BIJLAGEN NOTULEN 7 NOVEMBER 2002, BEGROTING 2003 GEMEENTE BREDA
8
De begroting 2003 wordt in de nota van aanbieding omschreven als een begroting-nieuwe-stijl. Het is
een eerste aanzet om te komen tot een programmabegroting die compacter en transparanter is dan
de voorheen gehanteerde begrotingen. Voor wat betreft de beleidsmatige toelichting wordt duidelijk
aangesloten bij de thema's van de Stadsvisie, maar dat verschilt qua opzet niet met voorgaande jaren.
Het cijfermatig gedeelte is inderdaad zeer compact, maar de presentatie van de inkomsten en uitga
ven is niet echt inzichtelijk. De cijfers van hoofdstuk 6 geven te weinig inzicht in het te voeren beleid
en daardoor wordt afbreuk gedaan aan de noodzakelijke controlemogelijkheid. De ontwikkeling van
de
begroting is nog niet af en daarom verwacht de VVD dat de beoogde verbetering van de begrotings-
opzet zichtbaar wordt bij de begroting 2004 en dat dan met name meer inzicht zal worden geboden in
de meerjarige programmatische uitvoering van de omvangrijke budgetten.
De VVD zou graag zien, dat in de toekomst ook een overzicht wordt gegeven van de aangevraagde
subsidies en de daarop gegeven toewijzingen en afwijzingen. Op dit moment heeft de raad geen
goed beeld van de mate waarin het college bij andere overheden financiële middelen weet te verwer
ven. Gerichte stadspromotie zou volgens de nota van aanbieding het imago van de stad versterken
en daardoor zouden de geldstromen rijkelijk naar Breda vloeien. Naar de mening van de VVD komt
het toch vooral aan op het handwerk van het lobbyen. De indruk bestaat dat andere steden daarin
meer bedreven zijn. Zo hebben bijvoorbeeld Den Bosch en Tilburg voor hun tangenten bij de provin
cie aanzienlijk meer geld weten los te peuteren dan Breda voor de aanleg van haar Westtangent. De
VVD dringt er bij het
college op aan om alerter te zijn op het binnenhalen van subsidies van het Rijk en de provincie. Bre
da mag hierin niet te bescheiden zijn.
Versterking van de economische functie en de concurrentiepositie van de binnenstad ziet de VVD als
topprioriteit. Daarvoor is de spoedige aanpak van de Westflank een noodzakelijke voorwaarde. Het is
een goede zaak, dat het definitief ontwerp nog dit jaar aan de raad wordt voorgelegd. De VVD rekent
erop, dat de uitvoerende werkzaamheden voor de terugkeer van het water in de Westflank in 2004
worden gestart.
In 2003 wordt begonnen met de voorbereiding van een ontwerp voor het gebied Achter de Lange
Stallen. De VVD verwacht, dat op deze locatie hoogwaardige detailhandel tot stand komt, overeen
komstig de randvoorwaarden zoals aangegeven in de Detailhandelsnota. Ook deze ontwikkeling kan
een
kwaliteitsimpuls aan de binnenstad geven.
Voor de ontwikkeling van de Spoorzone kiest het college voor "een haalbaar programma, dat aansluit
op de belangstelling van de markt". Die benadering is op zich juist, maar wekt ook de indruk dat spra
ke is van een verminderd ambitieniveau. Een minder grootse opzet van bijvoorbeeld het stationcom
plex
getuigt wellicht van een realistische aanpak. De beoogde vermindering van het aantal parkeerplaat
sen met 25 is evenwel voor de WD niet aanvaardbaar. Zonder goede autobereikbaarheid is het
Zuidelijk vervoerknooppunt en daarmee de aanpak van de Spoorzone tot mislukken gedoemd. Door
teveel
concessies te doen aan de kwaliteit en opzet van de plannen zou de investeringsbereidheid van de
particuliere sector kunnen worden afgeremd, met alle negatieve gevolgen van dien. In dat opzicht
deelt de VVD de bezorgdheid van de Kamer van Koophandel. Het moet gaan om een evenwichtige
mix van functies, zoals winkels, kantoren, hotels en woningen. Ook dat laatste is van groot belang,
want de Spoorzone is niet alleen een werkomgeving maar ook een woonomgeving. De VVD ziet de
aanpak van de Spoorzone dan ook als een vitaal onderdeel van de stedelijke vernieuwing.
Het gaat om duurzaam herstel van een kwetsbare stadswijk.
De opwaardering van de Boschstraat komt een belangrijke stap naderbij door het opstellen van een
definitief plan. De financiële consequenties van de uitvoering van dat plan zullen komend jaar aan de
orde moeten komen, wellicht reeds bij het kaderstellend debat voor de kadernota 2004.
Datzelfde geldt voor de aanpak van de openbare ruimte van het Brabantplein.
Dit buurt-winkelcentrum gaat zo zeer gebukt onder achterstallig onderhoud dat vooruitlopend op een
definitieve aanpak in 2004 de meest knellende verbeterpunten al in 2003 zouden moeten worden op
gepakt.