30 JANUARI 2003 42 welstandstoetsing op basis van objectieve criteria en de discussie over esthetica en smaak, en wat te maken heeft met architectuur, is natuurlijk enige vervuiling ontstaan. Er zou sprake zijn van een groot aantal communicatiestoornissen in de commissie WAM. Ik heb u aangegeven dat daar geen sprake van is, maar op die gevallen die in de commissie WAM tot conflicten leidden wordt het zoeklicht geplaatst en die genereren, als je niet gehonoreerd wordt door een commissie WAM, extra publiciteit. Dat is op zichzelf ook geen probleem. Ik heb u ook gemeld, en u kunt dat elke woensdagmiddag constateren als in die openbare bijeenkomsten door de commissie Welstand de voorstellen worden getoetst, dat het grootste gedeelte van de 120 tot 150 voorstellen een positief advies krijgt van de Welstandscommissie. Ik heb u een percentage van 98 procent genoemd. Dat was mijn opmerking dat de kwaliteit van de Welstands commissie in Breda een landelijk voorbeeld is geweest en grote waardering, niet alleen in de stad maar ook in de regio en het land, heeft gekregen. Dat het bij sommige, maar dan zitten we op het terrein van de architectuur, soms tot conflictueuze situaties heeft geleid, vind ik op zichzelf geen probleem. Zowel de wetgever als de praktijk hebben geleerd dat je, als je welstand sec nu volgens de nieuwe Woningwet in praktijk gaat brengen, een andersoortige welstandscommissie nodig hebt en dat wordt onze commissie Welstand en Monumenten, waarbij overigens bij monumenten de gewone Monumentenwet geldt. Dus daar verandert eigenlijk niet zoveel in. Ik heb met u gezegd dat het van belang zou zijn als de raad, juist in de kaderstellende discussie, maar dit is de uitdaging in üw richting geweest, met name als het gaat om bestemmingsplannen, voorbereidingsbesluiten en de kwaliteit van de stad, heel nadrukkelijk het voortouw zou nemen, en dat we dan met een voorstel over de commissie Architectuur en Stedenbouw naar de commissie zullen komen. Maar dat is eigenlijk een interne kwestie. Het is in principe niet aan de commis sie, ook niet aan de raad. Het is een interne toetsing, waar ook de financiering binnen niet al te lange ter mijn tot duidelijkheid zal leiden. Dus die commissie A en S staat niet ter discussie, die komt er, ook het geld ervoor zal er komen. Ik ga u voorstellen daarvoor doen, voorzover het een taak is van de commissie en van de raad. Dus ik hoop wat betreft de nieuwe commissie, maar met name de koppeling naar een debat over architectuur, zoals u dat de afgelopen maanden hebt kunnen meemaken in de Boschstraat, dat die dynamiek en die spanning erin zal blijven. Dat komt absoluut de kwaliteit van de leefomgeving ten goede. De voorbeelden vindt u in de ontwerpen die we de afgelopen jaren, niet alleen in de individuele sector, maar ook in de grotere projecten, als het gaat om de architectuur, hebben gerealiseerd. Ik houd natuurlijk rekening met de wensen die u hebt geuit, als het gaat om de invulling van de commissie. En ik vind de opmerking in de commissie van de heer Snier terecht, die nog eens heel exact in een paar woor den onder woorden bracht dat natuurlijk over subjectieve en objectieve criteria en de personele invulling een hele stevige boom valt op te zetten. We zullen proberen uw wensen als het gaat om enerzijds de affiniteit met de stedelijke kwaliteit, anderzijds met de vakinhoudelijke kwaliteit, mee te nemen in de sa menstelling van de commissie. Mevrouw Overboom, de wettelijke eisen van de Woningwet nopen ons, op een moment dat de commissie WAM, het merendeel van de commissie Welstand, afscheid neemt van de huidige commissie Welstand, om binnen de kortste keren naar uw raad te komen met een voorstel om een nieuwe commissie Welstand en Monumenten te benoemen, waarvan Mevrouw OVERBOOM Wethouder, er wordt hier toch net andersom geredeneerd. De commissie wordt opgeheven en daarom gaan de mensen naar een andere commissie. Dus het is niet zo dat de mensen eerst opzeggen en datje dan met een nieuwe commissie komt. Ik denk dat het omgekeerd ligt. Wethouder ADANK Wij willen zo snel mogelijk, anticiperend op de inwerkingtreding van de nieuwe Woningwet, we hebben dan wel 18 maanden om een en ander volledig te realiseren, ook met uw commissie overigens, dat traject ingaan. En gewoon formeel, vandaar dat de opmerking zojuist over een procedurevoorstel een terechte is. Wij willen de verordening zoals die onder deze commissie ligt intrekken, en vervolgens het traject van 18 maanden inzetten, zodat we een prima kwalitatieve invulling kunnen geven én aan welstand én aan ar chitectuur én aan stedenbouw. En in die zin Mevrouw OVERBOOM Maar uw opmerking in de commissie, dat het in maart zou moeten vanwege het rijksbeleid, is dus niet juist. Kan ik dat constateren? Wethouder ADANK Neen, ik heb u daarover de toezegging gedaan dat wij zo snel mogelijk in de commissie die discussie zullen hebben. De 18 maanden liggen vast in het rijksbeleid. De loketcriteria voor lichte vergunningen bouwwerken zullen in mei 2003 in ieder geval in de commissie ter vaststelling worden voorgelegd. Voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 42