5 JUNI 2003 133 noodzakelijke precisie waardoor mogelijke financiële onzekerheden voor de hand liggen. De WD- fractie twijfelt niet aan de integere bedoelingen van de initiatiefnemers, maar we herhalen toch onze eerder uitgesproken twijfel over de timing van de plannen voor de Vlaszak die zo laat zijn ontvangen dat het niet makkelijk, sterker: moeilijker wordt om als volwaardig alternatief in de totale planvorming te worden betrokken. Deze opvatting hebben wij de vertegenwoordigers van de Klankbordgroep ook mondeling meegedeeld. De heer BOER Even een interruptie, als dat mag, voorzitter. De Klankbordgroep en de bewoners binnenstad hebben onlangs nog geprotesteerd tegen het feit dat zij ten aanzien van alles in een vroeg stadium zijn geïn formeerd en gevraagd, behalve juist ten aanzien van dit onderdeel. Bij het Grafisch Museum zijn ze tevoren nooit betrokken geweest, dus u kunt ze nooit verwijten dat ze in een laat stadium met een alternatief zijn gekomen. De heer BRAAT Het is ook geen verwijt, het is een vaststelling, mijnheer Boer. Bedacht moet worden dat er al in maart 2001 een locatiekeuze heeft plaatsgevonden waarbij ook de Vlaszak was betrokken en waarbij finan ciële aspecten een rol speelden. Deze variant bleek toen 5,8 miljoen duurder uit te pakken. De uitge brachte locatiestudie Vlaszak heeft ook na zorgvuldige beoordeling onze inzichten niet veranderd en derhalve kiest de WD-fractie voor verbouw en gedeeltelijke nieuwbouw van de Beyerd en de arto theek tot een Museum voor Grafische Vormgeving zoals in het Programakkoord ook is afgesproken. Met betrekking tot de stichtingskosten voor de Beyerd is er door extern bureau Basalt een kostentoets uitgevoerd die weinig verschillen vertoont met eerdere ramingen en dat is gunstig, want beheersing van de stichtingskosten is zeker in deze tijd een absolute voorwaarde. Wie het historisch overzicht van de besluitvorming van het beoogde museum nog eens doorneemt kan tot geen andere conclusie ko men dan dat er vanaf eind 2000 tot vandaag een zorgvuldig tijdpad is gevolgd waarbinnen belangrijke beslissingen om tot realisatie te komen zijn genomen. Ik noem onder andere: het uitvoeringsplan, het reserveren van een investeringsvolume van 30 miljoen gulden, de bepaling van de locatie Bosch straat, het programma van eisen en het voorlopig ontwerp. Een lang en zorgvuldig traject waarin de WD meer dan eens het vertrouwen in de projectorganisatie én in de architect heeft uitgesproken. De commissie Welstand heeft in haar vergadering van 19 maart jongstleden het Beyerdplan besproken en veel waardering voor de conceptuele aanpak van de architect uitgesproken. Door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is in zijn advies het plan functioneel, logistiek en museaal, dus cultureel, goeddoordacht genoemd. Dit zijn belangrijke kwalificaties die ons vertrouwen in de plannen draagvlak geven. Ik sluit af, voorzitter, met de wijze waarop de verschillende procedures die binnen het juridisch risicoprofiel zullen moeten worden doorlopen en die ongetwijfeld veel tijd gaan vergen. Wil de start van de uitvoering in oktober 2004 werkelijk plaatsvinden, dan zal er voortvarend moeten worden gehan deld. Om dat te bevorderen stemt de VVD-fractie in met dit voorstel en wenst alle betrokkenen veel succes bij het vervaardigen van een definitief ontwerp. De heer SNIER Ik zal proberen zo kort mogelijk te zijn door alleen die discussies aan te zwengelen die op dit moment relevant zijn. Waar het gaat om de insteek van de Partij van de Arbeid ten aanzien van het voorlig gend voorstel zijn er voor ons op dit moment twee elementen die van wezenlijk belang zijn. Het eerste element, ik kan er niet omheen draaien, ik zal daarin heel duidelijk zijn, is dat wij een afspraak hebben gemaakt in het Programakkoord om een Grafisch Museum te vestigen, waarbij ik wel expliciet zeg dat daarbij geen locatie is genoemd. Het tweede element is dat wij daarvoor een gemaximaliseerd budget ter beschikking hebben gesteld. Dat betekent dat zowel de variant die op dit moment als voorstel voorligt als elk alternatief binnen de kaders van dit maximale budget moet passen. Kortheidshalve, dat scheelt weer in mijn betoog, wil ik me alvast aansluiten bij twee vragen die het CDA heeft gesteld, namelijk de vraag over de geactualiseerde exploitatie en de vraag over de verwachtingen ten aanzien van het Kunstenplan over de periode tot 2008. Als we uitgaan van de twee elementen waarmee de Partij van de Arbeidfractie dit voorstel wil benaderen, dan is de centrale vraag die ons inziens op dit moment heel duidelijk op tafel ligt: valt de vergelijking, als je die wilt maken tussen enerzijds de Bey- erdvariant en anderzijds de Vlaszakvariant, op basis van ongeveer hetzelfde aantal vierkante meters gunstig uit, in die zin, dat de stichtingskosten van beide varianten elkaar sterk benaderen? Als fractie hebben we daarover lang gepraat. Ik kan u ook in alle eerlijkheid zeggen dat wij vandaag nog een extra fractievergadering daaraan hebben willen wijden om heel zorgvuldig daarmee om te gaan. Wij hebben binnen de fractie daarvoor twee benaderingen kunnen ontdekken. De eerste benadering is dat je uitgaat van de gemeentelijke Vlaszakvariant, de 17,6 miljoen, die ook in de openbare stukken wordt genoemd, op basis van 4.500 vierkante meter, die we in 2001 al hebben besproken, waar je dan 1,3 miljoen voor de kelder van aftrekt. Je zou dan op basis van die benadering uitkomen op een bedrag van 16,3 miljoen. Dan ben je snel klaar, want dat is sowieso veel meer dan het maximale bedrag dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 11