24 APRIL 2003
113
kader van de Westflank op zoek is naar een nieuwe locatie in die omgeving, maar wanneer dat aan de
orde is, en men is erin geslaagd, dan neem ik aan dat de portefeuillehouder die daar echt over gaat u
daarvan mededeling zal doen. Ik denk dat ik heel in het kort de vragen van de heer De Roos heb be
antwoord, en ik moet zeggen: hij kijkt tevreden mijn richting uit.
De VOORZITTER
Wilt de wethouder blijven staan? Het vragenstellend lid kan nadere vragen stellen.
De heer DE ROOS
Ik ben erg tevreden over de moeite die de portefeuillehouder heeft gedaan om mede namens het col
lege een antwoord te geven. Dat is in ieder geval zeer naar tevredenheid. Niettemin heb ik toch nog
een vraag met betrekking tot de Oude Vest. U zegt: als er een grote tijdsruimte is tussen het voltooien
van de opgravingen en het starten van de bouw van het 'Glazen Huis', dan zetten we gewoon die
klemmen terug. Ik neem aan, als dan vervolgens het 'Glazen Huis' is gebouwd, dat dan die alternatie
ve locatie waarnaar wordt gezocht ook benut zal worden. Mijn vraag gaat over de uiteindelijke situatie.
Zal die erop neerkomen dat in de nabije omgeving minstens hetzelfde aantal stallingspiaatsen terug
komt? Dat vraag ik u ook, omdat de bewaakte stalling aan de Oude Vest kleiner is geworden, want
daar is namelijk ruimte gereserveerd voor personeel en bezoekers van het Casino, als ik het goed
heb. Dus die is al bijna gehalveerd op dit moment.
TWEEDE TERMIJN
Wethouder OOMEN
Voorzitter, ik wil het toch laten bij mijn antwoord in de eerste termijn aan de heer De Roos. Kijk, daar
waar het niet is, kunnen wij het ook niet halen. Daar waar er geen ruimte is kan het college ook geen
ruimte vinden. Natuurlijk neemt het 'Glazen Huis' een aantal vierkante meters van de openbare ruimte
in beslag en een heel eenvoudige mathematische rekensom leert ons dat we die ruimte missen. Maar
ik heb u gezegd dat de dienst RMCE op dit moment mogelijkheden onderzoekt om te kijken of men in
de omgeving toch tot een alternatief kan komen. Dat is de stand van zaken op dit moment. Meer kan
ik u met de beste bedoelingen op dit moment niet melden.
De VOORZITTER
Ik stel voor om dit punt hiermee als afgerond te beschouwen. Mijn dank aan de vragensteller en de
wethouder. Ik geef nu graag het woord aan de heer Scheltens voor de andere kwestie die de fractie
GroenLinks in het vragenuur aan de orde wil stellen.
ONDERWERP: NAC BREDA.
De heer SCHELTENS
Ook binnen mijn fractie doen wij aan collegiaal bestuur, maar wij hebben wel degelijk allemaal onze
specialiteit, vandaar dat wij toch eventjes de taken verdelen. Ik wil de vragen wel wat verduidelijken,
alhoewel wij eigenlijk van mening zijn dat onze vragen wel duidelijk zijn. Ik zal ze zo meteen voorlezen
voor degenen die in de zaal zitten, maar ik vrees dat de vragen duidelijker zullen zijn dan de antwoor
den. De situatie rond NAC, en dan met name de relatie met de gemeente Breda, wordt in onze ogen
niet duidelijker, sterker nog: die wordt steeds onduidelijker. De portefeuillehouder stelt dat het hier een
puur zakelijke relatie betreft tussen huurder en verhuurder. Hij gebruikt dat ook aldoor als argument
als wij informatie willen over de toestand. Als GroenLinks stellen wij dat NAC en de gemeente Breda
tot elkaar zijn veroordeeld. Het is een innige relatie, verstikkend wellicht. Een innige relatie kan heel
erg prettig zijn, maar die kan ook weieens een beetje verstikkend werken. Op dit moment komen er
enkele nieuwe mensen bij NAC, waaronder de heer Boertjes die - wellicht in een oprisping, op per
soonlijke titel natuurlijk - zegt dat hij de relatie te mager vindt, die moet inniger. Stel, en dat is een
citaat van hem, dat NAC een keer de huur niet kan betalen. Nou, u begrijpt hoe wij reageerden toen
wij dat lazen. De heer Boertjes heeft dit natuurlijk zomaar terloops, spontaan, op persoonlijke titel met
de journalist besproken en er ook nog bij gezegd dat dit natuurlijk wel off the record was. Ja, en gy
geleuft dat. Hier is geen toeval in het spel, dit is gewoon een gerichte actie die alleen maar een be
paalde kant op kan wijzen. Wat ons betreft belooft dit weinig goeds. Dat brengt ons tot de volgende
vragen, die naar ons idee dus heel duidelijk zijn, maar ik zal ze even herhalen voor degene die ze niet
op papier heeft. Vraag 1Kan de wethouder van NAC-zaken reageren op de hierboven bedoelde uit
latingen van de nieuwe formateurs/bestuurders van NAC? Het betreft hier dus de uitlatingen over het
inniger moeten zijn van de relatie, en wat er gedaan moet worden in het geval dat NAC de huur niet