30 JANUARI 2003
41
feit dat er nog geen geld is voor die andere commissie, die van Architectuur en Stedenbouw. Naar aanlei
ding van die commissie
De heer DE ROOS
Mag ik toch even interrumperen? U zegt dat het de laatste tijd goed is gegaan, maar als ik die evaluatie
nota bekijk, die onderliggend is geweest bij dit raadsvoorstel, dan blijkt daaruit wel degelijk dat ook in de
recente periode behoorlijk wat is misgegaan. Neem me niet kwalijk, de hele uitvoering van bouwplan 't
Vierkantje in de Heuvel heeft forse vertraging opgelopen door de problemen met Welstand.
Mevrouw OVERBOOM
U geeft zelf al aan dat er in de toekomst ook problemen zullen blijven met Welstand. Waar ik een punt van
maak is dat in het verleden werd geconstateerd dat er veel mis ging, maar dat het recent, en dat hebben
ook andere fracties aangegeven, eigenlijk goed gaat, en dat het zelfs een commissie is die landelijk een
voorbeeldfunctie heeft. Dat is toch wel een argument waarom je kunt zeggen dat deze commissie goed
functioneert.
De heer DE ROOS
Ik vind het te kort door de bocht.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Voorzitter, een korte interruptie. Het is inderdaad juist dat het evaluatierapport er niet om loog, maar het is
wel heel duidelijk dat er in het verleden zeer veel kritiek kwam vanwege het feit dat de beoordeling van die
aanvragen subjectief was, onvoorspelbaar en niet consistent, en dat daarin de afgelopen paar jaar inder
daad veel verbetering is gekomen.
De heer BOER
Even nog als reactie. Het zal altijd subjectief blijven, het wordt nooit objectief. Daarom pleiten wij er ook
voor dat degenen die dan subjectief selecteren en een oordeel geven in ieder geval liefde hebben voor
Breda, want dat is het meest belangrijke watje moet hebben om te kunnen oordelen.
De VOORZITTER
Mevrouw Overboom, gaat u door.
Mevrouw OVERBOOM
Ik ben blij met de constatering dat de subjectiviteit erin zal blijven zitten. Ik wil nog even terugkomen op
het punt waarom iets dat goed functioneert zou moeten worden opgeheven. Wij hebben de Woningwet
erop nageslagen, want een argument om die commissie op te heffen zou zijn dat de nieuwe commissie in
maart zou moeten worden gerealiseerd. Wij constateren echter, de Woningwet bestuderend, dat de nieu
we Welstandsnota 1 juli 2004 gereed moet zijn en dat tot dat moment het bestaande welstandsregime kan
functioneren, dus ook deze commissie. Wij hebben daarmee een extra argument om te zeggen dat die
wat ons betreft nu niet hoeft te worden opgeheven. Wij zouden dan ook graag van de wethouder willen
weten waarom in zijn optiek die datum van maart vaststaat. Een tweede punt waarop ik even zou willen
terugkomen betreft de samenstelling van die nieuwe commissie. Zou die meer gemengd moeten zijn, dus
moeten bestaan uit mensen uit Breda als ook van daarbuiten? Die discussie is in de commissievergade
ring aan de orde geweest, maar we zijn daarop nog niet heel concreet ingegaan. Wij hebben toen ook
aangegeven, als het gaat om Bredanaars, en dat was een aardige discussie over de kwaliteit, datje dan
vraagt, die formulering is toen aan de orde geweest, om iemand met een aantoonbare passie voor archi
tectuur en stedenbouw in Breda. Wij zouden daaraan graag willen vasthouden.
Wethouder ADANK
Er is een enkele vraag gesteld en een aantal stemverklaringen afgelegd na de ellenlange discussie, die ik
overigens als bijzonder plezierig heb ervaren. Nu wordt gesteld dat wellicht de discussie over de subjecti
viteit en de objectiviteit zou moeten leiden tot het op een eenduidige manier met elkaar discussiëren over
welstand. Ik hoop het toch niet. Als er nou één onderwerp is waarin juist de subjectiviteit en de dynamiek
in de discussie moeten zitten, omdat ieder van ons wel op enig moment met de toetsing door Welstand
geconfronteerd zal worden ten behoeve van de kwaliteit van onze stad in zijn algemeenheid en in het
bijzonder van ieder individueel geval, dan is het wel de discussie die in Welstand zal moeten plaatsvinden.
Wat de wetgever in het wetgevingstraject heel nadrukkelijk heeft gezien, wat we in Breda ook hebben
geconstateerd, kort en krachtig, wat u ook heeft geconstateerd, is dat de commissie Welstand in haar
beoordeling en in haar toetsing ook de architectuurdiscussie heeft meegenomen. Op dat grensvlak van