26 MAART 2002 97 steld voor het bouwen door aan te geven dat er grote of kleine kavels moeten komen of door aan te geven dat er hoog of laag kan worden gebouwd. In casu is bewust gekozen voor de grote kavels, dus bewust voor duur bouwen. Nogmaals, dat is een gemiste kans. Tweede punt van aandacht voor onze fractie is de kwestie groene hoofdstructuur. Ik ben nog eens gaan kijken naar het vrij kleine lapje grond waarop die kwalificatie van toepassing is, een lapje grond grenzend aan de Aa of Weerijs en aan de andere kant grenzend aan de sportvelden, met name het veld van atletiekvereniging Sprint. In het Streekplan van de Provincie is dat stukje grond aangewezen als groene hoofdstructuur. Dat ge beurt natuurlijk niet voor niets. Het uitgangspunt moet dus zijn: de natuurwaarde respecteren en ver storing vermijden. In dit plan wordt feitelijk toegelaten dat op "piekmomenten" bezoekers van de atle tiekvereniging in dit gebied kunnen parkeren. In de commissie is hierover gezegd dat het goed zou worden gereguleerd en dat per keer eventueel een aanlegvergunning zou kunnen worden gegeven. Over deze kwestie is met de Brabantse Milieufederatie nog ruggespraak geweest en die heeft in ieder geval geadviseerd om hier niet in mee te gaan. Het zou zeer onverstandig zijn om op de een of ande re manier dit gebruik toe te staan in de groene hoofdstructuur. Elke keer dat je er parkeert is feitelijk een verstoring van de natuur. En meestal worden in dit soort situaties de aard en de frequentie van het gebruik verhevigd, al dan niet met gebruikmaking van een vergunning. Kortom, hier moet je niet aan beginnen. Geef je één vinger, dan wordt de hele hand gepakt. De slotsom is dan ook dat om die twee redenen, de kwestie van verstoring van de groene hoofdstructuur én de kwestie van de normen voor de ontwikkelingslocatie nieuwbouw, onze fractie niet akkoord kan gaan met het voorstel om dit ontwerpbestemmingsplan vast te stellen. De heer MEEUSEN In tegenstelling tot datgene wat wij in de commissie hebben gezegd, dat wij voor dit voorstel waren, hebben wij uiteindelijk besloten om tegen het voorstel te zijn en wel om de volgende redenen. Wij zijn tegen een vergroting van de locaties van de woonwagenkampen, omdat het de integratie van woon wagenbewoners in de weg staat. Graag hadden wij gezien dat een nieuwe locatie gevonden zou worden waar die nieuwe woonwagens hadden kunnen worden geplaatst. Dat is ook de reden waarom wij tegen het voorstel stemmen. Demissionair wethouder VAN BEUSEKOM-NIX De heer Stubenitsky heeft datgene wat hij in de commissie heeft gezegd herhaald. Hij wil in het be stemmingsplan zaken regelen die daar niet in thuishoren. Ik heb hem dat toen ook gezegd. Ik wil toch even ingaan op datgene wat GroenLinks heeft gezegd. Als je in de historie terugkijkt dan is er eigen lijk gebouwd in dat deel van het dal van de Aa of Weerijs waar normaliter niet zou zijn gebouwd. De woonwagenlocatie in dit gebied heeft dus ook dat beleid in enige mate doorbroken, maar doordat het is doorbroken is er ook een totaal nieuwe situatie ontstaan. Vandaar dus dat men nu zegt: met res pect naar het dal wordt er nu gekozen voor lichte bebouwing met zoveel mogelijk groenuitsparingen. U zegt: wij kunnen het niet regelen. Dat zegt u heel goed. Wij kunnen in het bestemmingsplan niet regelen wat voor soort woningen er komen. Wij kunnen wel zeggen: er kan worden gewoond, er kun nen functies komen en dat is toelaatbaar. Waarom? Wat betreft de bebouwing leent het gebied zich er niet voor, en u bent over het algemeen daarvoor ook erg gevoelig, om juist daar een dichte bebou- wingsrand met allemaal kleine kavels toe te laten. Dat is dus eigenlijk iets waarvoor u anders heel gevoelig zou zijn. U heeft het over de groene hoofdstructuur. Daar zijn we zorgvuldig mee. Wat het kogelslingerveld betreft, waarover u sprak, het volgende. Parkeren kan daar een of twee keer per jaar worden toegestaan en dat gebeurt dan heel technisch met een bepaalde bematting die wordt neer gelegd en bovendien is daarvoor een vergunningstelsel van kracht. Zo is dat geregeld. En dat is niet één vinger en vervolgens de hele hand, dat is een tot twee keer per jaar. U heeft overigens alle recht om te zeggen: dit is voor ons ruimschoots een reden om tegen te zijn. Maar ik wijs u toch wel op het feit dat u in gevoelige structuren toch ook graag zo min mogelijk bebouwing heeft en daaraan zijn we eigenlijk helemaal tegemoetgekomen. TWEEDE TERMIJN De heer STUBENITSKY De wethouder heeft niet gereageerd op mijn eerste gedeelte over die 75 meter. Ik weet dat er in be stemmingsplannen geen compleet financieel plaatje hoort. Maar hoe kunnen wij akkoord gaat met iets waarvan wij niet weten of er überhaupt iets op financieel gebied met die mensen wordt geregeld?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 97