30 JANUARI 2003 21 De heer BOER Een interruptie. Ik wil toch nog even terugkomen op het rapport van de heer Staatsen. 680.000 euro, dat is bijna 1,7 miljoen gulden, voor een rapport. Dat vinden wij erg veel. Het moet dan wel uitstekend zijn. Dus mijn concrete vraag is: vindt u dat het rapport van de heer Staatsen deze 1,7 miljoen gulden waard is? Wethouder OOMEN Dan zou ik namens het college moeten gaan bepalen wat het rapport waard is, en wat het rapport niet waard is? Ik moet u zeggen: daar begin ik niet aan. Ik heb u uitgelegd wat de waarde van het rapport van de heer Staatsen is. Omdat het college op enkele punten daarvan afwijkt, mag u daaruit niet concluderen dat daarmee het rapport van de heer Staatsen van nul en generlei waarde zou zijn. Dat is absoluut niet aan de orde. De heer BOER U wijkt niet zomaar op wat puntjes af, maar op een heel essentieel onderdeel, dat is net ook al aangege ven door de SP en door D66. U bent afgeweken van het rapport-Staatsen en wij willen u daarmee com plimenteren, omdat dat de weg was naar de redding. Maar u had dat ook zelf kunnen bedenken. Dus nogmaals mijn vraag: als we het advies dat de heer Staatsen heeft gegeven in acht nemen, was dit dan die 1,7 miljoen gulden waard? De VOORZITTER De wethouder heeft uitgelegd wat de waarde van het rapport is, niet in geld uitgedrukt. Hij heeft bovendien gezegd dat hij inhoudelijk uw motie op dit punt niet volgt. Ik denk dat daarmee dat onderdeel is afgerond en dat hij nu moet voortgaan met de verdere onderdelen die nog niet besproken zijn. Wethouder OOMEN Er is ook gesproken over de invloed van supporters bij het nieuwe NAC-huis. De heer Kwisthout heeft daarover in de eerste vergadering van 4 juli een motie ingediend die unaniem door uw raad is overgeno men. Het college heeft als volgt daarop gereageerd. U weet dat in de saneringscommissie op voordracht van de supporters is opgenomen de heer Bas van Bavel, een zeer capabel persoon. Hij heeft thans ook zitting in de nieuwe Raad van Commissarissen. Dus dat is met betrekking tot uw motie in ieder geval al een aspect, waarvan wij als college denken dat wij daaraan op een meer dan behoorlijke wijze invulling hebben gegeven. Ten tweede heb ik namens het college ook gesproken met de heer Hennekam, die mij, en hij kan dat veel beter vertellen dan ik, in hele mooie bewoordingen zei: wij zullen de supporters ruim hartig bejegenen. Daarmee gaf hij te kennen dat de Raad van Commissarissen openstaat voor meningen van supporters en zal proberen om er ook enige structuur voor te bedenken. U weet dat er ook nog een Raad van Advies moet worden gekozen, waarin ondertussen twee personen zijn benoemd. Dat is al in het gesprek dat ik namens het college heb gehad met de voorzitter van de Raad van Commissarissen aan de orde geweest. Ik heb gepoogd de grote lijn neer te zetten, ik heb ook gepoogd om nog op individuele vra gen in te gaan. Maar ik herhaal dat u vandaag een besluit neemt over belangrijke hoofdlijnen en dat er nog veel zaken nader moeten worden uitgewerkt. Belangrijke zaken zoals uitwerkingen en notities zullen voor de commissie of voor uw raad ter inzage worden gelegd, zodat u op elk moment wie dan ook daarop kunt aanspreken of daarover met mij of anderen kunt discussiëren. Ik kom toe aan de moties. Het amen dement zal worden behandeld door mijn collega-wethouder Arbouw, en ik zal de moties voor mijn reke ning nemen. Wat betreft motie 1 van Leefbaar-Breda over een lagere betaling in verhouding tot de presta tie, heb ik al laten doorschemeren dat het college deze motie ontraadt. Wat betreft motie 2 van Groen- Links, waarin staat dat NAC in de toekomst op geen enkele wijze financiële hulp van de gemeente Breda zal ontvangen, hetzij via een lening, kwijtschelding van huurpenningen, subsidie, sponsoring of anderszins het volgende. Ook deze motie moet ik u namens het college ontraden, omdat het college van mening is dat het niet op de stoel moet gaan zitten van de vele colleges die nog na ons zullen komen. U weet dat onze stad tenslotte nog maar 750 jaar bestaat. Ik wil het hier De heer KWISTHOUT Bij interruptie. De motie, zoals deze wordt voorgelegd, is een motie die, als die wordt aangenomen, een motie is van déze gemeenteraad richting dit college. Andere gemeenteraden en andere colleges na ons kunnen daarover een andere mening hebben, maar het is de mening van de gemeenteraad op dit mo ment. De VOORZITTER Maar dan heeft die niet zo heel veel zin, denk ik.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 21