30 JANUARI 2003 22 De heer SCHELTENS We hebben nog een behoorlijke periode Wethouder OOMEN Wat de heer Kwisthout in zijn interruptie naar voren brengt is voor mij geen reden om namens het college van mening te veranderen. Ik wil het hierbij De heer SCHELTENS Mag ik daarop ook even interrumperen? Ik wil een toelichting geven. Het is niet zo dat het hier alleen gaat om de toekomst. Wij allen hier hebben nog een gezamenlijke toekomst van een paar jaar, mogen we aannemen. Los daarvan is het zo, als deze motie niet wordt aangenomen, dat wij dan niet alleen de deur voor NAC op een kier zetten, neen, die zetten wij gewoon weer wagenwijd open. En dat is volgens mij iets wat wij geen van allen willen na dit hele verhaal. De heer DUBBELMAN Dat is het ongelukkige van uw motie op dit moment. U vraagt een uitspraak op een moment dat dat niet kan. De heer SCHELTENS Neen, het gelukkige van de motie is datje dat uit kunt sluiten. Wethouder OOMEN Voorzitter De VOORZITTER Ik stel voor, want er komt nog een tweede instantie, dat alle fracties wanneer zij dat wensen heel kort rea geren op de moties en eventueel op het amendement, maar daarover krijgt u nog het standpunt van het college in de persoon van wethouder Arbouw te horen, die nu naar het spreekgestoelte gaat om over dat onderdeel nog het standpunt van het college te vertolken. Wethouder ARBOUW Helaas was ik zelf niet in staat om die donderdag bij de commissievergadering aanwezig te zijn, omdat ik met de lokale driehoek een bezoek bracht aan Engeland om te kijken of we daar lessen konden trekken in het kader van integrale veiligheid. Wel heb ik de discussie vanuit de media goed kunnen volgen. Ik zou bij het aspect jeugdopleiding dan ook een aantal kanttekeningen willen plaatsen. Wat dat betreft ben ik blij dat er een amendement ligt, zodat ik inderdaad ook de kans krijg, mijnheer Van Overveld, om deze op merkingen daarbij neer te zetten. Ik wil hier nog even met nadruk stellen dat het college in het voorliggend voorstel heel duidelijk heeft aangegeven dat het advies van de saneringscommissie-Staatsen, om 500.000 euro als impuls voor de jeugdopleiding te investeren, door het college niet is overgenomen. Wel heeft het college heel duidelijk aangegeven dat het interesse heeft in de samenwerking tussen Baronie en NAC ten aanzien van die jeugd en met name dan met het oog op het versterken van het toekomstper spectief van Breda. Nu ik het amendement heb gelezen en uw woorden in eerste termijn heb gehoord, kan ik in ieder geval aangeven dat het college, op grond van het gestelde, het amendement onverkort zal overnemen. Maar toch wil ik hierbij nog een aantal opmerkingen maken over de wijze waarop ik als wet houder Sport in de toekomst met deze materie wens om te gaan. Uw raad heeft namelijk in de Sportnota, die in 2001 is vastgesteld, een aantal dingen gezegd over dat raakvlak tussen topsport en breedtesport, en ik citeer even een tekstdeel van de ongeveer zes bladen die gewijd zijn aan topsport: "De gemeente Breda legt het primaat van haar sportbeleid bij de breedtesport. Als achtste stad van het land heeft zij ook de ambitie om het topsportklimaat te verbeteren. De uitvoering van het topsportbeleid is op de eerste plaats een zaak uiteraard van de private partijen. De gemeente Breda zal het initiatief nemen om die par tijen uit te nodigen om mee te denken en te praten over het te voeren beleid. Ook zullen we bezien in hoeverre we ondersteuning kunnen bieden bij de uitvoering. Wij denken hierbij aan de beschikbaarstelling van accommodaties, het verlenen van vergunningen et cetera." Tot zover de letterlijke tekst uit de Sport nota. Dit wil zeggen dat het toch een stukje richting geeft aan de wijze waarop wij daarmee moeten om gaan. Ik heb een aantal voorbeelden opgezocht. Wat hebben we eigenlijk in het verleden gedaan als het gaat over topsport? Die voorbeelden wil ik niet onthouden. Accommodaties. Daarbij moet u bijvoorbeeld denken aan de turnvereniging De Samensprong in Prinsenbeek, waar een topturnhal is gerealiseerd die voldoet aan de eisen van de bond, en waar de officiële bondstrainingen van de regio Zuid-West Neder land worden gehouden. Wat betreft de hockeyverenigingen Breda en Push is er vorig jaar ter gelegenheid van de interland Nederland-Duitsland, waarvan u allemaal getuige kon zijn, een hoogwaardig waterhoc-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 22