30 JANUARI 2003
44
aanwezig is moet ik het gaan doen. Ik heb het trouwens de andere keer ook gedaan. Ik heb maar een
heel snel en kort gedichtje, maar dat gaat wel over Breda.
Dezer dagen te Breda
Arm, rijk Breda.
Wat rest me, denk je?
Altijd die twijfel van
doe-maar-gewoon en
valse bescheidenheid.
Drie turven hoog
tussen servet en tafellaken.
Elders zien anderen
scheel van afgunst.
Want jou rest veel,
meer dan je dacht.
Kijk naar je toekomst.
Krijg zin, maak je mooi,
nog mooier dan je al was.
Met je rivieren, je bossen,
beken en beemden,
je stad en stedelingen
Toekomst komt op je af
als je fruit ziet hangen.
(Gedicht van Merakels, 2002).
De VOORZITTER
Er zijn nog twee strofes hiervóór die té actueel zijn om voor te lezen. Ik zal ze in de notulen laten toevoe
gen.
De heer BOER
Volgens ons gingen die over NAC.
De VOORZITTER
Die gingen over NAC en over Interbrew. U zult het in de notulen kunnen teruglezen.
De eerste twee strofes luiden als volgt:
Arm, arm Breda!
Nog maar onlangs
verkwanselden 'n handvol
parmante notabelen
bijkans achteloos je NAC
Op 'n achternamiddag,
onder genot van een borrel
of twee, hard gelach.
De avondjes omgebracht.
Bittere nasmaak
van eigen belangen
Dan weer wordt elders
in verre bestuursraad
economie wetmatig en
hardvochtig toegepast.
Brouwsel uit Brussel.
Ingezakt schuim en
aschgrauw dood bier.
Toe de tap van eeuwen