14 MAART 2002
68
in vergadering bijeen op 14 maart 2002, behandelende de vaststelling van het nieuwe Reglement van
Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad, waarin onder artikel 5, lid 5, wordt aangegeven:
"Elke fractievoorzitter heeft in het fractievoorzittersoverleg zoveel stemmen als het totaal aantal zitting
hebbende leden in de raad behorende tot de fractie waarvan hij voorzitter is";
overwegende dat:
a. grote fracties een minderheidsverzoek ten aanzien van de agendavorming te allen tijde kunnen
blokkeren;
b. dit in strijd is met de geest van het dualisme waarin van raadsleden, ook individueel, een actieve en
initiërende opstelling wordt verwacht;
c. leden van kleinere fracties zich wellicht genoodzaakt zullen zien ten aanzien van de agendavor
ming procedureel naar het zwaardere middel van het initiatiefvoorstel te grijpen;
d. hierdoor de cultuuromslag die ook de fracties moeten maken wordt belemmerd;
e. ook bij ongewogen stemming in het fractievoorzittersoverleg de mogelijkheid blijft bestaan onge
wenste voorstellen tegen te houden;
besluit:
artikel 5, lid 5, als volgt te wijzigen:
"Elke fractievoorzitter heeft in het fractievoorzittersoverleg één stem."
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer KWISTHOUT
Ik wil ook nog even ingaan op het laatste punt. De SP heeft het amendement medeondertekend en
wij hebben daarvoor twee redenen. De eerste reden is er een vanuit het oogpunt van het functioneren
van de gemeenteraad en ook vooral vanuit de oppositie van de gemeenteraad. Op het moment dat er
getalsmatig kan worden besloten in het fractievoorzittersoverleg, dus naar grootte van de fracties,
houdt dat per definitie in dat de collegepartijen te allen tijde een voorstel van de oppositie kunnen
blokkeren. Wij hebben dat gezien bij het naar de raad halen van voorstellen ex artikel 19 Wet ruimte
lijke ordening. Ons lijkt dat geen goede zaak voor het functioneren van de oppositie en de ruimte die
de oppositie krijgt om dingen naar de raad te halen. De tweede reden is, en de heer Schoenmakers
noemde die ook al, een punt van praktische aard. Op het moment dat zoiets gebeurt ben je, ook als
kleine fractie, genoodzaakt om veel zwaardere middelen zoals een initiatiefvoorstel of een interpella
tiedebat te gebruiken. En die wilden wij eigenlijk reserveren voor zaken waarmee echt iets mis is.
De heer SCHELTENS
Zonder in herhaling te vallen, want dat lijkt mij helemaal niet nodig en bovendien wordt het amende
ment nog steeds uitgedeeld, wil ik namens de GroenLinksfractie zeggen dat wij de argumentatie die
door de heer Schoenmakers en de heer Kwisthout is gevoerd voor de volle 100% ondersteunen. Het
lijkt mij dan ook niet nodig om die argumenten te herhalen. Wij staan daar helemaal achter.
De heer JOOSSE
Ook ik kan de woorden van de heer Schoenmakers volledig onderschrijven. Toch wil ik daar nog even
nader op ingaan, alsmede op nog een ander punt uit het Reglement van Orde voor de gemeenteraad.
Het betreft dan meer een punt dat er op dit moment nog niet in staat. Ik kom daar straks op terug. Op
de eerste plaats ga ik in op artikel 5, lid 5, het fractievoorzittersoverleg en de gewogen stemming.
Zoals in het stuk van de werkgroep staat aangegeven betreft het hier een punt waarbij D66 een ander
standpunt heeft ingenomen dan de meerderheid. Want waar gaat het bij het fractievoorzittersoverleg
in feite over? Meerdere sprekers hebben gesproken over de politieke lading die aan het fractievoor
zittersoverleg nu wordt toegekend, maar die moet natuurlijk ook niet worden overschat, want het gaat
hier niet over een besluitvorming in het fractievoorzittersoverleg anders dan de besluitvorming over de
agenda, oftewel: waar praten we met elkaar over? We nemen in het fractievoorzittersoverleg geen
besluiten over zaken van beleid of politieke besluiten. Wat dat betreft denken wij, net als Breda '97,
dat het heel goed zou zijn, zeker in het kader van het dualisme, dat in het fractievoorzittersoverleg
elke fractie via de fractievoorzitter een gelijke stem zou hebben. In het college neemt straks een
meerderheid van deze raad zitting. Dat betekent dat een aantal fracties een coalitie met elkaar vormt.