5 JUNI 2003 134 we ter beschikking willen stellen en die valt dus automatisch af. Je kunt ook nog een andere benade ring kiezen, waarbij je heel serieus rekening houdt met de berekening zoals die door de Klankbord groep Monumenten is gemaakt én door de gemeente Breda. Mevrouw Boidin heeft het ook nog expli ciet gezegd en ik wil het ook nog een keer herhalen: over die berekeningen, zoals die zijn gemaakt, is eigenlijk niet zo heel erg veel verschil van mening, maar er zijn wel verschillende kosten niet meege nomen. Die zijn ook al genoemd: de bijkomende kosten, de inrichtingskosten, de overige kosten. Als je die zou meenemen, dan komt de variant Vlaszak beduidend hoger uit dan op dit moment wordt voorgerekend op basis van het bedrag van ongeveer 11 miljoen euro. Maar zelfs als je het hypotheti sche geval zou kunnen waarmaken dat de bouwkosten exact gelijk zouden zijn, dan heb je nog het probleem dat andere elementen niet zijn meegenomen zoals bijvoorbeeld het element dat we hebben afgesproken dat de boekwinst die op het pand Vlaszak gerealiseerd wordt moet worden afgedragen ten behoeve van de bouw van Stadskantoor 1A, hetgeen ook heel logisch is omdat je op die plek de Sociale Dienst weghaalt, in een nieuw kantoor neerzet en dus daar de een op een-relatie legt tussen het pand datje gaat verlaten van de Sociale Dienst en de nieuwe vestiging van de Sociale Dienst. De heer BOER Even een kort vraagje, als dat mag, voorzitter, aan de heer Snier. Als je die boekwinst op de verkoop van de Beyerd had kunnen boeken, dan was het dus ook goed geweest. De heer SNIER Theoretisch gezien wel, maar dat neemt niet weg dat we daarover een hele duidelijke afspraak heb ben gemaakt. Je zou dan sowieso op die afspraak moeten terugkomen, waarbij ik ook wil zeggen dat dat één element is, want er zijn meer elementen die je zou kunnen noemen waar het gaat om kosten die wel degelijk moeten worden gemaakt wanneer het Grafisch Museum daar zou worden gevestigd. Een ander probleem is bijvoorbeeld de schadeloosstelling voor het Italiaans restaurant dat daar moet verdwijnen. Nog een element dat niet is meegerekend is de schadeloosstelling voor het deel dat op dit moment nog in bezit is van het Grondbedrijf. Dus naast een aantal elementen zoals inrichtingskosten, overige kosten en bijkomende kosten zijn er duidelijk ook nog een aantal, je zou bijna kunnen zeggen, afdrachten en andere problemen die allemaal bijdragen aan een veel hoger bedrag voor de vestiging van het Museum voor Grafische Vormgeving op die plek. Naar de overtuiging van mijn fractie, en wij hebben daar heel zorgvuldig mee willen omgaan, wij hebben elkaar berekeningen voorgehouden en er uitgebreid over gepraat, kan het niet anders zijn dan dat de vestiging van het Grafisch Museum op de locatie Vlaszak minimaal enkele miljoenen duurder is dan de vestiging van het Grafisch Museum op de locatie Beyerd. En dat betekent dat we in ieder geval enige miljoenen door het gemaximaliseer de budget heen schieten. Een vraag die nog is blijven hangen naar aanleiding van de discussie in de commissie heeft betrekking op de vervreemding van de kunstcollectie van de Beyerd. De vraag die ik dan uiteindelijk toch nog aan de portefeuillehouder wil stellen, hij heeft ook tijdens de commissiever gadering toegezegd die nog te beantwoorden, is: kunt u uitleggen hoe de verantwoordelijkheden tus sen raad en college zijn verdeeld wat betreft de verkoop zelf, de fondsvorming en de dotatie, dus met betrekking tot deze drie elementen? Voorts hebben we nog een volgende vraag. Wij hebben heel lang en vaak gepraat over het woord 'waardevol'. Ook ik heb dat woord heel vaak in de mond genomen tijdens discussies in de commissie en ook in deze raad, bijvoorbeeld toen we het schetsplan bespra ken en ik nogal heb aangedrongen om nader te kijken naar het bouwhistorisch onderzoek. De vraag heeft heel expliciet betrekking op de achterbouw van de Beyerd en dan eigenlijk op een mogelijke situatie die kan ontstaan. De vraag is of er een situatie zou kunnen ontstaan waar de wal het schip gaat keren, in die zin, dat er toch altijd misschien nog wat ruimte bestaat dat er toch nog een effectie ve bescherming zou kunnen worden geregeld voor de achterbouw van de Beyerd. Zou er nog een mogelijkheid bestaan dat de achterbouw alsnog in een procedure rijksmonument wordt? De heer AKINCI De achterbouw is een onderdeel van de Beyerd. Je kan een pand niet opsplitsen, het is óf in zijn ge heel een rijksmonument óf het is dat niet. De achterbouw van de Beyerd hoort bij het rijksmonument de Beyerd. De heer SNIER Ik hoop dat de portefeuillehouder mij zo corrigeert, maar naar mijn overtuiging is alleen de bakstenen voorkant, om het zo maar te zeggen, rijksmonument en de achterbouw niet. Maar ik laat mij daar graag De heer AKINCI Waarom zou de Rijksdienst voor de Monumentenzorg daar dan een brief over sturen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 12