26 MAART 2002
88
De heer SCHELTENS
Voorzitter, allereerst onze dank voor de positieve grondhouding dat de vragen ondanks het feit dat wij
tweeënhalfuur te laat waren met het indienen, maar ja mijn vragen gaan over een andere beperking in
tijd en die is veel meer dan tweeënhalf uur en daar komen wij zo op terug, kunnen worden gesteld.
Dat vinden wij echt een goede start. Ik weet niet precies hoe de samenwerking in dezen is geweest,
maar in ieder geval is het in een goede samenwerking gebeurd dat de vragen aan de orde kunnen
komen. Anders zou dat toch wel een beetje jammer zijn. Wij vinden dit in ieder geval heel prettig. Het
betreft, naar mijn idee, een hele heldere, korte, duidelijke, transparante vraag. Er staat bij de vragen:
twee ambtelijk notities. Het betreft maar één vraag. Het gaat over de notities, de beleidsmatige be
schouwingen voor de bestuursperiode 2002-2006 en de daarbij behorende financiële beschouwingen
voor dezelfde bestuursperiode. Zoals iedereen langzamerhand wel weet hebben de raadsleden en
heeft ook de pers die stukken op 8 maart jongstleden, twee dagen na de lokale verkiezingen, gekre
gen. Wij hebben dat, en ook de andere fracties hebben dat uitgesproken, uitermate betreurd en ge
zegd dat dat een hele slechte start was van een nieuwe periode. Het zijn belangwekkende stukken
waarin bijzonder belangrijke informatie staat en blijkbaar is die wel nuttig genoeg om te bespreken bij
de collegeonderhandelingen maar niet om te betrekken bij de aanloop van de verkiezingen. Ik vind
dat de hele Bredase politiek op alle mogelijke manieren heeft geprobeerd om opkomstbevorderend
bezig te zijn. We zien nu hoe er wordt gereageerd op het feit dat men heeft besloten om deze notities,
ondanks dat zij zijn gedateerd februari 2002 en dus makkelijk een paar dagen eerder bij ons hadden
kunnen zijn, pas op 8 maart in de openbaarheid te brengen. Mijn vraag is heel helder en concreet, en
niet zozeer aan u gericht of aan een ander, maar gewoon aan het hele college, want, zoals we al
vaker hebben gehoord, er is sprake van een collegiaal bestuur en dus zou het eigenlijk niet uitmaken
wie het antwoord geeft. Ik wil heel graag weten wanneer, door wie en met welke argumenten er is
besloten om die stukken pas op 8 maart te doen toekomen aan de raadsleden en de pers en waarom
niet een paar dagen eerder vóór de verkiezingen?
Demissionair wethouder ADANK
Mijnheer Scheltens, in de eerste plaats wil ik even ingaan op de opmerking van de heer Schoenma
kers relaterend aan uw opmerking. Als het gaat om de afspraak terzake het duaal systeem in relatie
tot de pre-kadernotabehandeling denk ik dat het een uitermate goed initiatief is dat we in de komende
jaren, juist als het gaat om de voorbereiding van de financiële kaders van het beleidsmatige verhaal
dat nadien wordt vertaald in een Kadernota en een Begroting, in een heel vroegtijdig stadium de zaak
in de openbaarheid met elkaar gaan bespreken. Datgene wat nu aan de hand is, en in de afgelopen
jaren is dat niet anders geweest en ook niet anders in becommentariërende zin daarop gereageerd, is
dat de wethouder Middelen vanuit zijn functie verantwoordelijk is voor een goede voorbereiding van
de Kadernota. Dat is dus de voorbereiding die vanuit de centrale afdeling Middelen en vanuit ver
schillende andere diensten plaatsvindt. Uiteindelijk gaat het hier om het financieel technische verhaal
voor het oude college dat bezig was met de financieel technische voorbereiding van de Kadernota.
Vandaar dat u op pagina 1 ook vindt: voorbereiding Kadernota 2003. Dit is de voorbereiding die het
oude college verplicht is in gang te zetten vanaf januari/februari/begin maart om duidelijk de financiële
situatie, het financieel meerjarenperspectief en andere zaken, analyses en dergelijke op tafel te krij
gen. Vanuit de centrale afdeling Middelen wordt dit in de richting van het college gesluisd, zodat daar
in een aantal sessies, zoals dat de afgelopen jaren bij de Kadernota en de Begroting gebruikelijk is
geweest, een politiek bestuurlijke discussie kan plaatsvinden. Die discussie heeft in de week van 24
februari in het college plaatsgevonden. Nu blijkt dat in het informele circuit, maar daarvoor ben ik ge
lukkig niet verantwoordelijk, er sprake is geweest van het circuleren van een nota die openbaar zou
zijn geweest. Het gaat echter om een financieel technische nota, puur ter voorbereiding voor het
toenmalige en het huidige demissionaire college. Dat het een openbare nota zou zijn geweest was de
facto niet aan de orde. Het is dezelfde systematiek die in de afgelopen jaren door mijn voorganger is
gevolgd waar het gaat om de verantwoordelijkheid van het college voor de voorbereiding van de Ka
dernota. Het is niet anders in de systematiek en het is niet anders in het aangeleverde materiaal. In
die zin hebben we daarover op dinsdag 5 maart gesproken. Omdat, in mijn beleving, een aantal za
ken aan de orde was in de zin van: hoe gaan wij met een notitie om die van het college is en waar
over het college nog geen besluit heeft genomen en waarover de discussie in brede zin nog niet is
gevoerd, leek het mij verstandig om daarover op donderdag 7 maart nog een keer te discussiëren.
Vervolgens hebben wij besloten om daarover geen besluitvorming te plegen, hetgeen normaliter wel
gebeurt, want dan wordt over zo'n nota een besluit genomen. Besloten is om de notitie in handen te
stellen van de lijsttrekkers en vervolgens is dat in de week van 7 maart gebeurd. Ik zie niet zozeer in
wat het probleem is geweest. Dat er wat misverstanden zijn geweest, omdat in de ambtelijke notitie
waarvan het college kennis heeft genomen punten zaten die een politiek bestuurlijke geladenheid