe
toekomstverwachtingen gesteld? Bij het programakkoord hebben wij reeds gevraagd om een nieuwe
meerjarenraming van het Grondbedrijf. Blijkbaar is die beschikbaar, wanneer kunnen wij deze tege
moet zien? Bij het programakkoord hebben wij reeds gevraagd om een nieuwe meerjarenraming van
het Grondbedrijf. Blijkbaar is die beschikbaar, wanneer kunnen wij deze tegemoet zien?
Tevens zouden wij informatie willen krijgen over de extra opbrengsten van het marktconform maken
van de grondprijzen voor sociale woningbouw voor het grondbedrijf en waar deze aan worden be-