26 MAART 2002 86 De heer OOMEN Ik wil graag even reageren op de opmerking van de heer Boer. Hij had het over een kanariepietje. Volgens mij zitten die meestal in een kooi. Ik moet zeggen dat ik me op dit moment toch nog niet ge kooid voel. Ik wil het betoog van mevrouw Van Beusekom nog graag even ondersteunen. Gelet op het in aantocht zijnde zomerseizoen verwacht ik nog een grote verkeerstoename. Ik denk, maar me vrouw Van Beusekom zegt dat ook, dat het heel goed is om continu met de HSL-organisatie overleg te voeren en te kijken, althans dat zou ook mijn voorstel zijn, of er eventuele snelheidslimieten kunnen worden ingevoerd, want mijns inziens is dat ook wel een belangrijk punt waarmee we de verkeersvei ligheid kunnen laten toenemen, zeker voor het komende zomerseizoen. De VOORZITTER Ik begrijp dat ook de vraag van de heer Schreiner wordt meegenomen. Demissionair wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ja, dat zit er allemaal in vervat. We moeten dus ook steeds daarop terugkomen. Vergeet één ding niet, wij zijn geen wegbeheerder. Ik kan u wel van alles toezeggen, maar ik kan het niet zelf uitvoeren. Ik vind wel dat de vragen moeten worden overgebracht, en ik zal dat zeer zeker doen in het regelma tig contact dat er is, maar ik vind dat u eigenlijk van de organisatie moet horen waarom iets wel of niet kan, want dat bepalen wij niet. Echter, al die andere dingen die zijn genoemd zijn ook van toepassing en daarvan kun je zeggen: wat voor effecten leveren die op? Een file hoeft bijvoorbeeld niet altijd het gevolg te zijn van een opstopping ergens omdat er iets is gebeurd. Het kan ook zijn dat chauffeurs als gevolg van het tunneleffect, vanwege de schermen en de versmalling, langzamer gaan rijden en dan gebeurt het ook. De VOORZITTER Er is in ieder geval een toezegging dat het onder de aandacht wordt gebracht van de organisatie. Demissionair wethouder VAN BEUSEKOM-NIX We blijven alert. De VOORZITTER Hartelijk dank, mevrouw Van Beusekom. Demissionair wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik mag weer weg? De VOORZITTER Ja, u mag weg. Ik kom bij het volgende punt in het vragenuur. De fractie D66 wil spreken over het onderzoeksrapport KUB wijk- en dorpsraden. Wie mag ik het woord geven? Mevrouw OVERBOOM De D66-fractie heeft naar aanleiding van dit rapport met name een vraag aan portefeuillehouder De Werd. De VOORZITTER Hij komt. Mevrouw OVERBOOM Vorige week dinsdag is het rapport 'Verwachting en vertrouwen' aangeboden door de onderzoekers van de KUB. Wij hebben het tot nu toe met belangstelling gelezen. Op dit moment hebben wij in ieder geval één vraag. In het rapport vonden wij een zeer belangrijke constatering dat de relatie, zoals die de afgelopen jaren is ontstaan tussen de gemeente, de wijk- en dorpsraden en het bestuur, mede is gekomen doordat de gemeenteraad te weinig kader heeft aangegeven aan de wijze waarop die aan kijkt tegen het districtgewijs werken, de rol van de wijk- en de dorpsraden daarin en de rol van de raad zelf daarin. Gezien de dualisering die er nu is, waarin de kaderstellende rol van de raad eigenlijk alleen nog maar sterker is geworden, is deze constatering uit dit rapport voor de fractie van D66 in ieder geval aanleiding om te concluderen dat de raad die kaderstellende rol veel sterker op zich moet gaan nemen. Wij waren en zijn een beetje bezorgd naar aanleiding van de opmerking van de heer De Werd vorige week aan het eind van de presentatie, dat dit rapport onderdeel is van de collegeonder handelingen. Wij willen daarop graag een toelichting. De D66-fractie vraagt zich af of het dan met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 86